User Manual
6-37
One-Way ANOVA
Line 1 (A) .......... Factor A
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 2 (ERR) ..... Fout
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde
Two-Way ANOVA
Line 1 (A) .......... Factor A
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 2 (B) .......... Factor B
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde, F -waarde, p -waarde
Line 3 (AB) ........ Factor A × Factor B
df waarde, SS waarde, MS waarde, F waarde, p -
waarde
* Line 3 wordt niet weergegeven als er slechts één waarneming is in
elk element.
Line 4 (ERR) ..... Fout
df -waarde, SS -waarde, MS -waarde
F ...................... F -waarde
p ....................... p -waarde
df ...................... aantal vrijheidsgraden
SS ..................... som van de kwadraten
MS ................... gemiddelde kwadraten
Met de tweedimensionale variantieanalyse (Two-Way ANOVA) kunt u interactieve
puntgrafieken tekenen. Het aantal grafieken hangt af van Factor B, terwijl het aantal
waarnemingsgetallen op de X-as afhangt van Factor A. De Y-as is het gemiddelde van elke
categorie.
Na het tekenen van een grafiek kunt u de volgende functies voor het onderzoek van de grafiek
uitvoeren.
• 1(Trace) of !1(TRCE) ... Functie Trace
Druk op d of op e om de cursor in de grafiek in de gewenste richting te verplaatsen. Als
er meerdere grafieken op het scherm staan, kunt u tussen de grafieken bewegen door te
drukken op f en op c.
• Grafieken kunt u alleen tekenen met de tweedimensionale variantieanalyse (Two-Way
ANOVA). Het weergavevenster (V-Window) wordt automatisch ingesteld, ongeacht de
instellingen in het configuratiescherm.
• Met de functie Trace kunt u het aantal voorwaarden automatisch opslaan in lettervariabele
A, en de gemiddelde waarde in variabele M.