NL fx-92B Secondaire Gebruiksaanwijzing Wereldwijde Leerwebsite van CASIO https://edu.casio.com Handleidingen zijn beschikbaar in meerdere talen op https://world.casio.
Inhoudsopgave Voordat u de rekenmachine gebruikt .................................... 5 Lees dit eerst .......................................................................................... 5 Over deze handleiding ................................................................................... 5 Toetsbewerkingen .......................................................................................... 5 Menubewerkingen ..................................................................................
Pi, natuurlijk logaritme naar grondtal e ..................................................33 Pi .................................................................................................................. 33 Natuurlijk logaritme naar grondtal e ..............................................................33 Berekeningsgeschiedenis en herhalen ................................................. 34 Berekeningsgeschiedenis ............................................................................
Graden, minuten, seconden .........................................................................53 Goniometrie .......................................................................................... 53 Goniometrische functies ...............................................................................53 Overige ................................................................................................. 54 Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x) ...................
Verify gebruiken met de Table-app ...............................................................89 Gegevens behouden ....................................................................................91 Vergelijkingsberekeningen .................................................................... 92 Stelsels van lineaire vergelijkingen .............................................................. 92 Verify gebruiken met de Equation-app .........................................................
Voordat u de rekenmachine gebruikt Lees dit eerst Over deze handleiding • CASIO Computer Co., Ltd. kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor speciale, indirecte, toevallige of resulterende schade in verband met of als gevolg van de aankoop of het gebruik van dit product en de meegeleverde artikelen. Bovendien kan CASIO Computer Co., Ltd. niet aansprakelijk worden gesteld voor welke eis dan ook van derden die voortvloeit uit het gebruik van dit product en de meegeleverde artikelen.
worden weergegeven gevolgd door het invoerteken of -commando tussen haakjes. * Raadpleeg “Toetsmarkeringen” (pagina 13) voor meer informatie over de in dit voorbeeld gebruikte toetssymbolen. Voorbeeld 3: , , , , , • Individuele cursortoetsen aangeduid met (1) worden voorgesteld als , , , . • Individuele paginascroltoetsen aangeduid met (2) worden voorgesteld als , .
Eigenlijke bewerking 1 1. Druk op 2. Gebruik 3. Gebruik . en en om [Other] te selecteren en druk vervolgens op om [π] te selecteren en druk vervolgens op . . Voorbeeld 2 – Calculate of Druk op , selecteer het pictogram van de Calculate-app en druk vervolgens op . Eigenlijke bewerking 2 1. Druk op . 2. Gebruik de cursortoetsen ( , , , ) om het pictogram van de Calculate-app te selecteren en druk vervolgens op . -toets en -toets De - en -toets voeren dezelfde bewerking uit.
De rekenmachine opstarten Belangrijk! • Onderstaande procedure herstelt alle originele standaardinstellingen van de rekenmachine, behalve voor Contrast, Auto Power Off en Language. Ook worden alle in het rekenmachinegeheugen opgeslagen gegevens gewist. 1. Druk op om het scherm HOME weer te geven. 2. Gebruik de cursortoetsen ( , , , ) om een rekenmachineapppictogram te selecteren en druk vervolgens op . 3. Druk op en selecteer vervolgens [Reset] > [Initialize All] > [Yes].
Waarschuwing Geeft aan dat er een risico op overlijden of ernstig persoonlijk letsel wordt gecreëerd. Displayscherm Druk niet op het LCD-scherm en stel het niet bloot aan harde schokken. Als u dat doet, kan het LCD-glas breken, met risico op persoonlijk letsel. Mocht het LCD-scherm breken, raak dan nooit de vloeistof binnenin aan. Als LCD-vloeistof op de huid komt, bestaat het risico op huidirritatie. Mocht er LCD-vloeistof in uw mond komen, spoel dan onmiddellijk uw mond uit en neem contact op met uw arts.
Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit niet doet, kan een batterij scheuren, waardoor het risico op brand, persoonlijk letsel en vervuiling van voorwerpen in de buurt door lekkende vloeistof ontstaat. • Probeer een batterij niet uit elkaar te halen en laat een batterij nooit kortsluiten. • Niet geschikt voor niet-oplaadbare batterijen. • Stel een batterij niet bloot aan hitte en gooi deze niet in vuur. • Gebruik alleen het gespecificeerde type batterij.
• Gebruik een zachte, droge doek om de buitenkant van de rekenmachine schoon te maken. • Zorg ervoor dat u de rekenmachine of batterijen weggooit in overeenstemming met de wetten en regels van uw regio. Aan de slag Het deksel bevestigen en verwijderen Het deksel verwijderen Verwijder het deksel (①) voordat u de rekenmachine gebruikt en bevestig het achteraan (②). Het deksel bevestigen Verwijder het deksel (①) wanneer u de rekenmachine niet gebruikt en bevestig het vooraan (②).
Belangrijk! • Bevestig het deksel altijd aan de rekenmachine wanneer u deze niet gebruikt. Anders kan met een ongewenste bediening van de -toets de stroom worden ingeschakeld en de batterij zo worden ontladen. De stroom in- en uitschakelen Druk op Druk op om de rekenmachine in te schakelen. (OFF) om de rekenmachine uit te schakelen. Opmerking • Houd ingedrukt om de stroom in te schakelen.
• De rekenmachine wordt ook automatisch uitgeschakeld na ongeveer 10 of 60 minuten inactiviteit. Druk op de -toets om de rekenmachine opnieuw in te schakelen. HOME-scherm om het HOME-scherm weer te geven. Het HOME-scherm Druk op toont een lijst met geïnstalleerde rekenmachineapps. HOME-scherm Calculate-appscherm Zie de “Lijst geïnstalleerde rekenmachineapps” (pagina 17) voor informatie over de geïnstalleerde rekenmachineapps.
Indicatoren Indicatoren De tabel hieronder beschrijft de indicatoren die bovenaan het scherm verschijnen. Deze indicator: Betekent het volgende: Het toetsenbord wordt in hoofdletters geplaatst door op de -toets te drukken. Het toetsenbord wordt van hoofdletters gehaald en deze indicator verdwijnt wanneer u een toets indrukt. MathI/MathO of MathI/DecimalO wordt geselecteerd voor Input/Output in het menu SETTINGS.
Een script pauzeert het uitvoeren van de Algorithm-app. Menu’s gebruiken Veel bewerkingen van uw rekenmachine worden uitgevoerd aan de hand van menuschermen. Onderstaand voorbeeld toont bewerkingen die drukt. starten vanuit het menuscherm dat verschijnt wanneer u op Een menu-item selecteren Om een menu-item te selecteren, gebruikt u de cursortoetsen ( ) om ernaartoe te gaan en drukt u op . Merk op dat en worden gebruikt bij meerdere kolommen menu-items.
Een menu-item met een keuzerondje selecteren ( / ) Wanneer de display een lijst met meerdere opties weergeeft, staat er geeft de momenteel links van elke optie een keuzerondje ( of ). geselecteerde optie aan. De instelling van een menu-item met keuzerondje configureren 1. Ga naar het toepasbare menu-item en druk op . • Wat er dan gebeurt, hangt af van het type menu-item dat u hebt geselecteerd.
Rekenmachineapps en -menu’s Rekenmachineapps Een rekenmachineapp selecteren Selecteer een rekenmachineapp die geschikt is voor het type berekening dat u wilt uitvoeren. 1. Druk op om het scherm HOME weer te geven. • Zie de “Lijst geïnstalleerde rekenmachineapps” (pagina 17) voor informatie over elke rekenmachineapp. 2. Gebruik de cursortoetsen ( , , , ) om het rekenmachineapppictogram van uw keuze te selecteren. om het startscherm weer te geven van de rekenmachineapp 3.
Genereert een getallentabel op basis van één of twee functies (Table)* Stelselvergelijkingen (Equation)* Verhoudingsberekeningen (Ratio) Algoritmen opbouwen met ingebouwde scripts (Algorithm) De volgende functies ondersteunen het wiskundeonderwijs. Dice Roll, Coin Toss: Kanssimulatie (Math Box) Number Line: Getallenlijngrafieken voor tot drie gelijkheden of ongelijkheden Circle: Hoeken en goniometrische waarden weergegeven aan de hand van een Unit Circle- of Half Circle-figuur.
