User manual - fx-9860GII_Soft
1-10
3. Gebruik de cursortoetsen (f, c) om de commandocategorie te markeren; en vervolgens 
te drukken op 1(EXE) of w.
 •  Naar aanleiding hiervan wordt een lijst met commando’s weergegeven, in de categorie die 
u selecteerde.
4. Druk op de eerste letter van het commando dat u wilt invoeren. Dit geeft het eerste 
commando weer dat begint met die letter.
5. Gebruik de cursortoetsen (f, c) om de commandocategorie te markeren; en vervolgens 
te drukken op 1(INPUT) of w.
Voorbeeld  De catalogus gebruiken om het commando ClrGraph in te voeren
     A!e(CATALOG) I(C) c~ cw
  Drukken op J of !J(QUIT) sluit de catalogus.
  4. De Math invoer/uitvoer modus gebruiken
   Belangrijk! 
  • De fx-7400G 
II  en fx-9750G II  zijn niet uitgerust met een Math invoer/uitvoer modus. 
  Wanneer u in het configuratiescherm “Math” als “Input/Output” modus selecteert (zie pagina 
1-30), wordt de Math invoer/uitvoer modus ingeschakeld. Hier kunt u bepaalde functies 
weergeven en in natuurlijke schrijfwijze intoetsen zoals die in uw handboek staan. 
  • De bewerkingen in dit deel worden uitgevoerd in de Math invoer/uitvoer modus.
  - De oorspronkelijke standaardinstelling voor de fx-9860G 
II  SD/fx-9860G II /fx-9860G AU 
PLUS is de Math invoer/uitvoer modus. Als u de Lineaire invoer/uitvoer modus wijzigt, 
schakel terug naar de Math invoer/uitvoer modus voordat u bewerkingen uitvoert in dit 
deel. Zie “Werken met het configuratiescherm” (pagina 1-27) voor informatie over hoe te 
schakelen tussen de modi. 
  - De oorspronkelijke standaardinstelling voor de fx-9860G SD/fx-9860G/fx-9860G AU is 
de Lineaire invoer/uitvoer modus. Schakel naar de Math invoer/uitvoer modus vooraleer 
bewerkingen uit te voeren in dit deel. Zie “Werken met het configuratiescherm” (pagina 
1-27) voor informatie over hoe te schakelen tussen de modi. 
  • In de Math invoer/uitvoer modus worden alle gegevens in invoegmodus (niet in 
overschrijfmodus) ingevoerd. Let op: de bewerking !D(INS) (zie pagina 1-6) die u in 
de Lineaire invoer/uitvoer modus gebruikt om gegevens in invoegmodus in te voeren, heeft 
een totaal andere functie in de Math invoer/uitvoer modus. Meer informatie vindt u onder 
“Waarden en uitdrukkingen gebruiken als argumenten” (pagina 1-14).
  • Tenzij uitdrukkelijk ander aangegeven, worden alle bewerkingen in dit deel in de modus 
 RUN • MAT  uitgevoerd. 










