NL fx-570EX fx-991EX Gebruiksaanwijzing Wereldwijde Leerwebsite van CASIO http://edu.casio.com Handleidingen zijn beschikbaar in meerdere talen op http://world.casio.com/manual/calc Bewaar alle documentatie op een veilige plaats voor latere naslag.
INHOUD Over deze handleiding.............................................................................. 2 De calculator initialiseren.......................................................................... 2 Voorzorgsmaatregelen.............................................................................. 2 Aan de slag............................................................................................... 3 Berekeningsmodus.........................................................................
Over deze handleiding • Tenzij expliciet vermeld gaan alle voorbeeldberekeningen in deze handleiding er van uit dat de calculator is ingesteld in de eerste standaardinstelling. Volg de procedure onder “De calculator initialiseren” om de calculator in de originele standaardinstelling te zetten. • De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande mededelingen worden gewijzigd.
Aan de slag Voordat u de calculator in gebruik neemt dient u eerst het harde etui naar onderen te schuiven om het te verwijderen en het vervolgens aan de achterzijde van de calculator te bevestigen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. In- en uitschakelen van de spanning Druk op 3 om de calculator in te schakelen. Druk op @ (OFF) om de calculator uit te schakelen. Let op: De calculator wordt ook automatisch uitgeschakeld nadat deze niet werd gebruikt gedurende 10 minuten.
• Als een indicator y of H aan de rechterkant van lijn van de ingevoerde expressie of het berekeningsresultaat verschijnt, betekent dat de weergegeven berekening aan de rechterkant verder gaat. Gebruik en om te scrollen door de lijndisplay. Let op. Als u de ingevoerde expressie wilt scrollen terwijl de indicatoren y en H allebei zijn weergegeven, moet u eerst en dan en gebruiken om te scrollen. • De onderstaande tabel beschrijft enkele van de typische indicatoren die bovenaan op het scherm verschijnen.
weergegeven menu een submenu is. Om terug te keren van een submenu naar het bovenliggende menu, drukt u op . • Om een menu te sluiten zonder iets te selecteren, drukt u op . Berekeningsmodus Geef de berekeningsmodus op die geschikt is voor het type berekening dat u wilt uitvoeren. 1. Druk op U om het hoofdmenu weer te geven. 2. Gebruik de cursortoetsen om de markering te verplaatsen naar het gewenste pictogram.
Invoer: Natuurlijk tekstboek; Uitvoer: Formaat dat een breuk, √ of π*1 bevat (MathI/MathO) Invoer: Natuurlijk tekstboek; Uitvoer: Geconverteerd naar decimale waarde (MathI/DecimalO) Invoer: Lineair*2; Uitvoer: Decimaal of breuk (LineI/LineO) Invoer: Lineair*2; Uitvoer: Geconverteerd naar decimale waarde (LineI/DecimalO) *1 Decimale uitvoer wordt toegepast wanneer deze formaten niet kunnen worden uitgevoerd vanwege een bepaalde reden.
Angle Unit Degree◆; Radian; Gradian Bepaalt de graad, radiaal of decimale graad als de hoekeenheid voor de waardeinvoer en weergave van het berekeningsresultaat. Number Format Geeft het aantal cijfers op voor het weergeven van een berekeningsresultaat. Fix: De waarde die u specificeert (van 0 tot 9) geeft het aantal decimaalplaatsen aan voor weergegeven berekeningsresultaten. Berekeningsresultaten worden afgerond op het aantal gespecificeerde cijfers voordat ze worden weergegeven.
Decimal Mark Dot◆; Comma Bepaalt of een punt of komma moet worden weergegeven als decimaalmarkering in het berekeningsresultaat. Bij invoer wordt er altijd een punt weergegeven. Let op: Als de punt is geselecteerd voor de decimaalmarkering, is een komma het scheidingsteken voor meerdere resultaten (,). Als de komma is geselecteerd, wordt de puntkomma het scheidingsteken (;). Digit Separator On; Off◆ Bepaalt of er een scheidingsteken moet worden gebruikt in de berekeningsresultaten.
Prioriteitvolgorde van berekeningen De prioriteitvolgorde van ingevoerde berekeningen wordt volgens de onderstaande regels geëvalueerd. Als de prioriteit van twee expressies gelijk is wordt de berekening van links naar rechts uitgevoerd. 1 Expressies tussen haakjes Functies die haakjes bevatten (sin(, log(, enz.
