Operation Manual

Belangrijk: Functies die in deze modus worden ingevoerd, worden
verwijderd wanneer de Input/Output-instellingen worden gewijzigd in de
Table-modus.
Vectorberekeningen
Gebruik de Vector-modus om 2-dimensionale en 3-dimensionale
vectorberekeningen uit te voeren. Om een vectorberekening uit te voeren,
gebruikt u de speciale vectorvariabelen (VctA, VctB, VctC, VctD) zoals
weergegeven in het onderstaande voorbeeld.
Voorbeeld: (1, 2) + (3, 4)
1. Druk op U, selecteer het pictogram van de Vector-modus en druk
dan op .
2. Druk op (VctA)(2 dimensies).
Dit geeft de Vector Editor weer voor
invoer van de 2-dimensionale vector
voor VctA.
3. Voer de onderdelen in van VctA: 12.
4. Voer de volgende toetsbewerking uit: V(Define
Vector)(VctB)(2 dimensies).
5. Voer de onderdelen in van VctB: 34.
6. Druk op om verder te gaan naar het berekeningsscherm en voer de
berekening uit (VctA + VctB): V(VctA)V(VctB).
Dit toont het VctAns-scherm
(Vectorantwoordgeheugen) met de
berekeningsresultaten.
Vectorantwoordgeheugen
Als het resultaat van een berekening die is uitgevoerd in de Vector-modus
een vector is, zal het VctAns scherm verschijnen met het resultaat. Het
resultaat zal ook worden toegekend aan een variabele met de naam
“VctAns”.
De VctAns variabele kan worden gebruikt in berekeningen, zoals hieronder
wordt beschreven.
Voer de volgende toetsbewerkingen uit om de VctAns-variabele in een
berekening in te voegen: V(VctAns).
Door op één van de volgende toetsen te drukken als het VctAns scherm
wordt getoond, zal automatisch naar het berekeningsscherm worden
gewisseld: , , , .
Data van de vector variabele toekennen en wijzigen
Om nieuwe gegevens aan een vectorvariabele toe te wijzen
1. Druk op V(Define Vector) en selecteer dan op het menu dat
verschijnt, de vectorvariabele waaraan u gegevens wilt toekennen.
2. Druk in het dialoogvenster dat verschijnt op of om de
vectordimensie op te geven.
3. Gebruik de Vector Editor die verschijnt om de nieuwe elementen van de
vector in te voeren.
Om de elementen van een vectorvariabele te wijzigen
Druk op V(Edit Vector) en selecteer dan op het menu dat verschijnt,
de vectorvariabele die u wilt bewerken.
30