Operation Manual
D-25
0.
x1=
Oplossing
Naam van variabele
De pijl toont de
richting waarin u
dient door te
bladeren om
andere
oplossingen te
kunnen zien.
Druk op de ] toets om andere oplossingen te kunnen
zien. Blader m.b.v. de
[ en ] toetsen tussen de
oplossingen voor een vergelijking.
Door op dit moment op de
t toets te drukken wordt
teruggegaan naar het invoerscherm voor de coëfficiënten.
• Bepaalde coëfficiënten kunnen er voor zorgen dat de
berekening meer tijd kost.
• Voorbeeld 1: Om de vergelijking
x
3
– 2x
2
– x + 2 = 0
op te lossen
(
x =
2, –1, 1)
(Degree?) 3
(a?) 1
=
(b?) D 2 =
(c?) D 1 =
(d?) 2 =
(x1 = 2) ]
(x2 = –1) ]
(x3 = 1)
•Als een resultaat een complex getal is, verschijnt eerst
het reële gedeelte van de eerste oplossing. Dit wordt
aangegeven door het “R↔
I” symbool in de display. Druk
op de
A r toetsen om de display beurtelings het reële
deel en het imaginaire deel van een oplossing te laten
tonen.
0.25
x1=
0.75
x1=
i
R⇔I
R⇔I
D
D
A r