Operation Manual

2() 2
1() 2
Let op
Als u op drukt en een berekeningsresultaat verkrijgt, kan een deel
van de expressie die u invoert, worden weggelaten. Als u de hele
ingevoerde expressie weer wilt zien, druk dan op en gebruik
vervolgens en om de ingevoerde expressie te scrollen.
Nesten van functies en haakjes is toegestaan. Als u teveel functies en/of
haakjes nest wordt verdere invoer onmogelijk.
Bewerkingen ongedaan maken (alleen MathI/MathO of MathI/
DecimalO): Om de laatste toetsbewerking ongedaan te maken, drukt u op
(UNDO). Om een toetsbewerking die u net ongedaan hebt
gemaakt, opnieuw uit te voeren, drukt u opnieuw op (UNDO).
Waarden en expressies gebruiken als argumenten
(alleen MathI/MathO of MathI/DecimalO)
Voorbeeld: Om 1+
7
6
in te voeren en dit dan te wijzigen naar 1+
7
6
176(INS)
()
Als u op (INS) drukt in het bovenstaande voorbeeld, wordt
7
6
het
argument van de functie-invoer door de volgende toetsbewerking ().
Overschrijven invoermodus (alleen LineI/LineO of
LineI/DecimalO)
In de overschrijfmodus vervangt de tekst die u invoert de tekst op de positie
van de cursor. U kunt tussen de invoeg- en overschrijfmodus wisselen door
de volgende stappen uit te voeren: (INS). De cursor verschijnt als
” in de invoegmodus en als “” in de overschrijfmodus.
Wisselen tussen resultaten
Als MathI/MathO of MathI/DecimalO is geselecteerd voor Input/Output in
het setupmenu, schakelt het momenteel weergegeven berekeningsresultaat
bij elke druk op tussen de breukvorm en de decimale vorm, de vorm
en de decimale vorm of de vorm π en de decimale vorm.
𝜋÷6=
1
6
𝜋 = 0,5235987756 (MathI/MathO)
(π)6
1
6
π
0,5235987756
2+2 × 3 = 5,913591358 = 6+2 3 (MathI/DecimalO)
()22
() 3
5,913591358
6+2 3
Ongeacht wat er is geselecteerd voor Input/Output in het setupmenu,
wisselt het momenteel weergegeven berekeningsresultaat bij elke druk op
tussen zijn decimale vorm en de breukvorm.
9