Gebruiksaanwijzing

Voorbeeld 5:
6
4 × 5
= 0,3
6 4 5 0,3
Voorbeeld 6: 2 × [7 + 6 × (5 + 4)] = 122
2 7 6 5 4 122,
Aantal decimalen en aantal beduidende cijfers
Om de instellingen voor het aantal decimalen, het aantal beduidende
cijfers of de exponentiële weergave-indeling te wijzigen, drukt u een aantal
keer op de toets tot u het hieronder getoonde configuratiescherm
bereikt.
Druk op de cijfertoets ( , of ) voor het configuratie-item dat u wilt
wijzigen.
(Fix): Aantal decimale cijfers
(Sci): Aantal beduidende cijfers
(Norm): Exponentiële weergave-indeling
Voorbeeld 1: 200 ÷ 7 × 14 =
200 7 14
(Specificeert drie decimale cijfers.)
・・・・・ (Fix)
Druk op ・・・・・ (Norm) om de Fix-specificatie te wissen.
Voorbeeld 2: 1 ÷ 3, geeft een resultaat met twee beduidende cijfers weer
(Sci 2)
・・・・・ (Sci)  1 3
Druk op ・・・・・ (Norm) om de Sci-specificatie te wissen.
Een sluitend haakje weglaten
Voorbeeld: (2 + 3) × (4 - 1 = 15
2 3 4 1 15,
14