Operation Manual

Om de inhoud van de vectorvariabele (of VctAns) te kopiëren
1. Gebruik de Vector Editor om de vector weer te geven die u wilt
kopiëren..
Als u de inhoud van VctAns wilt kopiëren, voer dan het volgende uit
om het VctAns scherm weer te geven: V(VctAns).
2. Druk op W en voer vervolgens één van de volgende toetsbewerkingen
uit om de kopieerbestemming te bepalen: A(VctA), C(VctB),
0(VctC) of ;(VctD).
Dit zal de Vector Editor weergeven met de inhoud van de
kopieerbestemming.
Voorbeelden van vectorberekeningen
De onderstaande voorbeelden gebruiken VctA = (1, 2), VctB = (3, 4) en
VctC = (2, -1, 2).
VctA • VctB (Vector inproduct)
VctA V(Dot Product) VctB
VctA × VctB (Vector uitproduct)
VctA VctB
Om de absolute waarden van VctC te verkrijgen
@(Abs) VctC 
Om de hoek te bepalen die wordt gemaakt door VctA en VctB op drie
decimalen (Fix 3). (Angle Unit: Degree)
@U(SETUP)(Number Format)(Fix)
V(Angle) VctA @(,)
VctB 
Om VctB te normaliseren
V(Unit Vector) VctB 
Ongelijkheidsberekeningen
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om een ongelijkheid van de
2e, 3e of 4e graad op te lossen.
1. Druk op U, selecteer het pictogram van de Inequality-modus en druk
dan op .
2. Gebruik in het dialoogvenster dat verschijnt, een cijfertoets ( tot )
om de graad van de ongelijkheid op te geven.
3. Gebruik in het menu dat verschijnt, de toetsen t/m om het type
en de oriëntatie van het ongelijkheidssymbool te selecteren.
4. Gebruik de Coëfficiënt Editor die verschijnt om coëfficiëntwaarden in te
voeren.
Om bijvoorbeeld x
2
+ 2x − 3 < 0 op te lossen, voert u het volgende in
voor de coëfficiënten (a = 1, b = 2, c = -3): 12A3.
Door op te drukken, worden alle coëfficiënten op nul gezet.
5. Als alle waarden zijn zoals u ze wilt, druk dan op .
Dit zal de oplossingen weergeven.
Om terug te keren naar de Coëfficiënt Editor terwijl de oplossingen
worden weergegeven, drukt u op .
31