Calc Settings Bevat menu-items voor het configureren van berekeningsinstellingen, zoals de weergaveopmaak voor berekeningsresultaten. System Settings Bevat menu-items voor het configureren van instellingen voor de werking van de rekenmachine, zoals het aanpassen van het contrast. Reset Bevat menu-items voor het uitvoeren van verschillende soorten herstelbewerkingen. Get Started Het Get Started-scherm wordt nu weergegeven. Zie “Rekenmachinescherm “Get Started”” (pagina 8) voor meer informatie.
• Zie “Items en beschikbare instelopties” (pagina 20) voor de instelitems van [Calc Settings] en [System Settings]. 4. Gebruik en om het item aan te duiden waarvan u de instellingen wilt wijzigen en druk vervolgens op . • Hierdoor wordt een lijst met instelopties weergegeven voor het item dat u selecteerde. Dit scherm toont een voorbeeld van wat er verschijnt wanneer [Input/ Output] is geselecteerd. 5. Gebruik . 6.
*1 Wanneer deze opmaken niet kunnen worden uitgevoerd, wordt decimale uitvoer toegepast. 2 * Alle berekeningen, inclusief breuken en functies, worden in een enkele lijn ingevoerd. Dezelfde uitvoeropmaak als die voor modellen zonder Natuurlijk tekstboek-weergave (S-V.P.A.M.-modellen, enz.
1 6 ( )* Sci: De waarde die u aangeeft (van 1 tot 10), beheert het aantal significante cijfers van weergegeven berekeningsresultaten. Berekeningsresultaten worden afgerond naar het aangegeven cijfer voordat ze worden weergegeven. Voorbeeld: 1 ÷ 6 (Sci 3) 1 6 ( )* Norm: Geeft berekeningsresultaten in een exponentiële opmaak weer wanneer deze binnen onderstaande bereiken liggen.
System Settings > Auto Power Off 10 Min.◆; 60 Min. Bepaalt hoelang het duurt voordat Auto Power Off wordt geactiveerd. System Settings > Language English◆; Français; Nederlands Bepaalt de te gebruiken taal voor rekenmachinemenu’s en meldingen. System Settings > MultiLine Font Normal Font◆; Small Font Bepaalt de tekengroote van de display wanneer LineI/LineO of LineI/ DecimalO is geselecteerd voor Input/Output.
Originele standaardinstellingen van de rekenmachine herstellen Belangrijk! • Onderstaande procedure herstelt alle originele standaardinstellingen van de rekenmachine, behalve voor Contrast, Auto Power Off en Language. Ook worden alle gegevens gewist, behalve het geheugen met de variabelen en de Ans- en PreAnsgegevens. 1. Druk op , selecteer een rekenmachineapppictogram en druk vervolgens op . 2. Druk op en selecteer vervolgens [Reset] > [Settings & Data] > [Yes]. • Het HOME-scherm wordt nu weergegeven.
Voorbeeld: Menu TOOLS voor de Calculate-app Voorbeelden: Menu TOOLS voor de Table-app Opmerking • Onderstaande menu-items vindt u terug in meerdere rekenmachineapps. - Undo (Zie “Bewerkingen ongedaan maken” (pagina 28).) - Verify ON, Verify OFF (Zie “Verify gebruiken” (pagina 58).
Expressies en waarden invoeren Basisregels voor invoer Wanneer u op drukt, wordt de prioriteitsvolgorde van de ingevoerde berekening automatisch geëvalueerd, waarna het resultaat op de display verschijnt. 4 × sin 30 × (30 + 10 × 3) = 120 *1 Sluitende haakjes moeten worden ingevoerd voor sin- en andere functies die haakjes omvatten. 2 * Deze vermenigvuldigingssymbolen (×) kunnen worden weggelaten. kunnen worden *3 Sluitende haakjes onmiddellijk vóór de bewerking weggelaten.
Automatisch aanvullen haakjes Wanneer u een berekening uitvoert die zowel een deling als een vermenigvuldiging omvat waarbij een vermenigvuldigingsteken is weggelaten, worden er automatisch haakjes ingevoegd, zoals aangegeven in onderstaande voorbeelden. - Wanneer een vermenigvuldigingsteken wordt weggelaten onmiddellijk vóór een openend haakje of na een sluitend haakje.
1 2 3. Doe hetzelfde om de rest van de expressie in te voeren. 3 2 Opmerking • De huidige locatie van de cursor is steeds duidelijk binnen een sjabloon, aangezien het blanco omkaderde gebied of de tekens waar deze zich bevindt, donkerzwart zijn aangeduid. De rest van de berekeningsexpressie zal donkergrijs zijn. Bewerkingen ongedaan maken Om de laatste toetsbewerking ongedaan te maken, drukt u op , selecteert u [Undo] en drukt u vervolgens op .
wordt in de invoegmodus als “ ” en in de overschrijfmodus als “ weergegeven.
Basisberekeningen Rekenkundige berekeningen Gebruik de toetsen te voeren. , , en om rekenkundige berekeningen uit Voorbeeld: 7 × 8 - 4 × 5 = 36 8 7 4 5 Breukberekeningen Merk op dat de invoermethode voor breuken afhankelijk is van de huidige instelling van Input/Output in het menu SETTINGS.
2 3 3 2 Opmerking • In berekeningsresultaten worden breuken, wanneer Auto is geselecteerd voor Simplify in het menu TOOLS in de Calculate-app, weergegeven nadat ze zijn teruggebracht tot hun kleinste vorm. Breukopmaak berekeningsresultaten Een berekeningsresultaat waarvan het totale aantal breukcijfers (inclusief noemer, teller en scheidingssymbool ) groter is dan 10 kan niet worden weergegeven met de breukopmaak.
Machtsfuncties: (kwadraat), (ne macht) Machtswortelfuncties: (vierkantswortel), Reciprokefunctie: – [Other] > [-1] ( Voorbeeld 1: (52)3 = 15625 5 3 Voorbeeld 2: (1 + 1)2+2 = 16 1 1 2 2 Voorbeeld 3: √2 × 3 = 3√2 = 4,242640687 ...
10 – [Other] > [-1] -toets (10e macht) Op de -toets drukken, is hetzelfde als op drukken. Beide bewerkingen voeren “×10 ” (MathI/MathO of MathI/DecimalO) of “×10^(” (LineI/LineO of LineI/DecimalO) in. Voorbeeld: 1,23 × 103 = 1230 1 23 3 Berekeningsbereik √ -vorm De toegestane displaybereiken van het berekeningsresultaat van de √ vorm vindt u hieronder terug.
Berekeningsgeschiedenis en herhalen Berekeningsgeschiedenis Een en/of bovenaan het scherm geeft meer inhoud uit de berekeningsgeschiedenis aan naar boven en/of onder. U kunt door de en . inhoud van de berekeningsgeschiedenis scrollen met U kunt de berekeningsgeschiedenis enkel gebruiken in de app Calculate. Voorbeeld 2+2=4 2 2 3 3 3+3=6 (Scrolt terug.
4 3 2 4×3-7=5 (Vervolg) 7 Opmerking • Als (links) of (rechts) wordt weergegeven aan een of beide zijden van een berekeningsresultaatlijn kunt u de lijn naar links en rechts scrollen met dit geval, drukt u eerst op of en vervolgens op en en . In om de expressie te bewerken. Geheugenfuncties gebruiken Antwoordgeheugen (Ans) / Vorigantwoordgeheugen (PreAns) Het laatst verkregen berekeningsresultaat wordt opgeslagen in het Ans-geheugen (“answer”, antwoord).
Inhoud uit het Ans-geheugen invoeren in een expressie Voorbeeld: Onderstaande berekeningen uitvoeren: 123 456 (vervolg) 789 Het PreAns-geheugen gebruiken Voorbeeld: Bepaal voor Tk+2 = Tk+1 + Tk (rij van Fibonacci) de rij van T1 tot T5. Merk echter op dat T1 = 1 en T2 = 1.
Resultaat: De reeks is {1, 1, 2, 3, 5}. Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z) U kunt waarden aan variabelen toewijzen en de variabelen gebruiken in berekeningen. Scherm met variabelenlijst Door op te drukken, wordt een scherm weergegeven dat de waarden toont die momenteel zijn toegewezen aan variabelen A, B, C, D, E, F, x, y en z. Waarden worden op dit scherm altijd weergegeven met “Norm 1” of om het scherm te sluiten. Number Format. Druk op Voorbeeld 1: Het resultaat van 3 + 5 toewijzen aan variabele A 1.
