User manual - fx-570_991ES_PLUS
D-6
 Genereren van een getallentabel op basis van 
een expressie 
N7(TABLE) 
 Vectorberekeningen 
N8(VECTOR) 
   Let op:  De eerste default berekeningsmodus is de COMP-modus.
  Instellingen van de calculator 
configureren
  Voer eerst de volgende toetsbewerkingen uit om het setupmenu weer te 
geven: 1N(SETUP). Gebruik vervolgens c en f en de numerieke 
toetsen om de instellingen zo in te stellen als u wilt. 
  Onderstreepte ( ___ ) instellingen zijn eerste defaults.
1MthIO  2LineIO  Specificeert de weergaveopmaak. 
   Bij Natuurlijke weergave (MthIO)  worden 
breuken, irrationele getallen en andere 
expressies weergegeven zoals ze op papier 
worden opgeschreven. 
MthlO: Selecteert MathO of LineO. MathO geeft de invoer en de 
berekeningsresultaten weer in dezelfde weergave zoals ze op papier zouden 
worden geschreven. LineO geeft de invoer net zo weer als MathO, maar de 
berekeningsresultaten worden in de lineaire weergave weergegeven.
   Bij Lineaire weergave (LineIO)  worden 
breuken en andere expressies op één regel 
weergegeven. 
   Let op: • De calculator schakelt automatisch naar Lineaire weergave als 
u de STAT-, BASE-N-, MATRIX- of VECTOR-modus activeert. • In deze 
handleiding geeft het B symbool de Natuurlijke weergave (MathO) aan 
als het naast een voorbeeldbewerking staat. Het b symbool geeft de 
Lineaire weergave aan.
3Deg  4Rad  5Gra  Specificeert graden, radialen of gradiënten 
als de hoekeenheid voor de invoer van waarden en weergave van 
berekeningsresultaten.
   Let op:  In deze handleiding geeft het v  symbool naast een 
voorbeeldbewerking graden aan en het V symbool geeft radialen aan. 
6Fix  7Sci  8Norm  Specificeert het aantal cijfers dat bij een 
berekeningsresultaat wordt weergegeven.
   Fix:  De waarde die u specificeert (van 0 tot 9) geeft het aantal decimalen 
aan voor weergegeven berekeningsresultaten. Berekeningsresultaten 
worden afgerond op het aantal gespecificeerde cijfers voordat ze worden 
weergegeven.
  Voorbeeld: b 100 ÷ 7 = 14,286  (Fix 3)
   14,29 (Fix 2)
   Sci:  De waarde die u specificeert (van 1 tot 10) geeft het aantal significante 
cijfers aan voor weergegeven berekeningsresultaten. Berekeningsresultaten 
worden afgerond op het aantal gespecificeerde cijfers voordat ze worden 
weergegeven.
  Voorbeeld: b 1 ÷ 7 =  1,4286 ×  10 
–1 
 (Sci 5)
   1,429  ×  10 
–1 
 (Sci 4)
MathMath










