User manual - fx-CG10_20_Soft

6-43
De volgende optie verschijnt alleen voor de tweedimensionale variantieanalyse (Two-Way
ANOVA).
Factor B ........ Lijst die wordt gebruikt voor categoriegegevens (List 1 tot 26)
GphColor ...... Geeft de lijnkleur voor de grafiek op (pagina 6-33)
Na het instellen van alle parameters gebruikt u c om “Execute” te selecteren en drukt u op
een van de volgende functietoetsen om de berekening uit te voeren of de grafiek te tekenen.
1(CALC) ... Voert de berekening uit.
6(DRAW) ... Tekent de grafiek (alleen Two-Way ANOVA).
De berekeningsresultaten worden in tabelvorm weergegeven, net zoals ze in de
wetenschappelijke handboeken staan.
Voorbeeld berekeningsresultaat
One-Way ANOVA
Line 1 (A) .......... Factor A
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 2 (ERR) ..... Fout
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde
Two-Way ANOVA
Line 1 (A) .......... Factor A
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 2 (B) .......... Factor B
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 3 (AB) ........ Factor A × Factor B
df waarde, SS waarde, MS waarde, F waarde,
p -waarde
* Line 3 wordt niet weergegeven als er slechts één waarneming is in
elk element.
Line 4 (ERR) ..... Fout
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde
F ...................... F -waarde
p ....................... p -waarde
df ....................... Aantal vrijheidsgraden
SS ..................... Som van de kwadraten
MS ................... Gemiddelde kwadraten
Met de tweedimensionale variantieanalyse kunt u interactieve puntgrafieken tekenen. Het
aantal grafieken hangt af van Factor B, terwijl het aantal gegevens op de X-as afhangt van
Factor A. De Y-as is het gemiddelde van elke categorie.
Na het tekenen van een grafiek kunt u de volgende functies voor grafiekanalyse uitvoeren.
1(Trace) of !1(TRACE) ... Functie Trace
Druk op d of op e om de aanwijzer in de grafiek in de gewenste richting te verplaatsen. Als
er meerdere grafieken op het scherm staan, gaat u met f en c van de ene grafiek naar de
andere.