Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
* Als u een constante invoert met 11 of meer significante cijfers, wordt de waarde
omgezet in 10 significante cijfers wanneer de invoer wordt bevestigd.
V
oorbeeld: Wanneer u 12345678915 (11 cijfers) invoert, wordt de waarde omgezet in
1,234567892 x 10
10
(10 cijfers).
De overige invoercapaciteit weergeven
Druk op
, selecteer [Available Memory] en druk vervolgens op .
Een constante en een formule in een cel invoeren
V
oorbeeld 1: Voer de constanten 7×5, 7×6 en A2+7 respectievelijk in
cellen A1, A2 en A3 in. Voer vervolgens de volgende formule in cel B1 in:
=A1+7.
1. Verplaats de cursor naar cel A1.
2. Voer onderstaande toetsbewerking uit.
7
5 7 6 (A) 7
3. Verplaats de cursor naar cel B1 en voer onderstaande toetsbewerking
uit.
(=) (A) 7
Opmerking
In het spreadsheetscherm kunt u de waarde in een cel toewijzen aan een variabele.
Zo zal de volgende bewerking in het scherm hierboven in stap 3 weergegeven 42 (het
berekeningsresultaat van de in cel B1 ingevoerde formule) toewijzen aan variabele A:
[A=] > [Store]. Zie “V
ariabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 37) voor
meer informatie over variabelen.
U kunt bepalen of een formule in het bewerkingsvak als dusdanig moet worden
weergegeven of als de berekeningsresultaatwaarde. Zie “Instelitems van de
Spreadsheet-app” (pagina
84).
Bestaande celgegevens bewerken
1. Verplaats de cursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt bewerken en
druk op
.
In plaats van op te drukken, kunt u ook onderstaande bewerking
uitvoeren.
– [Edit Cell]
79