D fx-570ES PLUS fx-991ES PLUS Gebruiksaanwijzing Wereldwijde Leerwebsite van CASIO http://edu.casio.com LEERFORUM CASIO http://edu.casio.
Inhoud Belangrijke informatie ............................................................. 2 Voorbeeldbewerkingen ........................................................... 2 De calculator initialiseren ....................................................... 2 Veiligheidsmaatregelen........................................................... 2 Voorzorgsmaatregelen ............................................................ 2 Verwijderen van het harde etui...............................................
Belangrijke informatie • De weergaven en illustraties (zoals toetsmarkeringen) die in deze Gebruikershandleiding staan, zijn slechts voor illustratieve doeleinden en kunnen afwijken van de werkelijke items die ze voorstellen. • De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande mededelingen worden gewijzigd. • CASIO Computer Co., Ltd.
• Gebruik geen oxyride batterij* voor dit product, of een andere batterij op nikkelbasis. Incompatibiliteit tussen zulke batterijen en de productspecificaties kunnen een kortere levensduur van de batterij en storing aan het product teweegbrengen. • Vermijd het gebruik en de opslag van de calculator op plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen en hoge vochtigheid en stof. • Stel de calculator niet bloot aan grote schokken, druk of buiging. • Probeer nooit de calculator open te maken.
Als de tekst van de toetsmarkering deze kleur is: Betekent dat het volgende: Geel Druk op 1 en daarna op de toets om de van toepassing zijnde functie in te schakelen. Rood Druk op S en daarna op de toets om de/het van toepassing zijnde variabele, constante of symbool in te voeren. Paars (of tussen paarse haakjes) Schakel naar de CMPLX-modus om de toegang tot de functie te krijgen. Groen (of tussen groene haakjes) Schakel naar de BASE-N-modus om de toegang tot de functie te krijgen.
RCL De calculator staat klaar voor invoer van een naam om de waarde van de variabele op te roepen. Deze indicator verschijnt als u op t drukt. STAT De STAT-modus van de calculator is ingeschakeld. CMPLX De CMPLX-modus van de calculator is ingeschakeld. MAT De MATRIX-modus van de calculator is ingeschakeld. VCT De VECTOR-modus van de calculator is ingeschakeld. 7 De default hoekeenheid is graden. 8 De default hoekeenheid is radialen. 9 De default hoekeenheid is gradiënten.
Genereren van een getallentabel op basis van een expressie N7(TABLE) Vectorberekeningen N8(VECTOR) Let op: De eerste default berekeningsmodus is de COMP-modus. Instellingen van de calculator configureren Voer eerst de volgende toetsbewerkingen uit om het setupmenu weer te geven: 1N(SETUP). Gebruik vervolgens c en f en de numerieke toetsen om de instellingen zo in te stellen als u wilt. Onderstreepte ( ___ ) instellingen zijn eerste defaults. 1MthIO 2LineIO Specificeert de weergaveopmaak.
Norm: Het selecteren van één van de twee beschikbare instellingen (Norm 1, Norm 2) bepaalt het bereik waarbinnen resultaten in een nietexponentieel formaat worden weergegeven. Buiten het gespecificeerde bereik worden resultaten door middel van een exponentieel formaat weergegeven.
een variabele (A, B, C, D, E, F, M, X, Y), wetenschappelijke constanten, π of e. 3 * Het sluitend haakje direct voor de = bewerking kan worden weggelaten. Invoervoorbeeld waarbij **2 en )*3 bewerkingen in het bovenstaande voorbeeld worden weggelaten. Math 4 s 30 )( 30 + 10 * 3 = Let op: • Als de berekening tijdens de invoer langer wordt dan het scherm breed is, zal het scherm automatisch naar rechts scrollen en de ] indicator zal in de display verschijnen. Als dit gebeurt kunt u naar links scrollen d.m.v.
