Operation Manual
1-1717
I Resultaten weergeven in de Math invoer/uitvoer modus
Breuken, matrices, en lijsten die in de Math invoer/uitvoer modus worden aangemaakt,
worden in natuurlijke schrijfwijze weergegeven, zoals die in uw handboek staan.
Voorbeeldweergave van resultaten
• Breuken worden weergegeven als onechte breuken of als gemengde breuken, afhankelijk
van de instelling “Frac Result” in het configuratiescherm. Zie “Werken met het
configuratiescherm” (pagina 1-27) voor nadere details.
• Matrices worden weergegeven in natuurlijke notatie, tot 6 × 6. Een matrix met meer dan zes
rijen of kolommen wordt weergegeven in het scherm MatAns, dat ook in de Lineaire invoer/
uitvoer modus wordt gebruikt.
• Lijsten worden weergegeven in natuurlijke notatie tot 20 elementen. Een lijst met meer dan
20 elementen wordt weergegeven in het scherm ListAns, dat ook in de Lineaire invoer/
uitvoer modus wordt gebruikt.
• Een pijl naar links, naar rechts, omlaag of omhoog betekent dat meer gegevens staan in de
door de pijl aangegeven richting.
Met de cursortoetsen kunt u in het scherm bladeren en de gewenste gegevens bekijken.
• Als u drukt op (DEL)(DEL
•
L) terwijl een resultaat is geselecteerd, worden het
resultaat en de gebruikte berekening gewist.
• Het vermenigvuldigingsteken mag niet worden weggelaten direct vóór een onechte breuk of
een gemengde breuk. Voer in dit geval altijd het vermenigvuldigingsteken in.
Voorbeeld:
AA6D
• ,, V of (
x
–1
) intoetsen kan niet onmiddellijk gevolgd worden door opnieuw
intoetsen van ,, V of (
x
–1
). Gebruik in dit geval haakjes om de toetscombinaties
gescheiden te houden.
Voorbeeld: (3 (3(3
2
)
–1
BV(x
–1
)
I Geschiedenisfunctie
De geschiedenisfunctie bewaart de geschiedenis van rekenuitdrukkingen en resultaten van
de Math invoer/uitvoer modus. Er worden maximaal 30 paar rekenuitdrukkingen en resultaten
bewaard.