Operation Manual
33
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus
één maal op [2] ( ).
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de
gewenste flitserinstelling en
druk daarna op [SET] (instellen).
Wanneer het “R Paneel” item van
het menu (pagina 140) “Uit” is (zodat
het controlepaneel niet weergegeven
wordt), wordt bij indrukken van [2]
( ) door de beschikbare instellingen van de flitser gegaan.
3. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
• Zie pagina 178 voor informatie betreffende het flitsbereik.
Gebruiken van de flitser (Flits)
Autom. Flits
De flitser flitst automatisch in overeenstemming met de
belichting (hoeveelheid licht en de helderheid).
Flits Uit De flitser flitst niet.
Flits Aan
De flitser flitst altijd. Deze instelling kan gebruikt worden om
een onderwerp helderder te maken dat gewoonlijk donker
uitvalt wat te wijten is aan het daglicht of tegenlicht (daglicht
synchroon flitsen).
Milde Flits Bij milde flits wordt altijd geflitst ongeacht de belichting
Rode Ogen
Reductie
De flitser flitst automatisch. Dit type flits kan gebruikt worden
om de kans te verminderen dat de ogen van het onderwerp
rood te zien zullen zijn.
Flits
[2] ( )
>
?
<
_
¥
A
Achterindicator
Knippert oranje terwijl de flitser aan het opladen
is om aan te geven dat beeldopname
gedeactiveerd is.
• Het is niet mogelijk een ander beeld op te
nemen met flits totdat de indicator stopt met
oranje knipperen, hetgeen aangeeft dat het
opladen voltooid is.
< geeft aan dat de flitser gaat
flitsen.