Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
Er verschijnt een -indicator bovenaan het scherm om aan te geven
dat V
erify werd ingeschakeld.
4. Gebruik de Coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren.
1
((-))1 2
1 1 0
5. Druk op .
Het antwoordmenu voor stelselvergelijkingen wordt nu weergegeven.
6. Bevestig dat [Enter Solution] is geselecteerd en druk op .
7. V
oer in het geopende invoerscherm voor oplossingen x en y in.
1
((-))1
8. Bevestig dat [Execute] is geselecteerd en druk op .
Als alle invoeroplossingen juist zijn, verschijnt “True” op de display.
Als de invoeroplossing fout is, verschijnt “False”. Druk op of
om terug te keren naar het invoerscherm voor oplossingen en voer de
waarde opnieuw in.
9. Bevestig dat [Back to Equation] is geselecteerd en druk op .
U keert nu terug naar de Coëfficiënteditor in stap 4 van deze
procedure.
10. Om Verify uit te schakelen en uit de Verify-bewerking te gaan, drukt u
op en selecteert u [Verify OFF].
Hierdoor verdwijnt de -indicator van de display.
Zie “Verify uitschakelen” (pagina 59) voor meer informatie over hoe
u Verify uitschakelt.
Opmerking
U kunt de oplossing bekijken door in stap 9 van deze procedure [Confirm Solution]
te selecteren en vervolgens op
te drukken. Het scherm dat verschijnt en de
bewerkingen die kunnen worden uitgevoerd, zijn dezelfde als die in stap 5 van
V
oorbeeld 1 (pagina 92).
95