User manual - fx570MS_991MS
D-22
k Bepalen van de absolute waarde van
een vector
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om de ab-
solute waarde (grootte) van een vector te bepalen.
• Voorbeeld: Bepalen van de absolute waarde van de
Vector C. (Resultaat:
11,90965994
)
(AbsVctC) A
A
A
z
3(Vct)
3(C)
=
• Voorbeeld: Voor het bepalen van de maat van de hoek
(hoekeenheid: Deg) die gevormd wordt door de vectoren
A = (–1 0 1) en B = (1 2 0) en de vector van maat 1 die
recht staat op zowel A als B. (Resultaat:
108,4349488
°)
cos , hetgeen cos
–1
wordt.
Vector maat 1 die recht staat op zowel A als B
(3-dimensionale vector A) A
z
1(Dim)
1(A)
3 =
(Invoer van elementen) D 1 =
0 =
1 = t
(3-dimensionale vector B) A
z
1(Dim)
2(B)
3 =
(Invoer van elementen) 1 =
2 =
0 = t
(VctA
⋅
VctB) A
z
3(Vct)
1(A)
A
z
r
1(Dot)
A
z
3(Vct)
2(B)
=
(Ans(AbsVctAAbsVctB))
\
R
A
A
A
z
3(Vct)
1(A)
-
A
A
A
z
3(Vct)
2(B)
T
=
(cos
–1
Ans) (Resultaat:
108,4349488
°) A
V
g
=
(VctAVctB) A
z
3(Vct)
1(A)
-
A
z
3(Vct)
2(B)
=
(AbsVctAns) A
A
A
z
3(Vct)
4(Ans)
=
(VctAnsAns)
(Resultaat:
(– 0,666666666 0,333333333 – 0,666666666)
)
A
z
3(Vct)
4(Ans)
\
g
=
(A
⋅
B)
A B
A B
A B
(A
⋅
B)
A B