Operation Manual
163
Appendix
De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die
geconfigureerd zijn voor elk item op het menu (door op [MENU] te drukken worden ze
getoond) nadat u de camera terugsteld (reset) (pagina 148). De items in de menu’s
hangen af van of de OPNAME modus of de WEERGAVE modus ingeschakeld is bij
de camera.
• Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of
waarvoor geen resetinstelling is.
. OPNAME modus
“OPNAME” indextab
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
Scherpstelling
Q
(Autom.
Scherpstellen)
Scherpstelkader ß
AF gebied Í
Puntmeten
Doorlopend Uit
Zelfontspanner Uit
Autom. Sluiter Uit
Gezichtsdetec. Uit
Anti Shake Uit
easy modus Uit
Snelsluiter Aan
Raster Uit
Digitale zoom Aan
Beeldcontrole Aan
Icoonhulp Aan
Geheugen
b
BEST SHOT:
Uit / Autom.
Sluiter: Uit /
Flits: Aan /
Scherpstelling:
Uit /Witbalans:
Uit / ISO: Uit /
AF gebied: Aan /
Meten: Uit /
Doorlopend: Uit /
Zelfontspanner:
Uit / Flitsintensiteit:
Uit / Digitale zoom:
Aan / MF stand:
Uit / Zoomstand:
Uit