Operation Manual

29
6b Hellingen bij parametervoorstellingen
Om de hellingen te kunnen aflezen zet je in
SETUP=
L p
de optie Derivative op On.
Via Trace=
q
krijg je behalve de coördinaten ook de
hellingen.
Maar het leest niet erg eenvoudig af, zie tweede afbeelding.
Je kunt ook een tabel laten maken door
p
Table 7
te
kiezen. Type moet dan op Param staan en niet op Y=
Je ziet in die tabel bij elk waarde van T achtereenvolgens
de waarden van x en y en de waarden van de afgeleide
d
d
x
t
,
de afgeleide
d
d
y
t
en de helling
d
d
y
x
.
Met de cursor kun je naar rechts, naar de kolommen die
niet in beeld zijn, de T kolom blijft steeds staan.
De waarden van T (alleen de T) kun je veranderen.
De cursor stond op T = 0 en gaf bij de hellingen ERROR.
Voor T is toen 0,00000001 gekozen. De helling 0,00000003
is bij benadering de helling bij T = 0
6c Poolvoorstelling
Bij het invoeren van grafieken in
p
Graph 5
of
p
Table 7
kun je voor elke grafiek een ander type
kiezen.
Bij het werken met een poolvoorstelling typ je
TYPE=
e
r =
w
De toets
f
geeft nu de parameter θ.
De kromme wordt geplot door op
l
of Draw=
u
te
drukken.
Bij V-Window moet je na Yscale nu ook de θmin, max en
pitch instellen.
Voor grafiek r1 kun je bij V-Window de instelling INIT=
q
kiezen voor een mooie cirkel.
De grafiek van r2 geeft is een spin, maar alleen als je de
V-Window hiernaast exact overneemt. Zet eerst r1 uit via
selecteren.
En zet bij SET UP Angle op radialen.