11e Optellen, aftrekken (+, –) 12e Logische AND (and) 13e Logische OR, XOR, XNOR (or, xor, xnor) Invoer in Natuurlijke weergave Selecteren van de Natuurlijke weergave maakt het mogelijk breuken en bepaalde functies (log, x2, x3, x^, ), #, ", x−1, 10^, e^, ∫ , d/dx, Σ, Abs) in te voeren en weer te geven zoals ze zouden worden opgeschreven. 2+' 2 1+' 2 B Math ' 2 +! 2 ee 1 +! 2 = Belangrijk: • Bepaalde soorten expressies kunnen ervoor zorgen dat de formule groter is dan één displayregel.
Overschrijven invoermodus (alleen voor Lineaire weergave) U kunt zowel invoegen als overschrijven kiezen als invoermodus, maar alleen als de Lineaire weergave is geselecteerd. In de overschrijfmodus vervangt de tekst die u invoert de text op de positie van de cursor. U kunt tussen de invoeg- en overschrijfmodus wisselen door de volgende stappen uit te voeren: 1Y(INS). De cursor verschijnt als “I” in de invoegmodus, en als “ ” in de overschrijfmodus.
Let op: In de Natuurlijke weergave (MathO) zal het indrukken van 1= in plaats van = na het invoeren van een berekening, het resultaat in decimale vorm weergeven. Als hierna f wordt ingedrukt zal naar de breukvorm of de π vorm van het berekende resultaat gewisseld worden. De ' vorm van het resultaat zal in dit geval niet verschijnen. Basisberekeningen Breukberekeningen Merk op dat de wijze van invoer voor breuken anders is, afhankelijk van of u de Natuurlijke weergave of Lineaire weergave gebruikt.
het invoerformaat voor een sexagesimale waarde: {graden} $ {minuten} $ {seconden} $. Let op: U moet altijd iets invoeren voor de graden en minuten, ook al zijn ze nul. 2°20´30˝ + 39´30˝ = 3°00´00˝ 2 $ 20 $ 30 $+ 0 $ 39 $ 30 $= 3°0´0˝ Converteer 2°15´18˝ naar het decimale equivalent. 2 $ 15 $ 18 $= 2°15´18˝ (Converteert sexagesimaal naar decimaal.) $ 2.255 (Converteert decimaal naar sexagesimaal.
Herhalen Als er een berekeningsresultaat in de display staat, kunt u op d of e drukken om de expressie die u voor de vorige berekening hebt gebruikt, te bewerken. 4 × 3 + 2,5 = 14,5 b 4 * 3 + 2.5 = 4 × 3 − 7,1 = 4,9 (Doorgaan) dYYYY- 7.1 = 14.5 4.9 Let op: Als u een berekening wilt wijzigen als de ' indicator aan de rechterkant van een weergegeven berekeningsresultaat staat (zie “De display aflezen”), druk dan op A en gebruik daarna d en e om de berekening te scrollen.
0 1t(STO)l(M) 0 Om het resultaat van 10 × 5 aan M toe te voegen (Doorgaan) 10 * 5 l 50 Om het resultaat van 10 + 5 van M af te trekken (Doorgaan) 10+ 5 1l(M–) 15 (Doorgaan) tl(M) 35 Om de inhoud van M te wissen Om de inhoud van M op te vragen Let op: Variabele M wordt voor het onafhankelijke geheugen gebruikt. De inhoud van alle geheugens verwijderen Ans geheugen, onafhankelijk geheugen en variabele inhoud worden bewaard, zelfs als u A indrukt, de calculatormodus wijzigt, of de calculator uitzet.
: Functie om numerieke integratie uit te voeren d.m.v. de Gaussb Kronrod methode. Natuurlijke weergave invoersyntax is ∫a f (x), terwijl de Lineaire weergave invoer syntax is ∫ ( f (x) , a, b, tol). tol specificeert de tolerantie die 1 wordt × 10–5 als er geen waarde wordt gegeven voor tol. Zie ook “Integratie en differentiatie berekeningsvoorzorgsmaatregelen” en “Tips voor succesvolle integratieberekeningen” voor meer informatie. Zie 8.
Rnd : Het argument van deze functie wordt een decimale waarde en wordt dan afgerond in overeenstemming met de huidige cijferinstelling (Norm, Fix, of Sci). Met Norm 1 of Norm 2 wordt het argument op 10 cijfers afgerond. Met Fix en Sci wordt het argument op het gespecificeerde getal afgerond. Als bijvoorbeeld Fix 3 de display cijferinstelling is, wordt het resultaat van 10 ÷ 3 weergegeven als 3,333, terwijl de calculator intern een waarde van 3,33333333333333 (15 cijfers) aanhoudt voor berekeningen.