@ (.) 5 3 2 Tip: Als de invoercursor binnen het invoergebied van een sjabloon staat (gemengde breuken, integraal (∫) en som (Σ)), en u op @ drukt, springt u onmiddellijk naar de direct volgende positie (rechts) van de sjabloon. Als u echter op @ drukt, springt u naar de positie direct ervoor (links ervan). Let op • Als u op drukt en een berekeningsresultaat verkrijgt, kan een deel van de expressie die u invoert, worden weggelaten.
1 π ←B→ 0.5235987756 6 2 + 2 × 3 = 5,913591358 = 6 + 2 3 (MathI/DecimalO) 5.913591358 ←B→ 6+2 3 !2 2 !3 Ongeacht wat er is geselecteerd voor Input/Output in het setupmenu, wisselt het momenteel weergegeven berekeningsresultaat bij elke druk op B tussen zijn decimale vorm en de breukvorm. Belangrijk • Bij bepaalde berekeningsresultaten zal het indrukken van de B-toets, de weergegeven waarde niet omzetten.
Converteer 2°30’0” naar het decimale C equivalent. (Converteert decimaal naar sexagesimaal.) C 2.5 2°30’0” Multi-Statements U kunt de dubbele punt (:) gebruiken om twee of meer expressies te verbinden en ze in volgorde van links naar rechts uit te voeren, als u op drukt. 3+3:3+3 6 3 36%(:) 3 3 9 Let op: Als u een dubbelepunt (:) invoert terwijl LineI/LineO of LineI/ DecimalO is geselecteerd voor de Input/Output-instelling in het setupmenu, wordt een nieuwe lijnbewerking uitgevoerd.
Om de waarde zonder factorisatie opnieuw weer te geven, drukt u op @C(FACT) of . Let op: De hieronder beschreven waarden kunnen niet worden gefactoriseerd, zelfs als ze 10 of minder cijfers bevatten. • Een van de priemfactoren van de waarde is 1.018.081 of hoger. • Twee of meer van de priemfactoren van de waarde hebben meer dan drie cijfers. Het deel dat niet in factoren kan worden ontbonden, wordt ingesloten tussen haken op het display.
(Doorgaan) 6A(A) 10 *1 Om de inhoud van variabele A op te roepen 80 (Doorgaan) @W(RECALL)*2 A(A) Om de inhoud van variabele A te wissen 0WA(A) 8 0 *1 Voer een variabele in zoals hier wordt weergegeven: druk op 6 en druk dan op de toets die overeenkomt met de gewenste variabelennaam. Om x in te voeren als naam voor de variabele, kunt u op 6 (x) of a drukken. *2 Als u op @W(RECALL) drukt, verschijnt een scherm dat de waarden toont die momenteel zijn toegewezen aan variabelen A, B, C, D, E, F, M, x en y.
1 1 (Angle Unit: Degree) ;30 2 2 -1 -1 -1 sinh, cosh, tanh, sinh , cosh , tanh : Voer een functie in vanaf het menu dat verschijnt wanneer u op V (Hyperbolic Func)*1 drukt. De instelling van de hoekeenheid heeft geen invloed op de berekeningen. *1 Afhankelijk van de berekeningsmodus, moet u op V drukken. sin 30° = ∘ r g : Deze functies specificeren de hoekeenheid. ° Specificeert graden, r radialen en g gradiënten.
*1 tol specificeert de tolerantie die 1 × 10-5 wordt als er geen waarde wordt gegeven voor tol. *2 tol specificeert de tolerantie die 1 × 10-10 wordt als er geen waarde wordt gegeven voor tol. *3 a en b zijn gehele getallen die kunnen worden gespecificeerd binnen het bereik van -1 × 1010 < a ≦ b < 1 × 1010. Voorzorgsmaatregelen integraal- en differentiaalberekening • Als een trigonometrische functie wordt gebruikt in f(x), specificeer dan “Radian” als de hoekeenheid.