Opmerking • Naast bovenstaande bewerking in stap 2 kunt u ook op drukken en vervolgens [Edit] selecteren. Het bewerkingsscherm wordt nu weergegeven zonder invoer. Voer de gewenste waarde in en druk op • Als een slotpictogram ( . ) verschijnt wanneer u een variabele aanduidt in het scherm met de variabelenlijst, betekent dit dat de aangeduide variabele niet kan worden bijgewerkt. Voorbeeld 3: De inhoud van variabele A oproepen (volgend op stap 2 van voorbeeld 1) 1.
Voer onderstaande procedure uit als u de inhoud van alle geheugens wilt wissen. 1. Druk op , selecteer een rekenmachineapppictogram en druk vervolgens op . 2. Druk op en vervolgens op [Reset] > [Variable Memory] > [Yes].
De opmaak voor berekeningsresultaten wijzigen Het menu FORMAT gebruiken U kunt het menu FORMAT, dat verschijnt wanneer u op drukt, gebruiken om een weergegeven berekeningsresultaat om te zetten in verschillende opmaken. Menulijst FORMAT Dit menu-item: Zet om in deze opmaak: Standard (Inclusief breuk-, π-, √ - Standard opmaken.
Voorbeeldbewerking omzetten 3 = 1,5 2 In dit voorbeeld zetten we een berekeningsresultaat dat wordt weergegeven als een breuk om in een decimale waarde. Daarna annuleren we het omzetten en keren we terug naar het oorspronkelijke berekeningsresultaat. (Input/Output: MathI/MathO) Voorbeeld: 3 ÷ 2 = 1. Voer de berekening 3 ÷ 2 uit. 3 2 2. Druk om het berekeningsresultaat om te zetten in een decimale waarde op , selecteer [Decimal] en druk op . 3. Druk op om het omzetten te annuleren.
Voorbeeld: π ÷ 6 = 1 π = 0,5235987756 (Input/Output: MathI/MathO) 6 (π) 6 (Selecteer [Decimal].) (Zet om in een decimale waarde.) (Zet om in de Standard-opmaak.) Belangrijk! • Bij bepaalde berekeningsresultaten zal de weergegeven waarde niet worden omgezet door [Standard] te selecteren in het menu FORMAT. Een decimaal berekeningsresultaat bekomen wanneer MathI/ MathO of LineI/LineO is geselecteerd Druk op ingevoerd.
– [Prime Factor] Opmerking • De soorten waarden die hieronder worden beschreven, kunnen niet worden ontbonden in factoren, zelfs niet als ze 10 of minder cijfers bevatten. - Eén van de priemfactoren van de waarde is 1.018.081 of groter. - Twee of meer priemfactoren van de waarde bevatten meer dan drie cijfers. • Het gedeelte dat niet in factoren kan worden ontbonden, wordt op de display tussen haakjes weergegeven.
Sexagesimalen omzetten (berekening van graden, minuten, seconden) U kunt een decimaal berekeningsresultaat omzetten in een sexagesimale waarde. Een decimaal berekeningsresultaat omzetten in een sexagesimale waarde Voorbeeld: 1,25 = 1°15’0” 1 25 – [Sexagesimal] Invoeren en berekenen met een sexagesimale waarde U kunt een weergegeven waarde niet alleen omzetten in een sexagesimale waarde, u kunt ook sexagesimale waarden invoeren en deze gebruiken in berekeningen.
Geavanceerde berekeningen Dit hoofdstuk beschrijft de commando’s, functies en symbolen die vaak voorkomen in alle rekenmachineapps. Commando’s, functies en symbolen worden hier in dezelfde volgorde weergegeven als in het menu CATALOG, drukt. dat verschijnt wanneer u op Opmerking • Er zijn ook rekenmachineapp-specifieke CATALOG-menu-items. Deze worden hier niet getoond. Zie het hoofdstuk voor elke rekenmachineapp voor meer informatie over app-specifieke menu-items.
Opmerking • Enkel de quotiëntwaarde van een ÷R-berekening wordt opgeslagen in het Ansgeheugen. • Het berekeningsresultaat wordt weergegeven zoals getoond op het scherm rechts wanneer LineI/LineO of LineI/DecimalO is geselecteerd voor de Input/Output-instelling in het menu SETTINGS. Gevallen waarbij een restdeling een niet-restdeling wordt Indien er sprake is van een van onderstaande omstandigheden bij het uitvoeren van een restdeling wordt de berekening behandeld als een normale (niet-rest-) deling.
Voorbeeld 2: Een factor van 3 gebruiken om 234 678 78 = te ( 234 678 226 ) vereenvoudigen (Input/Output: MathI/MathO, Simplify: Manual) 234 678 (Simp)*1 3 *2 *1 U kunt Simp ook invoeren met de volgende bewerking: – [Func Analysis] > [Simplification]. 2 * Door het Simp-commando in te voeren meteen na een breuk, zoals hier getoond, wordt het berekeningsresultaat als een breuk weergegeven, ongeacht de huidige Input/Output-instelling.
Voorbeeld 1: 150 × 20% = 30 150 20 – [Probability] > [%] Voorbeeld 2: Bereken welk percentage 660 is van 880. (75%) 660 880 – [Probability] > [%] Voorbeeld 3: Trek 25% van 3500 af. (2625) 3500 3500 25 – [Probability] > [%] Factorial(!) Deze functie gaat op zoek naar de factoriëlen van een waarde gelijk aan nul of een positief geheel getal. Voorbeeld: (5 + 3)! = 40320 5 3 – [Probability] > [Factorial(!)] Permutation(P), Combination(C) Permutatie- (nPr) en combinatiefuncties (nCr).
Random Number Deze functie genereert een pseudowillekeurig geheel getal in het bereik van 0,000 tot 0,999. Het resultaat wordt weergegeven als een breuk wanneer MathI/MathO is geselecteerd voor Input/Output in het menu SETTINGS. Voorbeeld: Willekeurige gehele getallen met drie cijfers bekomen 1000 – [Probability] > [Random Number] (Elke uitvoering geeft een ander resultaat.) Random Integer Deze functie genereert een pseudowillekeurig geheel getal tussen een aangegeven start- en eindwaarde.
– [Numeric Calc] > [LCM] 9 15 Absolute Value Wanneer u een berekening met een reëel getal uitvoert, gaat deze functies enkel op zoek naar de absolute waarde. Voorbeeld: |2 - 7| = Abs(2 - 7) = 5 (Input/Output: MathI/MathO) – [Numeric Calc] > [Absolute Value] 2 7 (Input/Output: LineI/LineO) – [Numeric Calc] > [Absolute Value] 2 7 Integer Part Deze functie haalt het gehele gedeelte uit een waarde.
10 3 3 – [Numeric Calc] > [Round Off] 3 10 3 Largest Integer Deze functie bepaalt het grootste geheel getal dat een waarde niet overschrijdt. Voorbeeld: Het grootste geheel getal bepalen dat -3,5 niet overschrijdt – [Numeric Calc] > [Largest Integer] ((-))3 5 Round Internal Deze functie rondt een waarde af naar het aangegeven aantal decimalen (0 tot 9).
Voorbeeld: π/2 radiaal = 90° (Angle Unit: Degree) (π) 2 – [Angle/Coord/Sexa] > [Radians] Rect to Polar, Polar to Rect “Pol(” zet rechthoekige coördinaten om in polaire coördinaten en “Rec(” zet polaire coördinaten om in rechthoekige coördinaten. • Geef in het menu SETTINGS de Angle Unit aan voordat u berekeningen uitvoert. • Het berekeningsresultaat voor r en θ en voor x en y worden elk respectievelijk opgeslagen naar variabelen x en y.
Graden, minuten, seconden U kunt het sexagesimale symbool ingeven met de toetsen of het menuitem hieronder ( ). ( ) – [Angle/Coord/Sexa] > [Degs Mins Secs] Zie “Sexagesimalen omzetten (berekening van graden, minuten, seconden)” (pagina 44) voor meer informatie. Goniometrie In dit hoofdstuk worden de goniometrische functies uitgelegd. Goniometrische functies U kunt goniometrische functies invoeren met onderstaande toetsen of menu-items.
