Operation Manual

D-2424
3. Om te verifiëren, druk op U.
U kunt de volgende expressies invoeren voor verificatie in de VERIFY
Modus.
• Gelijkheden of ongelijkheden die één relationele operator bevatten
4 =
16
, 4 p 3, P 3, 1+2 5, (3 s 6) (2+6) s 2, etc.
• Gelijkheden of ongelijkheden die meerdere relationele operatoren bevatten
11 1 1+1, 3 P4, 2
2
= 2+2 = 4, 2+2 = 4 6, 2+3 = 5 p2+5 = 8, etc.
Let op: • Het verificatieresultaat zal 1 toewijzen aan Ans geheugen indien
TRUE en 0 indien FALSE. • De invoerexpressie kan totaal 99 bytes zijn,
inclusief de linkerkant, rechterkant, en relationele operatoren. • Elke variabele
(A, B, C, D, E, F, X, Y, M) ingevoerd in een expressie wordt behandeld als een
waarde, gebruikmakend van de waarde die de variabele op dat moment heeft.
• ÷R, Pol en Rec functies kunnen niet gebruikt worden in een expressie.
In de VERIFY Modus voert de calculator een wiskundige operatie uit op
de invoerexpressie en geeft dan TRUE of FALSE aan gebaseerd op het
resultaat. Hierdoor kan een berekeningsfout optreden of een wiskundig
correct resultaat zou niet weergegeven kunnen worden, wanneer de
invoerexpressie een berekening bevat waarbij het singuliere punt of het
buigpunt van een functie wordt benaderd, of wanneer de invoerexpressie
meervoudige berekeningsoperaties bevat.
Voorzorgsmaatregelen Expressieinvoer
De volgende typen expressies geven een Syntax ERROR en kunnen niet
geverifieerd worden.
Een expressie met niets aan de linkerkant of rechterkant (Voorbeeld:
= 5
'
7
)
Een expressie waarin een relationele operator binnen een breuk of functie
staat (Voorbeeld:
2
1=1
, cos (8 9))
Een expressie waarin een relationele operator tussen haakjes staat
(Voorbeeld: 8 (9 10))
Een expressie met meerdere relationele operatoren die niet in dezelfde
richting zijn geörienteerd (Voorbeeld: 5 6 >4)
Een expressie die twee van de volgende operatoren bevat in elke
combinatie (Voorbeeld: 4 6 p8)
Een expressie die opeenvolgende relationele operatoren bevat
(Voorbeeld: 5 >9)
MathMath