User Manual
9-7
2. Voer gegevens in met de toetsen van de rekenmachine.
• Wanneer u de toetsen gebruikt om cijfers of tekst in te
voeren (zoals b, al(B), enz.), verschijnen die
links uitgelijnd in het invoervak.
• Druk op J om de gegevensinvoer te annuleren
vooraleer door te gaan met stap 3 hieronder. U krijgt
dan de celinhoud zoals deze was in stap 1 van deze
procedure.
3. Druk op w om de invoer te beëindigen en toe te passen.
u Celgegevens wijzigen
1. Verplaats de celcursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt wijzigen.
2. Druk op 2(EDIT) 3(CELL).
• Celinhoud in het invoervak verandert van links uitgelijnd
in rechts uitgelijnd. A tekstcursor verschijnt in het
invoervak zodat u de inhoud ervan kunt wijzigen.
3. Verplaats met e en d de cursor over de inhoud van de cel en breng eventueel
wijzigingen aan.
• Druk op J als u een bewerking op een bepaald punt wilt annuleren voordat u verder
gaat naar stap 4 hieronder. U krijgt dan de celinhoud zoals deze was in stap 1 van deze
procedure.
4. Druk op w als u uw bewerkingen wilt beëindigen en toepassen.
u De celcursor verplaatsen terwijl u gegevens invoert in een cel
Bij de standaardinstellingen af-fabriek brengt een druk op w tijdens het invoeren van
gegevens in een cel de celcursor naar de volgende regel. U kunt in plaats daarvan opgeven
dat de celcursor naar de volgende kolom wordt verplaatst met behulp van van de instelling
“Move” die wordt beschreven op pagina 1-35.
k Een constante invoeren (waarde, berekeningsresultaat, reeks getallen)
in een cel
Een constante is iets waarvan de waarde vast is zodra u de invoer beëindigt. Een constante
kan een numerieke waarde zijn of een rekenformule (zoals 7+3, sin30, A1 × 2, enz.) waar niet
een gelijkteken (=) voor staat. Als u, bijvoorbeeld, sdaw, invoert, verschijnt 0,5 (het
berekeningsresultaat) in de cel (wanneer Deg is geselecteerd als de hoekeenheid).
u Automatisch een reeks getallen invoeren op basis van een
functieuitdrukking
1. Verplaats de celcursor naar de cel waar u de invoer van de tekenreeks wilt laten beginnen.
• Bij de standaardinstellingen gaat de automatische invoer van de tekenreeks verder in
neerwaartse richting vanaf de begincel. U kunt met de instelling “Move” een andere
richting opgeven, zoals wordt beschreven op pagina 1-35.










