User Manual
2-38
   A!m(SET UP)
         Selecteer “Modus”, en druk op 
 2(Dec) J.
   1(d~o) 1(d) ccw
   J3(DISP) 3( 'Bin) w
   4( 'Oct) w
  8. Matrixrekenen
  Belangrijk!
  • Matrixberekeningen kunnen niet op de fx-7400GIII worden uitgevoerd.
  Kies vanuit het hoofdmenu de modus RUN  
•
MAT  en druk op 1( 'MAT) om 
matrixberekeningen uit te voeren.
  Het toestel kan dankzij 26 geheugens voor matrices (van Mat A tot Mat Z) plus een geheugen 
voor de laatste matrix (MatAns) om de volgende bewerkingen met matrices uit te voeren.
    • Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen
    • Vermenigvuldigen met een getal
   • Determinant
    • Getransponeerde van een matrix
    • Inverse van een matrix
    • Kwadraat van een matrix
    • Macht van een matrix
   •  In een matrix van alle elementen de absolute waarde, het geheel deel, het decimaal deel of 
het grootste geheel deel dat niet groter is dan het originele element berekenen
   •  Invoer van complexe getallen in matrix elementen en complexe getallen in verwante 
functies
   •  Bewerken van matrices met matrixcommando’s
  De maximale dimensie van de rijen en kolommen van een matrix is 999.
   Over het geheugen voor de laatste matrix (MatAns)  
  • Het toestel slaat automatisch het resultaat van een matrixberekening op in het geheugen 
voor de laatste matrix. Daarbij gelden de volgende regels.
  • Bij elke matrixberekening wordt het nieuwe resultaat opgeslagen in het geheugen voor de 
laatste matrix. De vorige inhoud van dit geheugen wordt dan gewist en kan niet meer worden 
opgeroepen.
  • Het opslaan van waarden in het matrixgeheugen heeft geen invloed op het geheugen voor 
de laatste matrix.
• Wanneer het resultaat van een matrixberekening 
m (rijen) × 1 (kolom) of 1 (rij) × n 
(kolommen) is, wordt het resultaat van de berekening ook opgeslagen in het geheugen voor 
de laatste vector (VctAns).