Om de rechthoekige coördinaten 2, 2 te converteren naar polaire coördinaten (Angle Unit: Degree) (MathI/MathO) @ (Pol)!2 @ (,)!2 r=2, θ=45 Om de polaire coördinaten 2, 45° te converteren naar rechthoekige coördinaten (Angle Unit: Degree) (MathI/MathO) @ (Rec)!2 @ (,) 45 x=1, y=1 x!: Faculteitfunctie. (5 + 3) ! = 40320 40320 5 3 @0(x!) Abs: Absolute waarde functie.
symbolen kan lezen, is geïnstalleerd en dat het verbinding met internet kan maken. • Als u een QR Code die door deze calculator wordt weergegeven, afleest met het smart-apparaat, maakt het smart-apparaat verbinding met de de CASIO-website. Let op: Een QR Code kan worden weergegeven door op @V(QR) te drukken terwijl u in het instellingsscherm, een menuscherm, een foutscherm, een scherm met een berekeningsresultaat in elke berekeningsmodus bent of terwijl een tabelscherm wordt weergegeven.
Berekeningen van complexe getallen worden weergegeven in overeenstemming met de instelling Complex in het setupmenu. (1 + i)4 + (1 − i)2 = -4 − 2i (Complex: a+bi)* -4 − 2i 1 1(i) #4 1 1(i) " 2∠45 = 2 + 2𝒊 (Angle Unit: Degree, Complex: a+bi) 2 + 2𝒊 2@1(∠) 45 2 + 2𝒊 = 2∠45 (Angle Unit: Degree, Complex: r∠θ) 2∠45 !2 !2 1(i) * Wanneer u een complex nummer verhoogt naar een gehele macht met de syntax (a+bi)n, kan de machtwaarde binnen het volgende bereik liggen: -1 × 1010 < n < 1 × 1010.
Om 3A + B op te slaan en dan de volgende waarden in te voegen om de berekening uit te voeren: A = 5, B = 10 36A(A) 6C(B) → 85 10 SOLVE gebruiken SOLVE gebruikt de wet van Newton om de oplossing van vergelijkingen te benaderen. Merk op dat SOLVE alleen in de modus Calculate kan worden gebruikt. SOLVE ondersteunt de invoer van vergelijkingen van de volgende formaten.
Als dit gebeurt, probeer dan een andere eerste waarde die dichter bij de oplossing ligt. • SOLVE kan mogelijk geen juiste oplossing vinden, zelfs als deze wel bestaat. • SOLVE gebruikt de methode van Newton, zodat zelfs in het geval er meerdere oplossingen bestaan, er slechts één wordt getoond. • Vanwege beperkingen in de wet van Newton, zijn oplossingen vaak moeilijk te verkrijgen voor de volgende soorten vergelijkingen: y = sin x, 𝑦 = 𝑒𝑥, 𝑦 = 𝑥.
uitvoeren van berekeningen op basis van de invoergegevens. Wat u moet doen om terug te keren naar de Statistiekeneditor van het statistische berekeningsscherm, is afhankelijk van het berekeningstype dat u hebt geselecteerd. Druk op V (Data) als u enkele-variabele hebt geselecteerd of op V (Data) als u gecombineerde-variabele hebt geselecteerd. Vb.
V (Summation) tot Aantal items: n* / Gemiddelde: − 𝑥 *, − 𝑦 / Populatievariantie: σ2x*, σ2y / Populatie standaardafwijking: σx*, σy / Voorbeeldvariantie: s2x*, s2y / Voorbeeld standaardafwijking: sx*, sy V (Variable) tot , tot Minimumwaarde: min(x)*, min(y) / Maximumwaarde: max(x)*, max(y) Wanneer de enkele-variabele statistische berekening is geselecteerd: V (Min/Max) , Wanneer een gecombineerde-variabele statistische berekening is geselecteerd: V (Min/Max) tot Eerste kwartiel: Q1* /
kwadratische regressie) kan ook worden berekend voor een waarde van y in de regressieformule. Vb. 4: Om de geschatte waarde voor y te bepalen als x = 160 in de regressieformule verkregen uit logaritmische regressie van de gegevens in vb. 3. Specificeer Fix 3 voor het resultaat. (Voer de volgende bewerking uit na de bewerkingen in vb. 3.) 8106.898 160V (Regression) (𝑦) Belangrijk: Regressiecoëfficiënt, correlatiecoëfficiënt en berekening van geschatte waarde kunnen veel tijd nemen bij veel gegevensitems.
