User Manual

Table Of Contents
2-56
u Dotproduct [OPTN]-[MAT]-[DotP]
Voorbeeld Het dotproduct van de twee onderstaande vectoren bepalen
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
2(DotP)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
u Kruisproduct [OPTN]-[MAT]-[CrsP]
Voorbeeld Om het kruisproduct van de twee onderstaande vectoren te bepalen
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
3(CrsP)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
u Hoek gevormd door twee vectoren [OPTN]-[MAT]-[Angle]
Voorbeeld Voor het bepalen van de hoek die door twee vectoren wordt gevormd
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
4(Angle)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
u Eenheidsvector [OPTN]-[MAT]-[UntV]
Voorbeeld Bepaal de eenheidsvector van de onderstaande vector
Vct A = [ 5 5 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
5(UntV)1(Vct)av(A))w
u Vectornorm (Grootte) [OPTN]-[MAT]-[Norm]
Voorbeeld Voor het bepalen van de vectornorm (grootte)
Vct A = [ 1 3 ]
K2(MAT)6(g)6(g)6(g)
1(Norm)6(g)6(g)6(g)
1(Vct)av(A))w
U kunt de opdracht “Norm” gebruiken voor het berekenen van de norm van een matrix.