Als de integratiewaarden sterk fluctueren als gevolg van kleine veranderingen in de integratie-interval Verdeel de integratie-interval in meerdere delen (zodat de gebieden met grote fluctuatie worden opgebroken in gebieden met kleine fluctuatie), voer de integratie uit voor ieder deel en combineer de resultaten. f (x) 0 ∫ a x1 x2 x3 x4 b x b f(x)dx = a + ∫ b x4 ∫ x1 a f(x)dx + ∫ x2 x1 f(x)dx + ..... f(x)dx Voorbeelden bv s 30 )= sin−10,5 = 30° bv 1s(sin−1) 0.
e 8 ∫1ln(x) = 1 B 7iS)(X))e 1 eS5(e)= b 7iS)(X))1)(,) 1 1)(,)S5(e))= 1 1 9 Om de afgeleide te verkrijgen op het punt x = π/2 voor de functie y = sin(x) V B 17(F)sS)(X)) e'15(π)e 2 = b 17(F)sS)(X)) 1)(,)15(π)' 2 )= 0 0 5 10 Σ (x + 1) = 20 x =1 B b 1&(8)S)(X)+ 1 e 1 e 5 = 1&(8)S)(X)+ 1 1)(,) 1 1)(,) 5 )= 20 20 11 Om rechthoekige coördinaten (' 2,' 2 ) naar polaire coördinaten om te zetten v B 1+(Pol)! 2 e1)(,)! 2 e)= r=2, =45 b 1+(Pol)! 2 )1)(,)! 2 ))= r= 2 = 45 Om polaire coördinaten (' 2 , 45
16 Om het aantal mogelijke permutaties en combinaties te bepalen als u 4 mensen uit een groep van 10 selecteert Permutaties: Combinaties: 10 1*(nPr) 4 = 10 1/(nCr) 4 = 5040 210 17 Om de volgende berekeningen uit te voeren als Fix 3 is geselecteerd voor het aantal weer te geven cijfers: 10 ÷ 3 × 3 en Rnd(10 ÷ 3) × 3 b 1N(SETUP)6(Fix)3 10 / 3 * 3 = 10(Rnd) 10 / 3 )* 3 = 10.000 9.
Om de absolute waarde en het argument te verkrijgen van 1 + i Bv Absolute waarde: 1w(Abs) 1 +W(i)= Argument: 12(CMPLX)1(arg)1+W(i))= ' 2 45 Een commando gebruiken om de opmaak voor berekeningsresultaten te specificeren Elk van de twee speciale commando’s ('r∠ of 'a+bi) kan aan het einde van een berekening worden ingevoerd om de weergaveopmaak van de berekeningsresultaten weer te geven. Het commando heeft een hogere prioriteit dan de opmaakinstelling voor complexe getallen van de calculator.
Math 7 = 20 = Om CALC te verlaten: A Om A + Bi op te slaan en dan ' 3 + i, 1 + ' 3 i te bepalen d.m.v. polaire coördinaten (r∠ ) v N2(CMPLX) S-(A)+Se(B)W(i) 12(CMPLX)3('r∠ ) CMPLX Math s! 3 )= 1 = s (of =) 1 =! 3 )= Om CALC te verlaten: A Let op: Vanaf het moment dat u op s drukt, totdat u CALC verlaat door op A te drukken, moet u Lineaire weergave invoerprocedures gebruiken voor invoer. SOLVE gebruiken SOLVE gebruikt de wet van Newton om de oplossing van vergelijkingen te benaderen.
Math 0 = 1 =- 2 = Huidige waarde van X Math Voer een eerste waarde voor X in (Hier, invoer 1): 1= Om SOLVE te verlaten: A Oplossing scherm Let op: Vanaf het moment dat u op 1s(SOLVE) drukt, totdat u SOLVE verlaat door op A, te drukken, moet u Lineaire weergave invoerprocedures gebruiken voor invoer. Belangrijk: • Afhankelijk van wat u invoert voor de eerste waarde van X (oplossingafhankelijk), kan SOLVE mogelijk geen oplossing verkrijgen.
