Gebruiksaanwijzing
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Voordat u de rekenmachine gebruikt
- Rekenmachineapps en -menu’s
- Expressies en waarden invoeren
- Basisberekeningen
- De opmaak voor berekeningsresultaten wijzigen
- Geavanceerde berekeningen
- Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x)
- Verify gebruiken
- QR Code-functies gebruiken
- Rekenmachineapps gebruiken
- Technische informatie
- Veelgestelde vragen
1 2
3. Doe hetzelfde om de rest van de expressie in te voeren.
3 2
Opmerking
• De huidige locatie van de cursor is steeds duidelijk binnen een sjabloon, aangezien
het blanco omkaderde gebied of de tekens waar deze zich bevindt, donkerzwart zijn
aangeduid. De rest van de berekeningsexpressie zal donkergrijs zijn.
Bewerkingen ongedaan maken
Om de laatste toetsbewerking ongedaan te maken, drukt u op ,
selecteert u [Undo] en drukt u vervolgens op .
Om een toetsbewerking die u net ongedaan hebt gemaakt opnieuw uit te
voeren, drukt u op , selecteert u [Undo] en drukt u opnieuw op .
W
aarden en expressies als argument gebruiken
Voorbeeld: 1 +
7
6
invoeren en vervolgens wijzigen in 1 +
1 7 6 (INS)
Door in het bovenstaande voorbeeld op (INS) te drukken, wordt
7
6
het argument van de functie-invoer met de volgende toetsbewerking (√ ).
Modus invoer overschrijven (enkel
LineI/LineO of LineI/DecimalO)
In de modus overschrijven, vervangt tekst die u invoert de tekst waar
de cursor zich momenteel bevindt. U kunt schakelen tussen de modi
invoegen en overschrijven met de bewerking: (INS). De cursor
28