User Manual
2-39
   k Matrices invoeren en bewerken
  Druk op 1( 'MAT) om het scherm Matrix Editor weer te geven. Met de Matrix Editor kunt u 
matrices invoeren en bewerken.
m  ×  n  … m  (rij) ×  n  (kolom) matrix
            None… geen matrix ingesteld
  • { DEL } / { DEL  
•  
A } ... wissen van {een bepaalde matrix}/{alle matrices}
  • { DIM } ... {de dimensies van de matrix (aantal elementen) opgeven}
• {CSV} ... sslaat een matrix als CSV-bestand op en importeert de inhoud van CSV-bestand 
naar een van de matrixgeheugens (van Mat A tot Mat Z, en MatAns) (pagina 2-43)
• {M↔V} ... toont het scherm Vector Editor (pagina 2-53)
   u Het maken van een matrix
  Om een matrix op te maken moet u eerst de dimensies vastleggen in de Matrix Editor. Daarna 
kunt u aan de elementen van de matrix een waarde toekennen.
   u De dimensies van een matrix vastleggen
  Voorbeeld  Maak een matrix met 2 rijen ×  3 kolommen in het matrixgeheugen Mat B
  Klik Mat B aan. 
        c
   3(DIM) (U mag deze stap overslaan)
  Voer het aantal rijen in.
   cw
  Voer het aantal kolommen in.
   dw
   w
  • Alle elementen van de nieuw opgemaakte matrix hebben waarde 0.
  • Als u het formaat invoert of de dimensies van een matrix verandert, wordt de huidige inhoud 
gewist.
  • Als de foutmelding “Memory ERROR” naast de naam van het gebruikte matrixgeheugen 
blijft staan nadat u de dimensies hebt ingevoerd, betekent dit dat er onvoldoende 
geheugenruimte is voor de gewenste matrix.
   u Elk element van een matrix een waarde toekennen
  Voorbeeld  Voer in de matrix B de volgende gegevens in:
1 2 3
4 5 6










