User Manual
9-9
k Tekst invoeren in een cel
Als u tekst wilt invoeren, is het belangrijk dat het eerste wat u invoert in de cel, is a5(”).
Door de aanhalingstekens (") weet de rekenmachine dat dat wat volgt tekst is en als zodanig
moet worden weergegeven zonder berekening. De aanhalingstekens (") worden niet
weergegeven als deel van de tekst.
k Een formule invoeren in een cel
Laten we als voorbeeld proberen een tabel te maken die gegevens bevat op basis van de
formule <PRICE> × <QUANTITY> = <TOTAL>. Hiervoor zetten we de waarden voor <PRICE>
in kolom A, de waarden voor <QUANITY> in kolom B en de rekenformules (zoals = A1 × B1,
= A2 × B2, enzovoorts) in kolom C. Als de functie Auto Calc is ingeschakeld (On), worden
de waarden in kolom C iedere keer dat we de waarden in kolom A of B veranderen, opnieuw
berekend en bijgewerkt.
Bedenk dat we in dit voorbeeld de gegevens in kolom C moeten laten beginnen met het
gelijkteken (=) , ten teken dat het hier om een formule gaat. Een formule kan behalve waarden,
rekenkundige operatoren en celverwijzingsnamen ook ingebouwde functiecommando’s
(pagina 2-13) en speciale S
•
SHT -commando’s (pagina 9-15) bevatten.
u Voorbeeld van het invoeren van een formule
A B C
1 PRICE QUANTITY TOTAL
2 35 15 525
3 52 15 780
4 78 20 1560
Procedure
1. Voer de tekst voor regel 1 en de van toepassing zijnde waarden in in de cellen A2 tot en met
B4.
2. Verplaats de cursor naar cel C2 en voer de formule in voor A2 × B2.
!.(=) av(A) c*al(B) cw
3. Kopieer de formule in cel C2 naar de cellen C3 en C4. Verplaats de celcursor naar cel C2 en
voer vervolgens de volgende bewerking uit.
2(EDIT) 2(COPY) c1(PASTE) c1(PASTE) J
• Zie voor nadere bijzonderheden over de bewerkingen
voor kopiëren en plakken “Celinhoud kopiëren en
plakken” (pagina 9-11).