Math 1s(SOLVE) Math 3= Math Voer een eerste waarde voor X in (Hier, invoer 1): 1= Math = 7 == Math = 13 == Statistische berekeningen (STAT) Voer de volgende toetshandelingen uit om een statistische berekening uit te voeren N3(STAT) om de STAT-modus te activeren en gebruik het scherm dat verschijnt om het type berekening dat u wilt uitvoeren te selecteren.
Gegevens invoeren G e b r u i k d e S t a t E d i t o r o m g e g eve n s i n t e vo e r e n . Vo e r d e volgende toetsbewerkingen uit om de Stat Editor weer te geven: 11(STAT)2(Data). De Stat Editor heeft 80 rijen voor gegevensinvoer bij alleen een X-kolom, 40 rijen bij een X en FREQ-kolom of X en Y-kolom, of 26 rijen bij een X, Y en FREQ-kolom. Let op: Gebruik de FREQ (frequentie) kolom om de hoeveelheid (frequency) identieke gegevensitems in te voeren.
Som: Σx2*, Σx*, Σy2, Σy, Σxy, Σx3, Σx2y, Σx4 11(STAT) 3(Sum) 1 tot 8 Aantal Items: n*, Gemiddelde: o*, p, Standaard deviatie van populatie: σx*, σy, Standaard deviatie van steekproef: sx*, sy 11(STAT) 4(Var) 1 tot 7 Regressiecoëffieciënten: A, B, Correlatiecoëfficiënt: r, Geschatte waarden: m, n 11(STAT) 5(Reg) 1 tot 5 Regressiecoëfficiënten voor kwadratische regressie: A, B, C, Geschatte waarden: m1, m2, n 11(STAT) 5(Reg) 1 tot 6 • Zie voor de regressieformules de tabel aan het begin van deze afdeling.
N3(STAT)2(A+BX) 20 = 110 = 200 = 290 =ce 3150 = 7310 =8800 = 9310= STAT FIX A11(STAT)5(Reg)3(r)= A11(STAT)1(Type)4(In X) A11(STAT)5(Reg)3(r)= A11(STAT)5(Reg)1(A)= A11(STAT)5(Reg)2(B)= Resultaten: Lineaire Regressie Correlatie Coëfficiënt: 0,923 Logaritmische Regressie Correlatie Coëfficiënt: 0,998 Logaritmische regressieformule: y = –3857,984 + 2357,532lnx Geschatte waarden berekenen Op basis van de regressieformule die is verkregen door de gecombineerdevariabele statistische berekening, kan de geschatt
5 Voor de enkel-variabele gegevens {xn ; freqn} = {0;1, 1;2, 2;1, 3;2, 4;2, 5;2, 6;3, 7;4, 9;2, 10;1}, om de genormaliseerde variabele te bepalen ('t) wanneer x = 3, en P(t) op dat punt tot drie decimale plaatsen (Fix 3).
Let op: • Gebruik de volgende toetsen om de letters A t/m F in te voeren voor hexadecimale waarden: -(A), $(B), w(C), s(D), c(E), t(F). • In de BASE-N-modus is de invoer van fractionele (decimale) waarden en exponenten niet ondersteund. Als een berekening een fractioneel deel heeft wordt dit weggelaten. • Het invoer- en uitvoerbereik is 16 bits voor binaire waarden en 32 bits voor andere soorten waarden. Hieronder staan details over invoer- en uitvoerbereiken.
het menu dat verschijnt als u op 13(BASE) drukt om deze logische operanden en functies in te voeren. Alle volgende voorbeelden zijn in de binaire modus uitgevoerd (l(BIN)).
