Operation Manual
• Om bijvoorbeeld x + 2y = 3 ; 2x + 3y = 4 op te lossen, drukt u op
(Simul Equation) in stap 2. Gebruik de Coëfficiënt Editor die
verschijnt voor het invoeren van 123234.
• Door op te drukken, worden alle coëfficiënten op nul gezet.
4. Als alle waarden zijn zoals u ze wilt, druk dan op .
• Dit zal een oplossing weergeven. Telkens wanneer u op drukt,
wordt een andere oplossing weergegeven. Door op te drukken
terwijl de laatste oplossing wordt weergegeven, wordt er
teruggegaan naar de Coëfficiënt Editor.
• Er verschijnt een bericht om u te laten weten dat er geen oplossing is
of dat er oneindige oplossingen zijn. Als u op of drukt, keert u
terug naar de Coëfficiënt Editor.
• U kunt de momenteel weergegeven oplossing toewijzen aan een
variabele. Terwijl de oplossing wordt weergegeven, drukt u op en
vervolgens op of , of de toets die overeenkomt met de naam
van de variabele waaraan u deze wilt toewijzen.
• Om terug te keren naar de Coëfficiënt Editor terwijl een oplossing
wordt weergegeven, drukt u op .
Om de instelling van het huidige type vergelijking te wijzigen: Druk op
(Simul Equation) en druk dan op , of . Door het type te
veranderen worden alle waarden van alle Coëfficiënt Editor coëfficiënten op
nul gezet.
Voorbeelden van berekeningen in de Equation-
modus
x + 2y = 3, 2x + 3y = 4
(Simul Equation)
123234
(x=)
(y=)
-1
2
Een getallentabel maken
De Table-modus genereert een getallentabel op basis van één of twee
functies.
Voorbeeld: Om een getallentabel te genereren voor de functies
𝑓
𝑥 =𝑥
2
+
1
2
en g
𝑥 =𝑥
2
−
1
2
voor het bereik
-1 ≦ 𝑥 ≦ 1, oplopend in
stappen van 0,5
1. Druk op , selecteer het pictogram van de Table-modus en druk dan
op .
2. Configureer instellingen om een getallentabel te genereren van twee
functies.
(SETUP)(Table)(f(x),g(x))
3. Voer
𝑥
2
+
1
2
in.
12
4. Voer 𝑥
2
−
1
2
in.
21