User Manual

2-25
De rechterkant, variabele, ondergrens en bovengrens mogen worden weggelaten.
“linkerkant [=rechterkant]” is de expressie die moet worden opgelost. Ondersteunde
variabelen zijn A tot Z,
r , en
θ
. Als de rechterkant wordt weggelaten, wordt de oplossing
bereikt door de rechterkant te beschouwen als = 0.
De variabele bepaalt de variabele in de expressie die wordt opgelost voor (A tot Z,
r ,
θ
).
Door een variabele weg te laten wordt X gebruikt als de variabele.
De ondergrens en bovengrens bepalen het interval van de oplossing. U kunt een waarde of
een expressie invoeren als het interval.
De volgende functies kunnen niet binnen de argumenten worden gebruikt.
Solve(,
d
2
/ dx
2
(
, FMin(, FMax(, Σ (
Het formaat ListAns kant tegelijkertijd tot 10 resultaten weergeven.
Het bericht “No Solution” wordt weergegeven als er geen oplossing is.
Het bericht “More solutions may exist.” wordt weergegeven als er meerdere oplossingen
bestaan dan degene weergegeven door SolvN.
Voorbeeld Los de functie
x
2
– 5 x – 6 = 0
K4(CALC) * 5(SolvN)
vx-fv-g)w
* fx-7400GIII : 3(CALC)
J
k Berekenen van een eerste afgeleide [OPTN] - [CALC] - [ d / dx ]
Om een eerste afgeleide te berekenen, kunt u kiezen tussen twee formules.
K4(CALC) * 2( d / dx ) f ( x ) ,a ,tol ) * fx-7400GIII : 3(CALC)
(
a : punt waarvan u de afgeleide wilt bepalen, tol: tolerantie)
Het afgeleid getal is als volgt gedefinieerd:
In deze definitie wordt een voldoende klein genomen Ax , waarna een benadering van f
'
( a )
wordt berekend als volgt:
Om een zo groot mogelijke nauwkeurigheid te geven, wordt de numerieke
benaderingsmethode gebruikt.
d
/
dx
(
f
(
x
)
,
a
)
f
(
a
)
dx
d
f
(
a
+
A
x
)–
f
(
a
)
f
(
a
) = lim
–––––––––––––
A
x
A
x
0
'
f
(
a
+
A
x
)–
f
(
a
)
f
(
a
)
–––––––––––––
A
x
'