Operation Manual
26
4g Met matrices een stelsel vergelijkingen op lossen
Matrices worden ook gebruikt bij het oplossen van een stelsel
vergelijkingen.
De belangrijkste techniek is het vegen van matrices.
Voer eerst in de matrix
−−
−
=
0
21
19
3
5
3
4
1
1
0
1
2
F
Met Ref Mat F wordt matrix F in de rij echelon vorm omgezet.
p
Run-Martix 1
i
MAT=
w
►=
u
Ref=
r
►=
u
Mat=
q a F
Met Rref Mat F wordt matrix F in de gereduceerde rij echelon
vorm omgezet.
Typ p
Run-Martix 1
i
MAT=
w
►=
u
Rref=
y
►=
u
Mat=
q a
F
Deel 5
Rijen en recursie
5a Rijen met directe formule
Je kunt in de GR van een rij een directe formule invoeren.
Typ
p
Recursion 8
TYPE=
e
a
n
=
q
Typ SET=
y
om de startwaarde en eindwaarde voor n in te
voeren.
De variabele n voer je in met
q
of met
r
Typ TABL=
u
om een tabel te krijgen.
Omdat in de SETUP de somrij aangezet is, krijg je die
steeds ernaast.
Daarna kun je eventueel met G-PLT=
u
een grafiek bij de
rij plotten. Maak een keus voor de rij a
n
of voor de somrij Σa
n
Hiernaast zie je het invoerscherm, de tabel en een grafiek bij
de rij a(n) = 2n - 1
Bij OS 2.0 Knippen en plakken kan ook, net als bij
grafieken.
Na
o
►=
u
RECR=
w
FORM=
q
is a
n
,
a
n+1
en a
n+2
in een formule krijgen.