User Manual
5-16
  Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window).
  Xmin = −5,  Xmax = 5,  Xscale = 1
  Ymin = −10,  Ymax = 10,  Yscale = 2
 1 m GRAPH 
2 !m(SET UP) cccc*3(Off)J
*fx-7400G
III: ccc
3 !3(V-WIN) -fwfwbwc
-bawbawcwJ
4 3(TYPE)1(Y=)av(A)vx-d,
  !+( [ )av(A)!.(=)d,b,-b
  !-( ] )w
5 6(DRAW)
• U kunt slechts de waarde van één van de variabelen in de uitdrukking veranderen.
• Voor de naam van de variabele mag u de volgende tekens niet gebruiken: X, Y, r, 
θ
, T. 
• U kunt geen variabele toewijzen aan de variabele in het voorschrift. 
• Als de optie Simul Graph is ingeschakeld, worden alle grafieken voor de opgegeven 
waarden van variabelen gelijktijdig getekend.
• Overschrijven is mogelijk voor het tekenen van grafieken met voorschrift in cartesische 
coördinaten, voorschrift in poolcoördinaten, voorschrift waarin 
x en y afhangen van een 
parameter, en voorschrift van ongelijkheden.
k Kopiëren en plakken gebruiken om de grafiek van een voorschrift te 
tekenen
 U kunt een grafiek van een voorschrift tekenen door deze naar het klembord te kopiëren en 
vervolgens in het grafisch scherm te plakken. 
  U kunt twee voorschrifttypes in het grafisch scherm plakken. 
   Type 1 (Y= voorschrift) 
  Een voorschrift met de variabele Y links van het gelijkteken wordt getekend als Y= 
voorschrift. 
  Voorbeeld: Plak het voorschrift Y=X en teken hiervan de grafiek
  • Spaties links van Y worden genegeerd.
   Type 2 (voorschrift) 
  Dit voorschrifttype plakken voor grafieken Y= voorschrift. 
  Voorbeeld: Plak voorschrift X en teken de grafiek van Y=X
 • Spaties links van het voorschrift worden genegeerd. 
  u Om een functie te tekenen met kopiëren en plakken
  1. Kopieer het voorschrift waarvan u de grafiek wilt tekenen naar het klembord. 
  2. Kies in het hoofdmenu de modus GRAPH .
  3. Wijzig in het configuratiescherm de instelling voor “Dual Screen” in “Off”. 
  4. Stel het weergavevenster in (V-Window).
  5. Teken de grafiek.
 6. Plak het voorschrift.










