User Manual
2-55
Vectornaam 
• De maximumwaarde van beide m en n is 999.
• Er treedt een fout op als het geheugen vol raakt terwijl u gegevens invoert.
• U kunt ook het bovenstaande formaat gebruiken binnen een programma dat vectorgegevens 
invoert.
Alle volgende voorbeelden veronderstellen dat de vectorgegevens al zijn opgeslagen in het 
geheugen.
u Vector optellen, aftrekken en vermenigvuldigen  [OPTN]-[MAT]-[Vct]
Voorbeeld 1  Voor het bepalen van de som van de twee vectoren die hieronder zijn 
weergegeven (Vct A + Vct B)
  Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
  K2(MAT)6(g)6(g)1(Vct)
  av(A)+1(Vct)al(B)w
Voorbeeld 2  Voor het bepalen van het product van de twee vectoren die hieronder zijn 
weergegeven (Vct A × Vct B)
  Vct A = [ 1 2 ] Vct B = 
  K2(MAT)6(g)6(g)1(Vct)
  av(A)*1(Vct)al(B)w
Voorbeeld 3  Voor het bepalen van het product van de matrix en vector die hieronder 
zijn weergegeven (Mat A × Vct B)
    Mat A = Vct B = 
  K2(MAT)1(Mat)
  av(A)*6(g)6(g)
  1(Vct)al(B)w
• Wanneer u twee vectoren optelt of aftrekt, moeten ze allebei dezelfde afmetingen hebben.
• Wanneer u Vct A (1 × 
n) en Vct B (m × 1) vermenigvuldigt, moeten n en m dezelfde zijn.
3
4
1 2
2 1
1
2