• Door op A te drukken worden alle coëfficiënten op nul gezet. Belangrijk: De volgende bewerkingen worden niet ondersteund door de Coëfficiënt Editor: m, 1m(M–), 1t(STO). Pol, Rec, en multistatements kunnen ook niet worden ingevoerd met de Coëfficiënt Editor. 4. Als alle waarden zijn zoals u ze wilt, druk dan op =. • Dit zal een oplossing weergeven. Steeds als u = indrukt zal er een andere oplossing worden weergegeven.
x2 – 2' 2x + 2 = 0 B N5(EQN)3(aX2 + bX + c = 0) 1 =- 2 ! 2 )= 2 == (X=) ' 2 x3 – 2x2 – x + 2 = 0 N5(EQN)4(aX3 + bX2 + cX + d = 0) 1 =- 2 =- 1 = 2 == c c (X1=) –1 (X2=) 2 (X3=) 1 Matrixberekeningen (MATRIX) Gebruik de MATRIX-modus om berekeningen met matrices tot 3 rijen en 3 kolommen uit te voeren. Om een matrixberekening uit te voeren kent u eerst data toe aan speciale matrixvariabelen (MatA, MatB, MatC) en gebruikt de variabelen dan in de berekening, zoals in het onderstaand voorbeeld.
7. Voer de volgende berekening uit (MatA+MatB): A14(MATRIX)3 (MatA)+14(MATRIX)4(MatB)=. MAT MAT → Matrix Answer Memory Als het resultaat van een berekening die is uitgevoerd in de MATRIXmodus een matrix is, zal het MatAns scherm verschijnen met het resultaat. Het resultaat zal ook worden toegekend aan een variabele met de naam “MatAns”.
Om de inhoud van de marix variabele (of MatAns) te kopiëren: 1. Gebruik de Matrix Editor om de matrix weer te geven die u wilt kopiëren. • Als u bijvoorbeeld MatA wilt kopiëren, voer dan de volgende toetsbewerkingen uit: 14(MATRIX)2(Data)1(MatA). • Als u de inhoud van MatAns wilt kopiëren, voer dan het volgende uit om het MatAns scherm weer te geven: A14(MATRIX)6(MatAns)=. 2.
Genereren van een getallentabel uit een functie (TABLE) TABLE genereert aan getallentabel voor x en f(x) met gebruik van een ingevoerde f(x) functie. Voer de volgende stappen uit om een getallentabel te genereren. 1. Druk op N7(TABLE) om de TABLE-modus te activeren. 2. Voer een functie in in het formaat f(x), middels de X variabele. • Zorg ervoor dat de X-variabele (S)(X)) wordt ingevoerd als u een getallentabel genereert. Elke andere variabele dan X wordt beschouwd als een constante.
Belangrijk: De functie die u invoert voor het genereren van de getallentabel wordt gewist als u het setupmenu weergeeft in de TABLE-modus en wisselt tussen Natuurlijke weergave en Lineaire weergave. Vectorberekeningen (VECTOR) Gebruik de VECTOR-modus om 2-dimensionale en 3-dimensionale vectorberekeningen uit te voeren.
Data van de vector variabele toekennen en wijzigen Belangrijk: De volgende bewerkingen worden niet ondersteund door de Vector Editor: m, 1m(M–), 1t(STO). Pol, Rec, en multi-statements kunnen ook niet worden ingevoerd met de Vector Editor. Om nieuwe data aan een vector variabele toe te wijzen: 1. Druk op 15(VECTOR)1(Dim), en selecteer vervolgens in het menu dat verschijnt, de vector variabele waaraan u data wilt toekennen. 2. Selecteer dimensie in het menu dat verschijnt (m). 3.
VCT -VctB= 4 VctA • VctB (Vector inprodukt) VCT AVctA15(VECTOR)7(Dot)VctB= 5 VctA × VctB (Vector uitprodukt) VCT AVctA*VctB= 6 Verkrijg de absolute waarden van VctC. VCT A1w(Abs)VctC)= 7 Bepaal de hoek die wordt gemaakt door VctA en VctB op drie decimalen (Fix 3).
Om de wetenschappelijke constante C0 in te voeren (snelheid van het licht in een vacuum), en de waarde weer te geven A17(CONST) Math 28(C0)= Om te berekenen C0 = 1 ε0μ0 B Math A' 1 c!17(CONST)32(ε0) 17(CONST)33( 0)= Hieronder staan de 2-cijferige nummers voor elk van de wetenschappelijke constanten.
