Gebruiksaanwijzing
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Voordat u de rekenmachine gebruikt
- Rekenmachineapps en -menu’s
- Expressies en waarden invoeren
- Basisberekeningen
- De opmaak voor berekeningsresultaten wijzigen
- Geavanceerde berekeningen
- Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x)
- Verify gebruiken
- QR Code-functies gebruiken
- Rekenmachineapps gebruiken
- Technische informatie
- Veelgestelde vragen
• Er verschijnt een -indicator bovenaan het scherm om aan te geven
dat V
erify werd ingeschakeld.
4. Gebruik de Coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren.
1
((-))1 2
1 1 0
5. Druk op .
• Het antwoordmenu voor stelselvergelijkingen wordt nu weergegeven.
6. Bevestig dat [Enter Solution] is geselecteerd en druk op .
7. V
oer in het geopende invoerscherm voor oplossingen x en y in.
1
((-))1
8. Bevestig dat [Execute] is geselecteerd en druk op .
• Als alle invoeroplossingen juist zijn, verschijnt “True” op de display.
• Als de invoeroplossing fout is, verschijnt “False”. Druk op of
om terug te keren naar het invoerscherm voor oplossingen en voer de
waarde opnieuw in.
9. Bevestig dat [Back to Equation] is geselecteerd en druk op .
• U keert nu terug naar de Coëfficiënteditor in stap 4 van deze
procedure.
10. Om Verify uit te schakelen en uit de Verify-bewerking te gaan, drukt u
op en selecteert u [Verify OFF].
• Hierdoor verdwijnt de -indicator van de display.
• Zie “Verify uitschakelen” (pagina 59) voor meer informatie over hoe
u Verify uitschakelt.
Opmerking
• U kunt de oplossing bekijken door in stap 9 van deze procedure [Confirm Solution]
te selecteren en vervolgens op
te drukken. Het scherm dat verschijnt en de
bewerkingen die kunnen worden uitgevoerd, zijn dezelfde als die in stap 5 van
V
oorbeeld 1 (pagina 92).
95