Overige Functies en symbolen die kunnen worden ingevoerd met de rekenmachinetoetsen kunnen eveneens worden ingevoerd via het menu – [Other] om het menu voor functies en symbolen [Other]. Gebruik weer te geven. Om Ans in te voeren, bijvoorbeeld, kunt u ofwel op drukken, ofwel de volgende bewerking uitvoeren: – [Other] > [Ans]. Onderstaande tabel bevat de menu-items van [Other] die overeenkomen met elke toetsbewerking.
Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x) Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x) Uw rekenmachine bevat “f(”- en “g(”-functies die u kunt gebruiken nadat u er bepalende vergelijkingen voor hebt geregistreerd. Na het registreren van f(x) = x2 + 1 als bepalende vergelijking voor de “f(”-functie kunt u f(0) = 1 en f(5) = 26 berekenen, bijvoorbeeld.
• Hierdoor wordt uw ingevoerde expressie geregistreerd en verschijnt het scherm dat werd weergegeven voordat u in stap 2 op drukte opnieuw. Opmerking • U kunt een bepalende vergelijking registreren met alle rekenmachineapps, behalve Equation, Ratio, Algorithm en Math Box. Het kan echter zijn dat het menu niet verschijnt wanneer u op drukt, afhankelijk van het door de rekenmachineapp weergegeven scherm (wanneer een menuscherm wordt weergegeven, bijvoorbeeld).
3. Druk op . • Hierdoor wordt de door u ingevoerde vergelijking geregistreerd en keert u terug naar het scherm dat werd weergegeven voordat u deze bewerking begon met stap 1. Opmerking • De bewerking voor het toewijzen van een waarde aan x van g(x) en het berekenen van het resultaat is dezelfde als die onder “Een berekening uitvoeren door een waarde toe te wijzen aan de geregistreerde bepalende vergelijking” (pagina 56). Merk echter op dat u in stap 1 [g(x)] moet selecteren in plaats van [f(x)].
Verify gebruiken Overzicht Verify Verify bepaalt de authenticiteit van een ingevoerde gelijkheid of ongelijkheid. Verify is beschikbaar in de volgende rekenmachineapps. Calculate, Table, Equation Opmerking • Het doel en vereiste procedure van een Verify-bewerking zijn afhankelijk van de rekenmachineapp waarin deze wordt gebruikt. Zie de hoofdstukken hieronder voor meer informatie.
Opmerking • Verify is doorgaans uitgeschakeld na het opstarten van een rekenmachineapp. Indien u echter terugkeert naar het HOME-scherm vanuit een rekenmachineapp nadat u Verify had ingeschakeld en vervolgens dezelfde rekenmachineapp weer opstart voordat u een andere rekenmachineapp opstart, zal Verify nog steeds zijn ingeschakeld. Verify inschakelen 1. Druk op , selecteer het pictogram van de rekenmachineapp die u wilt starten en druk op . • Selecteer een rekenmachineapp die Verify kan gebruiken. 2.
indien de vergelijking of ongelijkheid die u invoerde op de rekenmachine waar is, en “False” verschijnt wanneer deze onwaar is. Voorbeeldbewerking Verify Schakel Verify in een Calculate-app in voordat u onderstaande bewerking uitvoert. Zie “Verify inschakelen” (pagina 59) voor meer informatie over hoe u Verify inschakelt.
Een sequentiële verificatiebewerking uitvoeren rechts van een expressie Wanneer het resultaat van de waar/onwaarverificatie van een gelijkheid of ongelijkheid met een relationele operator wordt weergegeven, wordt bij het selecteren van een relationele operator uit het menu CATALOG de rechterzijde van de te verifiëren expressie ingevoerd als de volgende lijn. Zo kunt u ook opeenvolgende waar/onwaarverificaties van een gelijkheid of ongelijkheid uitvoeren.
QR Code-functies gebruiken QR Code-functies gebruiken Uw rekenmachine kan QR Code-symbolen weergeven die kunnen worden gelezen door een slim apparaat. Belangrijk! • De bewerkingen in dit hoofdstuk gaan ervan uit dat een slim apparaat met een QR Code-lezer wordt gebruikt die meerdere QR Code-symbolen kan lezen en verbinding kan maken met het internet. • Een slim apparaat zal na het scannen van een QR Code die wordt weergegeven door deze rekenmachine verbinding maken met de CASIO-website.
• Raadpleeg de gebruikerdocumentatie van de QR Code-lezer die u gebruikt voor meer informatie over hoe u een QR Code scant. In geval van problemen met het scannen van een QR Code Gebruik en wanneer de QR Code wordt weergegeven om het weergavecontrast van de QR Code aan te passen. Het aanpassen van het contrast beïnvloedt enkel QR Code-weergaven.
Rekenmachineapps gebruiken Statistische berekeningen De Statistics-app berekent verschillende statistische waarden op basis van gegevens met een enkele variabele (x) of gecombineerde variabele (x, y). Algemene procedure voor het uitvoeren van een statistische berekening 1. Druk op , selecteer het pictogram van de Statistics-app en druk vervolgens op . 2. Selecteer [1-Variable] (enkele variabele) of [2-Variable] (gecombineerde variabele) in het menu dat verschijnt en druk op .
Enkele variabele Gecombineerde variabele 5. Selecteer het menu-item van de bewerking die u wilt uitvoeren. • Selecteer [1-Var Results], [2-Var Results] of [Reg Results] om een lijst berekeningsresultaten te bekijken gebaseerd op de gegevens die u hebt ingevoerd. Zie “Resultaten van statistische berekeningen weergeven” (pagina 69) voor meer informatie. • Selecteer [Statistics Calc] om een scherm voor statistische berekeningen weer te geven en berekeningen uit te voeren op basis van de ingevoerde gegevens.
• Statistische berekeningen kunnen even duren wanneer een groot aantal gegevensitems moet worden verwerkt. Freq-kolom (Frequentie) Wanneer de Frequency-instelling is ingeschakeld in het TOOLS-menu, wordt een kolom met de naam “Freq” opgenomen in de Statistiekeneditor. Met de Freq-kolom kunt u de frequentie (het aantal keren dat dezelfde waarde in de gegevensgroep verschijnt) van elke invoerwaarde aangeven. Enkele variabele Gecombineerde variabele De Freq-kolom verbergen 1.
Cursor Druk nadat u een waarde hebt ingevoerd op . Hiermee registreert u de waarde en worden tot 6 cijfers ervan weergegeven in de cel. Voorbeeld 1: Gecombineerde variabele selecteren en de volgende gegevens invoeren: (170, 66), (179, 75), (173, 68) , selecteer het pictogram van de Statistics-app en druk 1. Druk op vervolgens op . 2. Selecteer [2-Variable] en druk op . 3. Voer gegevens in aan de hand van onderstaande bewerking.
Een rij invoegen 1. Beweeg de cursor in de Statistiekeneditor naar de rij die onder de rij zal komen die u wilt invoegen. 2. Voer de volgende bewerking uit: – [Edit] > [Insert Row]. Alle inhoud van de Statistiekeneditor verwijderen Voer in de Statistiekeneditor de volgende bewerking uit: [Delete All]. – [Edit] > Gegevens sorteren U kunt de gegevens in de Statistiekeneditor sorteren in oplopende of aflopende volgorde volgens de x-, y- of Freq-kolomwaarden ervan.
Resultaten van statistische berekeningen weergeven Resultaten van statistische berekeningen met enkele variabele weergeven Het 1-Var Results-scherm geeft een lijst van verschillende statistische waarden weer (zoals gemiddelde en standaardafwijking populatie), berekend op basis van gegevens met enkele variabele. In dit hoofdstuk wordt de bewerking beschreven om het 1-Var Results-scherm weer te geven.
(of ) (of ) • Zie de “Lijst met variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen” (pagina 75) voor meer informatie over de variabelen die u terugvindt op het 1-Var Results-scherm. of om naar de Statistiekeneditor terug te keren. 7.
6. Druk op . 7. Selecteer [2-Var Results] en druk op . • Het 2-Var Results-scherm wordt nu weergegeven. (of ) (of ) (of ) • Zie de “Lijst met variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen” (pagina 75) voor meer informatie over de variabelen die u terugvindt op het 2-Var Results-scherm. of om naar de Statistiekeneditor terug te keren. 8.
