Gebruiksaanwijzing
Breukberekeningen
Voorbeeld 1:
2
3
+
1
5
=
13
15
2 3 1 5
Voorbeeld 2: 3
1
4
+ 1
2
3
= 4
11
12
3 1 4 1 2 3
Voorbeeld 3:
1
2
+ 1,6 = 2,1
1 2 1 6 2,1
Opmerking
• Waarden worden automatisch als een decimaal getal weergegeven wanneer het
aantal cijfers van een breuk (geheel getal + teller + noemer + scheidingstekens) groter
is dan 10.
• De resultaten van berekeningen die breuken en decimale waarden mengen, zijn altijd
decimaal.
Omzetting Decimaal ↔ Breuk
Om een berekeningsresultaat tussen breuken en het decimale
formaat te wisselen:
Druk op
.
Voorbeeld 1: 2,75 = 2
3
4
(Decimaal → Breuk)
2 75
=
11
4
(d/c)
Voorbeeld 2:
1
2
↔ 0,5 (Breuk ↔ Decimaal)
1 2
15