User manual - fx-991ES
D-15
toets om de uitdrukking uit te voeren. De calculator beoordeelt zelf
automatisch de prioriteitsvolgorde van de berekeningen voor het
optellen, aftrekken, vermenigvuldiging en delen, functies en haakjes.
Voorbeeld: 2 (5 + 4) – 2 × (–3) =
LINE
2(5+4)-
2*y3=
Invoeren van een functie met haakjes
Wanneer u een van de hieronder aangegeven functies invoert wordt
deze automatisch ingevoerd met het karakter voor het openen van
de haakjes (
(
). Vervolgens dient u dan het argument in te voeren en
daarna het karakter voor het sluiten van de haakjes (
)
).
sin(, cos(, tan(, sin
–1
(, cos
–1
( , tan
–1
(, sinh(, cosh(, tanh(, sinh
–1
(,
cosh
–1
(, tanh
–1
(, log(, ln(, e^(, 10^(, '(,
3
'(, Abs(, Pol(, Rec(,
∫(, d/dx(, Σ(, P(, Q(, R(, arg(, Conjg(, Not(, Neg(, det(, Trn(, Rnd(
Voorbeeld: sin 30 =
LINE
s30)=
Door op s te drukken wordt “sin(” ingevoerd.
•Merk op dat de invoerprocedure anders is als u het wiskundig
formaat wilt gebruiken. Zie “Invoeren met het wiskundig formaat”
op pagina D-19 voor nadere informatie.
Achterwege laten van het vermenigvuldigingsteken
U kunt het vermenigvuldigingsteken (×) in elk van de volgende
gevallen achterwege laten.
•Voor het karakter voor haakjes openen (
(
): 2 × (5 + 4), enz.
•Voorafgaand aan een functie met haakjes:
2 × sin(30), 2 × '(3), enz.
•Voorafgaande aan een voorvoegselsymbool (met uitzondering van
het min-teken): 2 × h123, enz.
•Voorafgaande aan de naam van een variabele, een constante of
een willekeurig getal (random getal): 20 × A, 2 × π, 2 × i , enz.