• Het Reg Results-scherm voor lineaire regressie wordt nu weergegeven. 3. Druk op of om naar de Statistiekeneditor terug te keren. • Zie de “Lijst met variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen” (pagina 75) voor meer informatie over de variabelen die u terugvindt op het Reg Results-scherm. Het scherm voor statistische berekeningen gebruiken Met het scherm voor statistische berekeningen kunt u individuele statistische waarden oproepen en gebruiken in berekeningen.
Gecombineerde variabele 1. Druk op wanneer de Statistiekeneditor wordt weergegeven. 2. Selecteer [Statistics Calc] in het menu dat verschijnt en druk vervolgens op . Terugkeren naar de Statistiekeneditor vanuit een scherm voor statistische berekeningen Druk op en vervolgens op . Voorbeeldberekening met het scherm voor statistische berekeningen Voorbeeld 6: De som van de voorbeeldgegevens (Σx) en het gemiddelde (x) van de in Voorbeeld 3 (pagina 69) ingevoerde enkele variabele bepalen 1.
Opmerking • Druk op en selecteer [1-Var Results] om het 1-Var Results-scherm weer te geven vanuit het bovenstaande scherm voor statistische berekeningen. Druk op of om van het 1-Var Results-scherm terug te keren naar het scherm voor statistische berekeningen. Voorbeeld 7: De coëfficiënten (a, b) en de correlatiecoëfficiënt (r) van de lineaire regressievergelijking “y = ax + b” bepalen op basis van de in Voorbeeld 4 (pagina 70) ingevoerde gegevens met gecombineerde variabele 1.
Lijst met variabelen voor statistische waarden en functies voor statistische berekeningen Met het menu CATALOG kunt u variabelen oproepen die voor statistische waarden en functies staan die worden gebruikt voor statistische berekeningen. Opmerking • De variabelen aangeduid met een asterisk (*) zijn beschikbaar voor statistische berekeningen met enkele variabele. • Zie “Formule voor statistische berekeningen” (pagina 77) voor de berekeningsformule voor elke variabele en elk commando.
a, b ...... regressiecoëfficiënten r ...... correlatiecoëfficiënt x̂ ...... Functie voor het bepalen van de geschatte waarde van x voor een ingevoerde y-waarde. Geef voor het argument de waarde van y onmiddellijk vóór deze functie in. ŷ ...... Functie voor het bepalen van de geschatte waarde van y voor een ingevoerde x-waarde. Geef voor het argument de waarde van x onmiddellijk vóór deze functie in.
Formule voor statistische berekeningen Formule voor statistische berekeningen enkele variabele Formule voor statistische berekeningen gecombineerde variabele Formule voor regressieberekeningen Lineaire regressie (y = ax + b) Spreadsheet gebruiken Met de Spreadsheet-app kunt u berekeningen uitvoeren met een spreadsheet van 45 rijen op 5 kolommen (cellen A1 tot E45).
voeren. Druk op , selecteer het pictogram van de Spreadsheet-app en druk vervolgens op . Het spreadsheetscherm wordt nu weergegeven. (1) Rijnummers (1 tot 45) (2) Kolomletters (A tot E) (3) Cursor: Geeft de momenteel geselecteerde cel aan. Het rijnummer en de kolomletter van de momenteel geselecteerde cel worden in het zwart weergegeven en de andere celrijnummers en -kolomletters worden in het donkergrijs weergegeven. (4) Bewerkingsvak: Toont de inhoud van de cel waar de cursor zich momenteel bevindt.
* Als u een constante invoert met 11 of meer significante cijfers, wordt de waarde omgezet in 10 significante cijfers wanneer de invoer wordt bevestigd. Voorbeeld: Wanneer u 12345678915 (11 cijfers) invoert, wordt de waarde omgezet in 1,234567892 x 1010 (10 cijfers). De overige invoercapaciteit weergeven Druk op , selecteer [Available Memory] en druk vervolgens op . Een constante en een formule in een cel invoeren Voorbeeld 1: Voer de constanten 7×5, 7×6 en A2+7 respectievelijk in cellen A1, A2 en A3 in.
• Celinhoud in het bewerkingsvak wordt links in plaats van rechts uitgelijnd. Een tekstcursor (|) verschijnt in het bewerkingsvak, waarmee u de inhoud ervan kunt bewerken. 2. Verplaats de tekstcursor door inhoud van de cel met en en werk bij waar nodig. 3. Druk op om te voltooien en uw wijzigingen toe te passen. Een celverwijzingnaam invoeren met het commando Grab In plaats van een verwijzingnaam (zoals A1) handmatig in te voeren, kunt u het commando Grab gebruiken.
Absolute celverwijzing Als u wilt dat de delen rij, kolom of beide van een celverwijzingnaam dezelfde blijven ongeacht waar u deze plakt, maakt u een absolute celverwijzingnaam aan. Om een absolute celverwijzing aan te maken, plaatst u een dollarteken ( ) vóór de kolomnaam en/of het rijnummer. U kunt kiezen uit drie verschillende absolute celverwijzingen: absolute kolom met relatieve rij ( A1), relatieve kolom met absolute rij (A 1) of absolute rij en kolom ( A 1).
Opmerking • Wanneer u de inhoud kopieert van een cel die een formule met een relatieve verwijzing bevat, wordt de relatieve verwijzing gewijzigd volgens de locatie van de cel waar de inhoud wordt geplakt. Invoergegevens uit een bepaalde cel verwijderen Verplaats de cursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt verwijderen en druk op . De inhoud van alle cellen in een spreadsheet verwijderen Druk op , selecteer [Delete All] en druk vervolgens op .
(=) 3. Druk op – [Spreadsheet] > [Sum] (A) (:)* (A) . * U kunt ook de volgende bewerking gebruiken: – [Spreadsheet] > [:] Batchinvoer van dezelfde formule of constante in meerdere cellen U kunt de procedures in dit hoofdstuk gebruiken om dezelfde formule of constante in te voeren in een aangegeven reeks cellen. Gebruik het commando Fill Formula om een formule als batch in te voeren of Fill Value om een constante als batch in te voeren.
• Hierdoor wordt =2A1-3 ingevoerd in cel B1, =2A2-3 in cel B2 en =2A3-3 in cel B3. Dezelfde constante als batch invoeren in een reeks cellen Voorbeeld 5: Voer, volgend op voorbeeld 4, waarden als batch in de cellen C1, C2 en C3 in die het drievoud zijn van de waarden in de cellen links ervan. 1. Verplaats de cursor naar cel C1. 2. Druk op , selecteer [Fill Value] en druk vervolgens op . • Het Fill Value-scherm wordt nu weergegeven. 3. Voer de constante B1×3 in de “Value”-lijn in: (B) 3 . 4.
Auto Calc en Recalculate “Auto Calc” is een instelitems in het menu TOOLS (zie “Instelitems van de Spreadsheet-app” (pagina 84)). Volgens de originele standaardinstellingen (Auto Calc: On) van de Spreadsheet-app worden formules in een cel automatisch herberekend telkens wanneer de celinhoud wordt bijgewerkt. Afhankelijk van de inhoud van de spreadsheet, kan de automatische herberekening lang duren. Wanneer Auto Calc is uitgeschakeld (Off), moet u de herberekening zoals vereist handmatig uitvoeren.
2. Configureer de instellingen om een getallentabel te genereren uit twee functies. (1) Druk op en selecteer vervolgens [Table Type] > [f(x)/g(x)]. (2) Druk op . • Zie “Maximum aantal rijen in een getallentabel volgens Table Type” (pagina 87) voor informatie over de instellingen. 3. Registreer een bepalende vergelijking voor f(x). – [Define f(x)/g(x)] > [Define f(x)] 1 2 (Scherm net voordat u op drukte) 4. Registreer een bepalende vergelijking voor g(x).
bijvoorbeeld -1 toewijzen aan variabele A: – [A=] > [Store]. Zie “Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 37) voor meer informatie over variabelen. Maximum aantal rijen in een getallentabel volgens Table Type U kunt de instellingen van het getallentabelscherm configureren om kolommen weer te geven voor zowel f(x) als g(x), of voor één van beide. Om dit in te stellen, gebruikt u het menu dat verschijnt wanneer u op drukt – [Table Type] wanneer het getallentabelscherm wordt weergegeven. f(x)/g(x) ...
