Operation Manual
73
Geavanceerde instellingen
. Veranderen van de Automatische Sluiter activatiegevoeligheid
(Gevoeligheid)
1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Gevoeligheid” en druk daarna op [6].
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste gevoeligheids instelling en
druk daarna op [SET] (instellen).
• U kunt kiezen tussen drie gevoeligheidniveau’s van ø (Laagste) tot en met
œ (Hoogste).
• Bij de œ (Hoogste) instelling wordt het ontspannen van de automatische
sluiter relatief gemakkelijk geactiveerd. Het activeren voor het ontspannen van
de automatische sluiter is moeilijker bij de ø (Laagste) instelling maar de
gemaakte opnamen hebben het minst last van beeldwaas. Experimenteer met
de instellingen van het activeren voor het ontspannen van de automatische
sluiter om de instelling te vinden die het beste past bij u.
. Gebruiken van de Automatische Sluiter in combinatie met de
Doorlopende Sluiter
Hieronder volgt een beschrijving over hoe de Automatische Sluiter werkt in
combinatie met de Doorlopende Sluiter (pagina 68).
Tips voor betere foto’s met de Automatische Sluiter
• Het gebruiken van de Automatische Sluiter samen met Anti Shake (pagina 75)
reduceert de kans op beeldwaas nog meer.
• Bij het opnemen met Waas signaleren of Lach signaleren dient u de camera zo stil
mogelijk te houden totdat de opname voltooid is.
Met Norm.
snelh. doorl.,
Hoge snelh.
doorl.
De automatische sluiter standbymodus wordt opnieuw ingeschakeld
en de camera staat klaar telkens wanneer de Automatische Sluiter
geactiveerd wordt. Om een plaatsvindende doorlopende sluiter
bewerking te stoppen, wacht totdat “0 Auto” op het beeldscherm
knippert en druk daarna op [SET] (instellen).
Met Flits
doorl.
3 achtereenvolgende sluiterbeelden met flits worden opgenomen
nadat de Automatische Sluiter geactiveerd is.