User manual - fx-570_991ES_PLUS

D-21
7 = 20 =
Om CALC te verlaten: A
Om A + B
i op te slaan en dan
'
3
+ i , 1 +
'
3
i te bepalen d.m.v.
polaire coördinaten ( r ) v
N2(CMPLX)
S-(A) +Se(B) W(
i )
12(CMPLX) 3( '
r )
s! 3 )= 1 =
s (of =) 1 =! 3 )=
Om CALC te verlaten: A
Let op: Vanaf het moment dat u op s drukt, totdat u CALC verlaat door
op A te drukken, moet u Lineaire weergave invoerprocedures gebruiken
voor invoer.
SOLVE gebruiken
SOLVE gebruikt de wet van Newton om de oplossing van vergelijkingen
te benaderen. Merk op dat SOLVE alleen in de COMP-modus kan worden
gebruikt ( N1).
Hieronder worden de soorten vergelijkingen beschreven waarvan de
oplossingen middels SOLVE kunnen worden verkregen.
Vergelijkingen die de variabele X bevatten: X
2
+ 2X – 2, Y = X + 5,
X = sin(M), X + 3 = B + C
SOLVE lost op voor X. Een uitdrukking zoals X
2
+ 2X – 2 wordt behandeld
als X
2
+ 2X – 2 = 0.
Vergelijkingeninvoer d.m.v. de volgende syntax: {vergelijking},
{oplossing variable}
SOLVE lost op voor Y, bijvoorbeeld, als een vergelijking wordt ingevoerd
als: Y = X + 5, Y
Belangrijk: • Als een vergelijking invoerfuncties bevat die een openingshaakje
bevatten (zoals sin en log), laat dan het sluitingshaakje niet weg.
• De volgende functies zijn binnen een vergelijking niet toegestaan: ,
d / dx ,
Σ , Pol, Rec.
Om
y = ax
2
+ b op te lossen voor x wanneer y = 0, a = 1, en b = –2
Sf(Y) Ss(=) S-(A)
S)(X) w+Se(B)
1s(SOLVE)
Vraagt voor invoer van een waarde voor Y Huidige waarde van Y
MathMath
Math
CMPLX
Math
CMPLX
MathMath
MathMath