Opmerking • Zie voor meer informatie over bewerkingen die gebruiken “Bepalende vergelijkingen registreren en gebruiken voor f(x) en g(x)” (pagina 55). Gegevens bewerken op het getallentabelscherm Een rij verwijderen 1. Beweeg de cursor op het getallentabelscherm naar de rij die u wilt verwijderen. 2. Druk op . Een rij invoegen 1. Beweeg de cursor op het getallentabelscherm naar de rij die onder de rij zal komen die u wilt invoegen. 2. Voer de volgende bewerking uit: – [Edit] > [Insert Row].
• Wanneer de bepalende vergelijkingen voor f(x) en g(x) worden bijgewerkt (behalve wanneer een bepalend vergelijking een samengestelde functie is). • Wanneer in kolom x een getal is ingevoerd (inclusief bij het drukken op , , in kolom x). – [Verify OFF]). • Wanneer Verify wordt uitgeschakeld ( Merk echter op dat de waarden niet automatisch worden bijgewerkt na de volgende bewerkingen. • Wanneer het menu SETTINGS wordt gebruikt om de Angle Unitinstelling te wijzigen.
• Er verschijnt een -indicator bovenaan het scherm om aan te geven dat Verify is ingeschakeld. • Dit verwijdert alle inhoud van de f(x)- en g(x)-kolommen op het getallentabelscherm. 2. Druk op om de cursor naar de eerste rij van kolom f(x) te verplaatsen. 3. Voer de f(x)-waarde (1,5) in die overeenkomt met x = 1. 1 5 • “True” wordt weergegeven indien de invoerwaarde waar is. • “False” wordt weergegeven indien de invoerwaarde onwaar is.
Opmerking • Indien het verificatieresultaat “Waar” is, kan de waarde ingevoerd in de f(x)- of g(x)kolom worden toegewezen aan een variabele. Zo zal de volgende bewerking in het scherm hierboven in stap 4 weergegeven, bijvoorbeeld, 1,5 toewijzen aan variabele A: – [A=] > [Store]. Zie “Variabelen (A, B, C, D, E, F, x, y, z)” (pagina 37) voor meer informatie over variabelen. • U kunt de waarde in een cel wijzigen door de cursor naar de cel in kolom x te bewegen en een nieuwe waarde in te voeren.
f(x), g(x)-bepalende vergelijkingen Behouden Verwijderd Verwijderd Behouden Vergelijkingsberekeningen Nadat u de app hebt opgestart, kunt u het menu geopende Equation gebruiken om de functie van uw keuze te selecteren.
4. Gebruik de Coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren. 1 1 ((-))1 1 1 ((-))1 ((-))1 1 1 2 0 4 • Door op te drukken wanneer de Coëfficiënteditor wordt weergegeven, stelt u alle coëfficiënten in op nul. 5. Druk op . • Er wordt nu een oplossing weergegeven. • Wanneer de -indicator wordt weergegeven, wordt met elke druk op (of ) een andere oplossing weergegeven. (of ) (of ) • Door op of te drukken wanneer de -indicator wordt weergegeven, verschijnt de eerder weergegeven oplossing opnieuw.
Verify gebruiken met de Equation-app U kunt Verify ook gebruiken voor stelsels van lineaire vergelijkingen met de Equation-app. Door Verify in te schakelen met de Equation-app wordt in plaats van de oplossing een antwoordmenu zoals hieronder getoond, weergegeven.
• Er verschijnt een -indicator bovenaan het scherm om aan te geven dat Verify werd ingeschakeld. 4. Gebruik de Coëfficiënteditor om coëfficiëntwaarden in te voeren. 1 ((-))1 1 1 2 0 5. Druk op . • Het antwoordmenu voor stelselvergelijkingen wordt nu weergegeven. 6. Bevestig dat [Enter Solution] is geselecteerd en druk op . 7. Voer in het geopende invoerscherm voor oplossingen x en y in. 1 ((-))1 8. Bevestig dat [Execute] is geselecteerd en druk op .
Verhoudingsberekeningen Met de Ratio-app kunt u de waarde van X bepalen in de verhoudingsexpressie A / B = X / D (of A / B = C / X) wanneer de waarden van A, B, C en D bekend zijn. Algemene procedure voor het uitvoeren van een verhoudingsberekening Voorbeeld 1: 3 / 8 = X / 12 oplossen voor X , selecteer het pictogram van de Ratio-app en druk 1. Druk op vervolgens op . 2. Selecteer op het menu dat verschijnt [A/B=X/D] of [A/B=C/X]. • Hier willen we 3 / 8 = X / 12 oplossen voor X.
Het type verhoudingsexpressie wijzigen 1. Druk op wanneer de Coëfficiënteditor wordt weergegeven. 2. Selecteer in het menu dat verschijnt het type verhoudingsexpressie van uw keuze. Voorbeeldberekening Voorbeeld 2: X berekenen in de verhouding 1 / 2 = X / 10 – [Ratio] > [A/B=X/D] 1 2 10 Algorithm-app gebruiken U kunt de 16 ingebouwde scripts (commando- en argumentensets) gebruiken om scripts te bouwen en vervolgens onderstaande bewerkingen uit te voeren. • Een Arrow op het scherm bewegen.
1. Druk op , selecteer het pictogram van de Algorithm-app en druk vervolgens op . • Het scriptinvoerscherm wordt nu weergegeven. 2. Druk op . • De ingebouwde scripts worden nu weergegeven in het menu TOOLS. 3. Selecteer [Go to x;y] en druk op . • Het scriptinstelscherm “Go to x;y” wordt nu weergegeven. 4. Voer onderstaande toetsbewerking uit. 15 ((-))15 5. Druk op . • U keert nu terug naar het scriptinvoerscherm en het geselecteerde script wordt ingevoerd. 6.
8. Druk op of nadat het script is uitgevoerd. • U keert nu terug naar het scriptinvoerscherm. Scriptinvoerscherm Met dit scherm kunt u uit te voeren scripts invoeren. Naast toevoegen, kopiëren en verwijderen, kunt u ook ander scriptbewerkingen uitvoeren. Scriptweergaveopmaak Elk script neemt doorgaans één displaylijn in beslag. Repeat, Repeat until en If Then vereisen echter twee lijnen, en If Then Else vereist drie lijnen.
If Then If Then Else Repeat, Repeat until en If Then bevatten één blanco lijn. If Then Else bevat twee blanco lijnen. Een script selecteren Gebruik en om naar het script te gaan dat u wilt selecteren. Een script toevoegen 1. Gebruik de toetsen en om naar de lijn te gaan onder de lijn waar u het script wilt toevoegen en druk op . • Het menu TOOLS wordt nu weergegeven. 2. Selecteer het script dat u wilt toevoegen en druk op . • Het scriptbewerkingsscherm wordt nu weergegeven.* 3.
Opmerking • Als het toegevoegde script Repeat, Repeat until, If Then of If Then Else is, worden alle lijnen eronder in een geneste configuratie opgenomen in het toegevoegde script. Indien er zich onder het toegevoegde script een blanco lijn bevindt, worden alle lijnen tot de blanco lijn opgenomen in het toegevoegde script. Nesten is mogelijk tot vier niveaus. Indien u verder probeert te nesten, treedt er een fout op (Nesting ERROR).
Een blanco lijn invoegen 1. Ga naar de lijn onder de locatie waar u een blanco lijn wilt invoegen en druk op . 2. Selecteer [Insert Row] en druk op . Een script verwijderen Ga naar het script dat u wilt verwijderen en druk op . Opmerking • Door Repeat, Repeat until, If Then of If Then Else te verwijderen, worden de geneste scripts ervan niet verwijderd. Alle scripts verwijderen Druk op , selecteer [Delete All] en druk vervolgens op .
De θ-variabele gebruiken De Algorithm-app bevat een speciale hoekvariabele (θ) die u kunt gebruiken. De θ-variabele invoeren Voer een van beide onderstaande bewerkingen uit om “θ” in te voeren. - Druk op en selecteer [θ] > [Recall]. en selecteer [Algorithm] > [θ]. - Druk op Opmerking • Waarden toegewezen aan de θ-variabele wordt gecorrigeerd naar: 0 ≦ θ < 360. • De θ-variabele kan niet worden gebruikt in andere apps.