37: (Z0) karakteristieke impedantie van vacuum 38: (t) Celsius temperatuur 39: (G) Newton’s gravitatie constante 40: (atm) standaard atmosfeer De waarden zijn gebaseerd op door CODATA aanbevolen waarden (maart 2007). Metrische conversie De ingebouwde commando’s voor metrische conversie maken het eenvoudig om waarden van een eenheid om te zetten naar een andere. U kunt de commando’s voor metrische conversie in iedere berekeningsmodus gebruiken, behalve BASE-N en TABLE.
33: kgf • m ' J 34: J ' kgf • m 35: lbf/in2 ' kPa 36: kPa ' lbf/in2 37: °F ' °C 38: °C ' °F 39: J ' cal 40: cal ' J Gegevens voor conversieformules zijn gebaseerd op de “NIST Special Publication 811 (1995)”. Let op: Het J'cal commando voert conversie uit voor waarden bij een temperatuur van 15°C.
tanh–1x 0 |x| 9,999999999 × 10 –1 logx/lnx 0 x 9,999999999 × 1099 10x –9,999999999 × 1099 x 99,99999999 ex –9,999999999 × 1099 x 230,2585092 x ' 0 x 1 × 10100 x2 x –1 3 ' x x! |x| 1 × 1050 |x| 1 × 10100 ; x G 0 |x| 1 × 10100 0 x 69 (x is een geheel getal) nPr 0 n 1 × 1010, 0 r n (n, r zijn gehele getallen) 1 {n!/(n–r)!} 1 × 10100 nCr 0 n 1 × 1010, 0 r n (n, r zijn gehele getallen) 1 n!/r! 1 × 10100 of 1 n!/(n–r)! 1 × 10100 Pol(x, y)
• Het bereik voor berekeningsresultaten dat kan worden weergegeven in π vorm in de Natuurlijk weergave, is |x| 106. Merk echter op dat de interne berekeningsfout het onmogelijk kan maken om sommige berekeningen in de π vorm weer te geven. Het kan ook berekeningsresultaten die in decimale vorm zouden moeten, weergeven in π vorm. Fouten De calculator zal een foutmelding geven als er om wat voor reden dan ook een fout optreedt tijdens een berekening.
Stack ERROR Oorzaak: • De berekening die u uitvoert heeft het bereik van het numeriek stapelgeheugen of het commandostapelgeheugen overschreden. • De berekening die u uitvoert heeft het bereik van het matrix- of vectorstapelgeheugen overschreden. Actie: • Vereenvoudig de berekeningsexpressie zodat hij het bereik van het stapelgeheugen niet overschrijdt. • Probeer de berekening in twee of meer delen op te splitsen. Syntax ERROR Oorzaak: Er is een probleem met de opmaak van de berekening die u uitvoert.
Voordat u denkt dat de calculator stuk is... Voer de volgende stappen uit als er een fout optreedt tijdens een berekening of wanneer rekenresultaten niet naar verwachting zijn. Mocht één stap het probleem niet oplossen, ga dan door naar de volgende stap. Merk op dat u gescheiden kopieën dient te maken van belangrijke gegevens voordat u deze stappen uitvoert. 1. Controleer de berekeningsexpressie om er zeker van te zijn dat deze geen fouten bevat. 2.
4. Initialiseer de calculator: O19(CLR)3(All)=(Yes) • Sla de bovenstaande stap niet over! Specificaties Stroomvereisten: fx-570ES PLUS: AAA batterij R03 (UM-4) × 1 fx-991ES PLUS: Ingebouwde zonnecel; knoopcelbatterij LR44 (GPA76) × 1 Geschatte levensduur van de batterij: fx-570ES PLUS: 17.
Als dit ) niet wordt ingedrukt na het argument om de haakjes te sluiten, kunnen ongewenste waarden of expressies als deel van het argument worden meegenomen. Voorbeeld: (sin 30) + 15 v Ouder (S-VPAM) Model: s 30 + 15 = Natuurlijke Tekstboekweergave model:bs 30 )+ 15 = 15.5 15.5 Het niet indrukken van ) zoals hier onder weergegeven zal resulteren in de berekening van sin 45. s 30 + 15 = 0.
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO., LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Casio-Platz 1 22848 Norderstedt, Germany Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.