00000000000000000000000000000000 ≦ x ≦ 01111111111111111111111111111111 Binair 10000000000000000000000000000000 ≦ x ≦ Negatief: 11111111111111111111111111111111 Positief: 00000000000 ≦ x ≦ 17777777777 Octaal Negatief: 20000000000 ≦ x ≦ 37777777777 -2147483648 ≦ x ≦ 2147483647 Decimaal Positief: 00000000 ≦ x ≦ 7FFFFFFF Hexadecimaal Negatief: 80000000 ≦ x ≦ FFFFFFFF Positief: De getalmodus van een specifieke invoerwaarde specificeren U kunt een speciaal commando invoeren dat direct volgt op een waarde om de
2. Selecteer het type berekening dat u wilt uitvoeren. Om dit berekeningstype te Doe dit: selecteren: Druk op (Simul Equation) en Stelsels van lineaire gebruik dan een cijfertoets ( tot vergelijkingen met twee, drie of ) om het aantal onbekenden op te vier onbekenden geven. Kwadratische vergelijkingen, Druk op (Polynomial) en gebruik kubische vergelijkingen en dan een cijfertoets ( tot ) om vierdemachtsvergelijkingen de polynomiale graad op te geven. 3.
-3 (y=) * De x- en y-coördinaten van het lokale minimum (of lokale maximum) van de functie y = ax2 + bx + c worden ook weergegeven, maar alleen als een kwadratische vergelijking is geselecteerd voor het berekeningstype. Matrixberekeningen Gebruik de Matrix-modus om berekeningen met matrices tot 4 rijen en 4 kolommen uit te voeren. Om een matrixberekening uit te voeren, gebruikt u de speciale matrixvariabelen (MatA, MatB, MatC, MatD) zoals weergegeven in het onderstaande voorbeeld.
4. Gebruik de Matrix Editor die verschijnt om de nieuwe elementen van de matrix in te voeren. Om de elementen van een matrixvariabele te wijzigen Druk op V (Edit Matrix) en selecteer dan op het menu dat verschijnt, de matrixvariabele die u wilt bewerken. Om de inhoud van de matrix variabele (of MatAns) te kopiëren 1. Gebruik de Matrix Editor om de matrix weer te geven die u wilt kopiëren. • Als u de inhoud van MatAns wilt kopiëren, voer dan het volgende uit om het MatAns scherm weer te geven: V (MatAns) .
Voorbeeld: Om een getallentabel te genereren voor de functies 1 1 𝑓 𝑥 = 𝑥2 + en g 𝑥 = 𝑥2 − voor het bereik -1 ≦ 𝑥 ≦ 1, oplopend in 2 2 stappen van 0,5 1. Druk op U, selecteer het pictogram van de Table-modus en druk dan op . 2. Configureer instellingen om een getallentabel te genereren van twee functies. @U(SETUP) (Table) (f(x),g(x)) 1 3. Voer 𝑥2 + in. 2 4. Voer 𝑥2 − 6 (x)" 1 2 6 (x)" 1 2 1 in. 2 5. Druk op .
Belangrijk: Functies die in deze modus worden ingevoerd, worden verwijderd wanneer de Input/Output-instellingen worden gewijzigd in de Table-modus. Vectorberekeningen Gebruik de Vector-modus om 2-dimensionale en 3-dimensionale vectorberekeningen uit te voeren. Om een vectorberekening uit te voeren, gebruikt u de speciale vectorvariabelen (VctA, VctB, VctC, VctD) zoals weergegeven in het onderstaande voorbeeld. Voorbeeld: (1, 2) + (3, 4) 1.
Om de inhoud van de vectorvariabele (of VctAns) te kopiëren 1. Gebruik de Vector Editor om de vector weer te geven die u wilt kopiëren.. • Als u de inhoud van VctAns wilt kopiëren, voer dan het volgende uit om het VctAns scherm weer te geven: V (VctAns) . 2. Druk op W en voer vervolgens één van de volgende toetsbewerkingen uit om de kopieerbestemming te bepalen: A(VctA), C(VctB), 0(VctC) of ;(VctD). • Dit zal de Vector Editor weergeven met de inhoud van de kopieerbestemming.