• Wanneer het uitvoeren van een script is gepauseerd, kunt u de coördinaatwaarden (x, y) en de richting (θ) controleren door op • Druk op te drukken. om het uitvoeren van een script stop te zetten. De melding “AC Break” wordt nu weergegeven. Druk op , of om terug te keren naar het scriptinvoerscherm wanneer deze melding wordt weergegeven. Wat te doen indien een foutmelding verschijnt tijdens het uitvoeren van een script Druk op of .
Go to x;y Beweegt de Arrow naar de aangegeven coördinaten. Hiermee wijst u de coördinaten van het eindpunt van de beweging toe aan de variabelen x en y. Pen Down Begint een lijn van 1 punt breed te tekenen volgens de Arrow-beweging. Pen Up Stopt het tekenen van de lijn volgens de Arrow-beweging. Set Variable to Wijst een waarde (of een berekeningsresultaatwaarde van een expressie) toe aan een variabele (A tot F, z).
Wait Pauseert het uitvoeren van het script. Druk op herstarten. om de scriptuitvoer te Repeat Voert het script herhaaldelijk uit tussen “Repeat” en “ ”. U kunt het aantal herhalingen bepalen als een waarde van 1 tot 10.000. Een waarde buiten dit bereik aangeven, veroorzaakt een fout (Range ERROR). Repeat until Controleert of een aangegeven voorwaarde waar of onwaar is. Het script tussen “Repeat” en “ ” wordt herhaaldelijk uitgevoerd, totdat de voorwaarde waar is.
Axes◆: Toont enkel assen. Axes/Grid: Toont assen en rasterlijnen. Axes/xy: Toont assen en hun namen. None: Verbergt alles. Unit Setting Geeft de eenheid aan voor scriptbeweging Move (pagina 104). pixels◆: Duidt 1 pixels aan als de bewegingseenheid. units: Duidt 10 pixels aan als de bewegingseenheid. Math Box gebruiken De Math Box-app bevat de volgende onderwijsondersteunende functies. Dice Roll: Dice Roll is een functie die kansen met dobbelstenen berekent.
List-scherm Relative Freq-scherm Algemene procedure voor Dice Roll Voorbeeld: 100 worpen van twee dobbelstenen simuleren. Voor dit voorbeeld wordt het Relative Freq-scherm gebruikt om resultaten te simuleren, waarbij het aantal treffers (frequenties) en relatieve frequenties van het numerieke verschil (0, 1, 2, 3, 4, 5) tussen elke worp van de twee dobbelstenen wordt getoond. , selecteer het pictogram van de Math Box-app en druk 1. Druk op vervolgens op . • Het menu Math Box wordt nu weergegeven. 2.
(2) Selecteer [Attempts] en druk op . Voer 100 in op het invoerscherm en druk op . Selecteer [Confirm] en druk op . (3) Laat de [Same Result]-instelling op Off staan (originele standaardinstelling). 4. Nadat alle instellingen naar wens zijn, selecteert u [Execute] en drukt u op . • Het scherm dat de uitvoering van de simulatie toont, verschijnt nu, waarna het scherm verandert naar het Result Type-menu. List: Toont een lijst met de uitkomst van elke worp (poging).
• U keert nu terug naar het menu Result Type, waar u stap 5 van deze procedure opnieuw kunt uitvoeren en de opmaak van de resultatenweergave kunt wijzigen. 7. Indien u een simulatie wilt uitvoeren met andere instellingen, drukt u op wanneer het menu Result Type wordt weergegeven. • Hierdoor wordt het simulatieresultaat gewist en keert u terug naar het parameterinvoerscherm. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 3. wanneer het parameterinvoerscherm wordt weergegeven 8. Druk op om Dice Roll te verlaten.
(1) Sum of Diff: Toont de uitkomst met één dobbelsteen (Sum: 1 tot 6), som van uitkomst met twee dobbelstenen (Sum: 2 tot 12) of verschil (Diff: 0 tot 5), of som van uitkomst met drie dobbelstenen (Sum: 3 tot 18). (2) Freq: Toont het aantal treffers (frequentie) van elke worpuitkomst. (3) Rel Fr: Toont de relatieve frequentie (frequentie gedeeld door het aantal worpen) van de worpresultaten.
List-scherm Relative Freq-scherm Het scherm toont kop als en munt als . Algemene procedure voor Coin Toss Voorbeeld: 100 worpen van drie munten simuleren. Voor dit voorbeeld wordt het Relative Freq-scherm gebruikt om resultaten te simuleren, waarbij het aantal kopresultaten (0, 1, 2, 3) en de relatieve frenquenties van kop voor elke worp worden getoond. , selecteer het pictogram van de Math Box-app en druk 1. Druk op vervolgens op . • Het menu Math Box wordt nu weergegeven. 2.
(1) Selecteer [Coins] en druk op . Selecteer [3 Coins] in het menu dat verschijnt en druk vervolgens op . (2) Selecteer [Attempts] en druk op . Voer wanneer het invoerscherm verschijnt 100 in en druk op . Selecteer [Confirm] en druk op . (3) Laat de [Same Result]-instelling op Off staan (originele standaardinstelling). 4. Nadat alle instellingen naar wens zijn, selecteert u [Execute] en drukt u op .
• Hierdoor wordt het simulatieresultaat gewist en keert u terug naar het parameterinvoerscherm. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 3. wanneer het parameterinvoerscherm wordt weergegeven 8. Druk op om Coin Toss te verlaten. • U keert nu terug naar het menu Math Box. Opmerking • Op het Relative Freq-scherm kunt u de waarde in een cel van de Rel Fr-kolom toewijzen aan een variabele.
(5) Aangeduide waarde van de Rel Fr-cel Number Line Number Line registreert tot drie vergelijkingen of ongelijkheden en geeft de getallenlijngrafieken ervan weer. De soorten expressies die kunnen worden geselecteerd worden hieronder getoond. xa, x≥a, a
(4) Controleer of [Confirm] is geselecteerd en druk op . 4. Registreer x>-1,0 in Lijn B en -2,0 [x>a] ((-))1 0 [C:] > [a
de vette weergave te verplaatsen naar de getallenlijn waarvan u de expressie wilt bekijken. 6. Geef het getallenlijngrafiekscherm weer en druk op om de expressie te wijzigen. • U keert nu terug naar het expressieregistratiescherm. U kunt enkel de waarden van een geregistreerde expressie wijzigen, of u kunt een andere soort expressie opnieuw registreren. Zie “Een geregistreerde expressie wijzigen” (pagina 117) voor informatie over hoe u dit doet. om Number Line te 7.
Het weergavebereik van het getallenlijngrafiekscherm wijzigen (View-Window) Wanneer u een expressie registreert en het getallenlijngrafiekscherm weergeeft, worden de optimale weergavebereikinstellingen automatisch geconfigureerd. U kunt het weergavebereik wijzigen door de Center(1) en Scale-instellingen (2) van de x-as aan te passen. Wijzig de weergavebereikinstellingen met het View-Window-scherm.
• Nadat u de View-Window-instellingen hebt aangepast, kunt u de Centeren Scale-instellingen herstellen naar de automatisch geconfigureerde weergavebereikinstellingen met de volgende bewerking: – [View-Reset]. • De waarden die u invoert voor Scale en Center moeten binnen de hieronder bepaalde bereiken liggen. 1×10-10 ≤ Scale ≤ 1×1010 -1×1010 ≤ Center ≤ 1×1010 Circle Circle biedt de hieronder beschreven functies, die kunnen worden gebruikt om te leren over hoeken en goniometrische functies.
Algemene procedure voor Circle 1. Druk op , selecteer het pictogram van de Math Box-app en druk vervolgens op . • Het menu Math Box wordt nu weergegeven. 2. Configureer indien nodig de Angle Unit-instelling. • U kunt kiezen uit de volgende eenheden voor de hoekwaardeinvoer: Degree, Radian, Gradian. Zie “Rekenmachine-instellingen wijzigen” (pagina 19). 3. Selecteer [Circle] en druk op . • Het parameterinvoerscherm wordt nu weergegeven.
• Raadpleeg onderstaande hoofdstukken voor informatie over hoe u het grafiekscherm kunt bekijken en de bewerkingen ervan kunt uitvoeren. “Unit Circle- en Half Circle-grafiekschermen” (pagina 121) “Clock-grafiekscherm” (pagina 122) 7. Druk op om terug te keren naar het parameterinvoerscherm van het grafiekscherm. 8. Geef het parameterinvoerscherm weer en druk op om Circle te verlaten. • U keert nu terug naar het menu Math Box.
