User manual - fx-CG10_20_Soft
5-55
   u Het nulpunt van een grafiek berekenen
  1. Teken een grafiek.
  2. Druk op !5(G-SOLVE) 1(ROOT). 
  3. Als er meerdere grafieken worden weergegeven in het grafiekscherm, wordt er één 
knipperend weergegeven. Gebruik f en c om de grafiek te selecteren die u wilt 
analyseren. 
  4. Druk op w om de knipperende grafiek te selecteren. Vervolgens wordt de waarde 
weergegeven die is geproduceerd door de analyse.
  Voorbeeld  Teken de grafiek met de volgende functie en bereken vervolgens de 
nulpunten. 
Y1 = 
x 
3 
 − 4 x
  • Wanneer een analyse meerdere waarden oplevert, drukt u op e om de volgende waarde te 
berekenen. Druk op d om naar de vorige waarde terug te keren.
  • Wanneer “On” is geselecteerd voor de instelling “Derivative” in het configuratiescherm, 
wordt naast het nulpunt de afgeleide weergegeven wanneer u het nulpunt van een grafiek 
berekent met de bovenstaande procedure.
   u Het snijpunt van twee grafieken berekenen
  1. Teken de grafieken.
  2. Druk op !5(G-SOLVE) 5(INTSECT). Als er drie of meer grafieken worden 
weergegeven in het grafiekscherm, wordt er één knipperend weergegeven.
  3. Gebruik  f en c om een van de grafieken te markeren waarvan u het snijpunt wilt 
bepalen en druk vervolgens op w.
  4. Gebruik  f en c om een van de andere grafieken te markeren waarvan u het snijpunt 
wilt bepalen en druk vervolgens op w.
  5. Druk op w om het snijpunt voor de twee grafieken te bepalen.
    Als een analyse meerdere waarden oplevert, drukt u op e om de volgende waarde te 
berekenen. 
Druk op d om naar de vorige waarde terug te keren.










