Operation Manual

66
Geavanceerde instellingen
Scherpstellen met de hand
1. Stel het beeld op het beeldscherm zodanig
samen dat het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen zich binnen de gele grenslijn
bevindt.
2. Kijk naar het beeld op het beeldscherm en
stel scherp d.m.v. [4] en [6].
Op dat moment wordt het gedeelte van het beeld
dat zich binnen de grenslijn bevindt groter en vult
het gehele beeldscherm, hetgeen helpt bij het
scherpstellen. Als u deze bewerking niet binnen
twee seconden uitvoert terwijl het vergrootte
beeld getoond wordt, verschijnt stap 1 opnieuw.
LET OP
Het automatische macro attribuut detecteert hoever het onderwerp zich van de
lens bevindt en selecteert overeenkomstig daarmee Macrofocus of Autofocus.
Als de flitser gebruikt worden met macrofocus kan het licht van de flitser worden
geblokkeerd worden, hetgeen ongewenste schaduwen van de lens in beeld kan
produceren.
Automacro kan enkel gebruikt worden tijdens het opnemen van foto’s.
Telkens wanneer u een optische zoombewerking uitvoert tijdens het opnemen met
Autofocus, Macrofocus of Handmatige scherpstelling verschijnt een waarde op het
beeldscherm zoals hieronder aangegeven om het scherpstelbereik aan te geven.
Voorbeeld: oo cm tot 9
* oo is de werkelijke waarde van het scherpstelbereik.
De bewerkingen die aan de [
4] en [6] toetsen toegewezen zijn met de “L/R toets”
instelling (pagina 75) zijn gedeactiveerd terwijl Handmatige scherpstelling
geselecteerd is als de scherpstelmodus.
Gele grenslijn