Half Circle (1) Lijnen vormen de hoeken [θ1] en [θ2]. De momenteel geselecteerde lijn is dikker dan de andere. U kunt de selectie tussen θ1 en θ2 wijzigen door op of te drukken. (2) De hoekwaarde van de hoek van de momenteel geselecteerde lijn (θ1 of θ2). (3) De waarden van de goniometrische functies van de hoek van de momenteel geselecteerde lijn (θ1 of θ2). Opmerking • Wanneer er slechts één hoek (θ1 of θ2) wordt ingevoerd, wordt een enkele dikke lijn weergegeven om de hoek te vormen.
Opmerking • Hoekwaarden worden weergegeven volgens de instellingen van Input/Output en Angle Unit. • Indien Radian is geselecteerd voor Angle Unit en MathI/MathO is geselecteerd voor Input/Output, wordt de hoekwaarde weergegeven in π-opmaak.
Technische informatie Fouten De rekenmachine zal een foutmelding weergeven wanneer er om welke reden dan ook een fout optreedt tijdens een berekening. De locatie van een fout weergeven Wanneer een foutmelding wordt weergegeven, keert u door op , of te drukken terug naar het scherm dat net voor de foutmelding werd weergegeven. De cursor wordt daar geplaatst waar de fout optrad, klaar voor invoer. Breng de nodige correcties aan de berekening aan en voer ze opnieuw uit.
• Uw invoer overschrijdt het toegestane invoerbereik (vooral bij gebruik van functies). • De berekening die u uitvoert bevat een ongeoorloofde wiskundige bewerking (zoals delen door nul). Oplossing: • Controleer de invoerwaarden, verminder het aantal cijfers en probeer het nog eens. • Als u een variabele gebruikt als het argument van een functie, zorg er dan voor dat de variabelewaarde binnen het toegestane bereik van de functie ligt.
Oplossing: • Voer voor Range een celnaam in die binnen het bereik ligt van A1 tot E45, met de syntax: “A1:A1”. Oorzaak (Algorithm-app): • Arrow-coördinaten bevinden zich buiten het ondersteunde coördinaatbereik. Oplossing: • Arrow-coördinaatwaarden moeten binnen het ondersteunde coördinaatbereik liggen (-999 ≤ x ≤ 999, -999 ≤ y ≤ 999). Oorzaak (Math Box-app): • De waarde-invoer Attempts (aantal pogingen) voor Dice Roll of Coin Toss ligt buiten het toegestane bereik of is geen geheel getal.
Circular ERROR Oorzaak (functie voor f(x) en g(x)): • Er doet zich een circulaire referentie voor in een geregistreerde samengestelde functie (“Een samengestelde functie registreren” (pagina 56)). Oplossing: • Zorg ervoor dat er zich geen g(x)-invoer in f(x) bevindt en dat er zich ook geen f(x)-invoer in g(x) bevindt. Oorzaak (Spreadsheet-app): • Er bevindt zich een circulaire referentie (zoals “=A1” in cel A1) in de spreadsheet. Oplossing: • Wijzig de celinhoud om de circulaire referenties te verwijderen.
Cannot Simplify Oorzaak: • Vereenvoudiging kan niet worden uitgevoerd met de aangegeven factor. Oplossing: • Wijzig de factorwaarde. Nesting ERROR (enkel Algorithm-app) Oorzaak: • Bij het toevoegen van een Repeat-, Repeat until-, If Then- of If Then Else-script bereikte het aantal geneste niveaus vijf. Oplossing: • Breng het aantal geneste niveaus terug tot vier of minder.
• Druk op om na te gaan welke rekenmachineapp u momenteel gebruikt. Hiermee wordt het pictogram aangegeven van de rekenmachineapp die momenteel in gebruik is. 3. Indien bovenstaande stappen uw probleem niet verhelpen, drukt u op de toets . • De rekenmachine voert nu een protocol uit waarbij wordt gecontroleerd of de berekeningsfuncties naar behoren werken. Als de rekenmachine afwijkingen ontdekt, start deze automatisch de rekenmachineapp op en wist hij de inhoud van het geheugen. 4.
2. Verwijder zoals aangegeven in de illustratie de batterijklep, verwijder de batterij en plaats een nieuwe batterij met de positieve (+) en negatieve (−) polen juist geplaatst. 3. Plaats de batterijklep opnieuw. 4. Druk op om de rekenmachine in te schakelen. 5. Start de rekenmachine op. , selecteer een rekenmachineapppictogram en druk (1) Druk op vervolgens op . (2) Druk op en selecteer vervolgens [Reset] > [Initialize All] > [Yes].
5 Negatiefteken ((-)) 6 Geschatte waarden in de app Statistics (x̂, ŷ, x̂1, x̂2) 7 Vermenigvuldiging wanneer het vermenigvuldigingsteken is weggelaten 8 Permutatie (nPr), combinatie (nCr) 9 Vermenigvuldiging (×), deling (÷), restberekeningen (÷R) 10 Optelling (+), aftrekking (−) 11 Simp Indien een berekening een negatieve waarde bevat, kan het zijn dat u de negatieve waarde tussen haakjes moet plaatsen. Als u bijvoorbeeld de waarde -2 wilt kwadrateren, geeft u het volgende in: (-2)2.
In het algemeen, ±1 op het 10e cijfer voor een enkele berekening. Nauwkeurigheid voor exponentiële waarde is ±1 op het minst significante cijfer. Fouten zijn cumulatief in geval Nauwkeurigheid van opeenvolgende berekeningen. Invoerbereik van functieberekeningen en nauwkeurigheid Functies sinx cosx Invoerbereik Degree 0 ≤ |x| < 9 × 109 Radian 0 ≤ |x| < 157079632,7 Gradian 0 ≤ |x| < 1 × 1010 Idem als sinx, behalve Degree tanx wanneer |x| = (2n - 1) × 90.
nPr 0 ≤ n < 1 × 1010, 0 ≤ r ≤ n (n, r zijn gehele getallen) 1 ≤ {n!/(n - r)!} < 1 × 10100 nCr 0 ≤ n < 1 × 1010, 0 ≤ r ≤ n (n, r zijn gehele getallen) 1 ≤ n!/r! < 1 × 10100 of 1 ≤ n!/(n - r)! < 1 × 10100 Pol(x; y) |x|, |y| ≤ 9,999999999 × 1099 √x2 + y2 ≤ 9,999999999 × 1099 Rec(r; θ) 0 ≤ r ≤ 9,999999999 × 1099 θ: Idem als sinx a°b’c” |a|, b, c < 1 × 10100; 0 ≤ b, c De secondenwaarde op de display is onderhevig aan een fout van ±1 op de tweede decimale plaats.
LCM(a; b) 0 ≤ a, b < 1 × 1010 (a, b zijn gehele getallen) • Nauwkeurigheid is in principe dezelfde als hierboven beschreven in “Berekeningsbereik en -nauwkeurigheid”. x • Functies van het type xy, √y, x!, nPr, nCr vereisen opeenvolgende interne berekeningen, wat een accumulatie van fouten kan veroorzaken die bij iedere berekening optreden. • Fout is cumulatief en heeft de neiging groot te zijn nabij het singulaire of buigpunt van een functie.
Veelgestelde vragen Veelgestelde vragen ■ Hoe kan ik een resultaat in breukvorm uit een deling in een decimale vorm veranderen? → Wanneer een berekeningsresultaat in breukvorm wordt weergegeven, drukt u op en selecteert u vervolgens [Decimal] of drukt u op ( ). Om berekeningsresultaten eerst als decimale waarden weer te geven, wijzigt u de instelling Input/Output in het menu SETTINGS naar MathI/DecimalO.
→ Druk op . Hierdoor wordt het pictogram aangegeven van de rekenmachineapp die u momenteel gebruikt. ■ Hoe bereken ik sin2 x? 1 → Om sin2 30 = te berekenen, geeft u bijvoorbeeld onderstaande 4 berekening in. 30 ■ Waarom verdwijnt de Verify-indicator ( ) niet? → Om de -indicator te verwijderen, die verschijnt wanneer Verify is ingeschakeld (Verify ON), voert u onderstaande bewerking uit: – [Verify OFF]. Zie “Verify gebruiken” (pagina 58) voor meer informatie over Verify.
SA2302-A © 2023 CASIO COMPUTER CO., LTD.