Om het ongelijkheidstype te wijzigen: Als u op V (Polynomial) drukt, verschijnt een dialoogvenster dat u kunt gebruiken om een ongelijkheidsgraad te selecteren. Door de graad van ongelijkheid te veranderen, worden alle waarden van alle Coëfficiënt Editor-coëfficiënten op nul gezet.
Het type verhoudingsexpressie wijzigen Druk op V (Select Type) en selecteer dan het gewenste type verhoudingsexpressie in het menu dat verschijnt. Verdelingsberekeningen U kunt de onderstaande procedures gebruiken om zeven verschillende types verdelingsberekeningen uit te voeren. 1. Druk op U, selecteer het pictogram van de Distribution-modus druk dan op . 2. Selecteer een verdelingsberekeningstype op het menu dat verschijnt.
Variabelen die invoer accepteren Hieronder vindt u de variabelen van de verdelingsberekening die invoerwaarden accepteren. Normal PD: x, σ, μ Normal CD: Lower, Upper, σ, μ Inverse Normal: Area, σ, μ (Staartinstelling altijd links.
2. Omdat u vier gegevens wilt invoeren (x) values, drukt u hier op (List). • Dit toont het lijstscherm. 3. Voer een waarde in voor x. 10 11 12 13 4. Druk op nadat u alle waarden hebt ingevoerd. • Dit toont het scherm voor het invoeren van de variabelen. 5. Voer waarden in voor N en p. 15 0.6 6. Druk op . • Hiermee keert u terug naar het Lijstscherm met het berekeningsresultaat voor elke xwaarde die wordt weergegeven in de P-kolom.
berekeningsformule (zoals 7+3, sin30, A1×2 enz.) zijn die niet wordt voorafgegaan door een gelijkheidsteken (=). Formule: een formule die begint met een gelijkheidsteken (=), zoals =A1×2, wordt uitgevoerd zoals deze geschreven is. Let op: Het invoeren van een constante in een cel zal 10 bytes geheugen innemen, ongeacht het aantal ingevoerde tekens. In het geval van een formule, kunt u maximaal 49 bytes in elke cel invoeren.
Relatieve celreferentie: De celreferentie (A1) in een formule zoals =A1+7 is een relatieve referentie, wat betekent dat deze wijzigt afhankelijk van de cel waar de formule staat. Als de formule =A1+7 zich bijvoorbeeld oorspronkelijk in cel B1 bevindt, zal het kopiëren en plakken naar cel C3 ervoor zorgen dat =B3+7 wordt ingevoerd in cel C3. Omdat de kopieer- en plakbewerking de formule één kolom (B naar C) en twee rijen (1 naar 3) verplaatst, verandert de relatieve A1-celreferentie in de formule naar B3.
Variabelen gebruiken (A, B, C, D, E, F, M, x, y) U kunt W gebruiken om de waarde van een cel toe te wijzen aan een variabele. U kunt ook @W(RECALL) gebruiken om de waarde die aan een variabele is toegekend in te voeren in een cel. Speciale commando’s van de Spreadsheet-modus gebruiken In de Spreadsheet-modus, kunnen de onderstaande commando’s worden gebruikt binnen formules of constanten. Deze commando’s bevinden zich op het menu dat verschijnt wanneer u op V drukt.
2. Druk op V (Fill Formula). • Hierdoor verschijnt een dialoogvenster Fill Formula. 3. Voer de volgende formule in de rij “Form”, in “=2A1–3”: 26A(A) 3 . • Invoer van het gelijkheidsteken (=) aan het begin is niet vereist. 4. Verplaats de markering naar de lijn “Range” en geef B1:B3 als het bereik van de batchinvoer. 2 5. Om de invoer toe te passen, drukt u op . • Hiermee wordt =2A1–3 ingevoerd in cel B1, =2A2–3 in cel B2 en =2A3–3 in cel B3.
2. Druk op (Universal) om een menu van wetenschappelijke constanten in de categorie Universeel weer te geven. 3. Druk op (c0) . 299792458 • De waarden zijn gebaseerd op door CODATA (2010) aanbevolen waarden. Metrische conversie U kunt de commando’s voor metrische conversie gebruiken om de ene meeteenheid om te zetten naar een andere. Voorbeeld: 5 cm omzetten in inches (LineI/LineO) 1. Voer de om te zetten waarde in en geef het menu voor de metrische conversie weer. 5@ (CONV) 2.
