Operation Manual

13
2i Hellingen
De gemiddelde helling van een grafiek tussen twee punten
kun je in
p
Run-Martix 1
berekenen.
Voer Y1=
xx 5
3
in bij
p
Graph 5
of
Table 7
Typ
p
Run-Martix 1
We willen de gemiddelde helling berekenen tussen x=4 en
x=4,001
Maak eerst een breuk met
z
en vul dan alles in, zoals in de
afbeelding hiernaast. Y1 krijg je met
o
GRPH=
r
Y=
q
en dan 1
De helling van een grafiek in een punt (bijvoorbeeld met x=4)
kun je op meerdere manieren berekenen.
Dit heet ook wel de richtingscoëfficiënt van de raaklijn.
Dit kan via
p
Run-Martix 1
MATH=
r
, d/dx=
r
In het eerste rechthoekje vul je het functievoorschrift of Y1 in,
in het tweede rechthoekje vul je 4 in.
In
p
Table 7
kun je een tabel met hellingen laten
maken.
Typ SET UP=
L p
Zet de cursor op derivative en zet deze op ON.
Plot een tabel. Bij elke x-coördinaat in de tabel wordt nu bij Y
de functiewaarde en bij Y’ (een benadering van) de helling
gegeven.
In de derde kolom is het antwoord 43 van de vorige
afbeelding weer te zien.
In het
p
Graph 5
is bij de grafiek soms de helling van de
grafiek in een punt weergegeven bij dY/dX.
Een hellinggrafiek plotten gaat als volgt in
p
Graph 5
Y1= d/dx d/dx krijg je nu via
i
CALC=
w
d/dx=
q
dan
xx 5
3
en dan in het tweede vierkantje een
x
Wil je de grafiek en de afgeleide samen plotten, neem dan
Y2=
xx 5
3
Typ Y3 in zoals op de afbeelding hiernaast.
Y2 krijg je als de cursor achter het =teken staat met Y=
q
en dan 2
Y3 is nu ook de hellingsfunctie, net als Y1