→ Controleer de invoerwaarden, verminder het aantal cijfers en probeer het nog eens. → Als u onafhankelijk geheugen gebruikt of een variabele als het argument van een functie, zorg er dan voor dat de geheugenwaarde of variabelewaarde binnen het toegestane bereik ligt van de functie. Stack ERROR • De berekening die u uitvoert heeft het bereik van het numeriek stapelgeheugen of het commandostapelgeheugen overschreden.
Memory ERROR (alleen Spreadsheet-modus) • U probeert gegevens in te voeren die groter zijn dan de toegelaten invoercapaciteit (1.700 bytes). • U probeert gegevens in te voeren die resulteren in een keten van opeenvolgende celreferenties (zoals cel A2 verwezen vanaf cel A1, cel A3 verwezen vanaf cel A2 enz.). Door dit type invoer wordt altijd deze fout gegenereerd, zelfs als de geheugencapaciteit (1.700 bytes) niet is overschreden.
1. Druk op @ (OFF) om de calculator uit te schakelen. • Om er zeker van te zijn dat u niet per ongeluk de spanning inschakelt terwijl u de batterij vervangt schuift u het harde etui op de voorkant van de calculator. 2. Verwijder het deksel zoals aangegeven in de afbeelding en verwijder de batterij. Plaats dan een nieuwe batterij met de pluszijde (+) en minzijde (−) in de juiste richting. 3. Plaats het deksel terug. Schroef Schroef Schroef fx-570EX fx-991EX 4.
-9,999999999 × 1099 ≦ x ≦ 230,2585092 0 ≦ x < 1 × 10100 |x| < 1 × 1050 |x| < 1 × 10100 ; x ≠ 0 |x| < 1 × 10100 0 ≦ x ≦ 69 (x is een geheel getal) 0 ≦ n < 1 × 1010, 0 ≦ r ≦ n (n, r zijn gehele getallen) nPr 1 ≦ {n!/(n−r)!} < 1 × 10100 0 ≦ n < 1 × 1010, 0 ≦ r ≦ n (n, r zijn gehele getallen) nCr 1 ≦ n!/r! < 1 × 10100 of 1 ≦ n!/(n−r)! < 1 × 10100 |x|, |y| ≦ 9,999999999 × 1099 Pol(x, y) 𝑥2 + 𝑦2 ≦ 9,999999999 × 1099 0 ≦ r ≦ 9,999999999 × 1099 Rec(r, θ) θ: Idem als sinx |a|, b, c < 1 × 10100 ; 0 ≦ b, c °’ ” De sec
2 jaar (op basis van een uur gebruik per dag) Energieverbruik: 0,0006 W (fx-570EX) Bedrijfstemperatuur: 0°C tot 40°C Afmetingen: fx-570EX: 13,8 (H) × 77 (B) × 165,5 (D) mm fx-991EX: 11,1 (H) × 77 (B) × 165,5 (D) mm Gewicht bij benadering: fx-570EX: 100 g inclusief de batterij fx-991EX: 90 g inclusief de batterij ■■ Veelgestelde vragen ■■ Hoe kan ik een resultaat in breuken als uitkomst van een deling omzetten in een decimale vorm? → Druk op B terwijl het resultaat van een breukberekening wordt weergegeven.
Referentieblad Wetenschappelijke constanten @ (CONST) (Universal) :/ : μ0 : lP : c0 : Z0 : tP : μB : G0 : e : KJ : me : mμ : re e: λCp h: μp k: μμ : mn : a0 : λC f: λCn i: μe a: mτ : u : k : c1 : F : Vm : c2 (Adopted Values) : g : KJ-90 : atm (Other) : t (Electromagnetic) (Atomic&Nuclear) (Physico-Chem) : h : ε0 : G : μN : Φ0 : RK : mp : α : γp g: R∞ j: μn : NA : R : σ : RK-90 Metrische conversie @ (CONV) (Length) (Area) (Volume) (Mass) (
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO., LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Casio-Platz 1 22848 Norderstedt, Germany www.casio-europe.com Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU. SA1501-A Printed in China © 2015 CASIO COMPUTER CO., LTD.