User manual
Table Of Contents
- Accessoires
- Lees dit eerst!
- Inhoudsopgave
- Algemene Gids
- Inhoud van het beeldscherm
- Snelstartgids
- Wat kunt u doen met uw CASIO camera
- Laad voor het gebruik eerst de accu op.
- Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt
- Klaar maken van een geheugenkaart
- In- en uitschakelen van de camera
- De camera op de juiste wijze vasthouden
- Opnemen van een foto
- Bekijken van foto’s
- Wissen van Foto’s en Films
- Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
- Foto leerprogramma
- Gebruiken van het controlepaneel
- Veranderen van de beeldgrootte (Formaat)
- Gebruiken van de flitser (Flits)
- Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- Opnemen zonder anderen te storen (Stil Modus)
- Gebruiken van de easy modus (easy modus)
- Opnemen met zoom
- Opnemen van filmbeelden en geluid
- Gebruiken van BEST SHOT
- Geavanceerde instellingen
- Gebruiken van menu’s op het scherm
- OPNAME modus instellingen (OPNAME)
- Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
- Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader (Scherpstelkader)
- Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend)
- Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
- Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen (L/R toets)
- Weergeven van een schermraster (Raster)
- Gebruiken van Icoonhulp (Icoonhulp)
- Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen)
- Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit)
- Specificeren van de Fotobeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Foto))
- Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- Gebruiken van ingebouwde Kleurenfilters (Kleurenfilter)
- Bekijken van Foto’s en Films
- Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
- Gebruiken van het WEERGAVE paneel
- Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow)
- Uitvoeren van weergave zonder anderen te storen (Stil Modus)
- Roteren van een beeld (Rotatie)
- Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.)
- Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen)
- Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen)
- Trimmen van een foto (Trimmen)
- Toevoegen van geluid aan een foto (Dubben)
- Kopiëren van bestanden (Kopiëren)
- Afdrukken
- Gebruiken van de camera met een computer
- Andere instellingen (Instellen)
- Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi)
- Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden)
- Configureren van een startbeeld (Start)
- Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.)
- Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd)
- Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel)
- Instellen van de klok van de camera (Bijstellen)
- Specificeren van de datumstijl (Datumstijl)
- Specificeren van de displaytaal (Language)
- Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer)
- Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit)
- Configureren van de [_] en [>] instellingen (OPNAME/WEERGAVE)
- Deactiveren van het wissen van bestanden (_ Uitgezet)
- Configureren van de USB protocol instellingen (USB)
- Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem (Video uitgang)
- Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren)
- Terugstellen van de camera op de originele fabrieksinstellingen (Reset)
- Appendix
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- Stroomvoorziening
- Gebruiken van een geheugenkaart
- Computersysteem vereisten voor software (Voor Windows)
- Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
- Wanneer niet alles van een leien dakje gaat...
- Aantal foto’s/Filmopnametijd/Spraakopnametijd
- Technische gegevens

72
Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
1. Druk tijdens de WEERGAVE modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van onderen in het
WEERGAVE paneel (Diashow) en druk vervolgens op [SET] (instellen)
(pagina 70).
• Druk op [ ] (Wissen) om het opnemen van de diashow te stoppen. Door op
[SET] (instellen) in plaats van op [ ] (Wissen) te drukken wordt de diashow
gestopt en teruggegaan naar het menuscherm.
• Stel het geluidsvolume bij door tijdens het weergeven eerst op [2] en daarna
op [8] of [2] te drukken.
• Alle toetsen zijn gedeactiveerd terwijl de diashow overschakelt van het ene
beeld naar het andere.
• De tijd die benodigd is voor het overschakelen van het ene naar het andere
beeld kan langer zijn bij een beeld dat niet met deze camera opgenomen was.
Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera
(Diashow)
Start Start de diashow.
Tijd
Tijd van het begin tot het einde van de Diashow
1 tot 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 30 minuten, 60 minuten
Tussen-
pauze
Tijdsduur dat elk beeld weergegeven wordt
Selecteer d.m.v. [4] en [6] een waarde tussen 1 en 30 seconden,
of “MAX”.
Als u een waarde specificeert tussen 1 en 30 seconden veranderen
de beelden met het gespecificeerde interval maar het
geluidsgedeelte van films en foto’s met geluid zal blijven spelen tot
het einde.
Alleen het eerste filmbeeld van de film wordt weergegeven
wanneer de diashow een filmbestand bereikt terwijl “MAX”
geselecteerd is. Spraakopnamebestanden worden niet
weergegeven wanneer “MAX” geselecteerd is.
Effect
Schakelt het effect in of uit.
Aan: Schakelt het beeldverandereffect en de achtergrondmuziek in.
Uit: Geen beeldverandereffect of achtergrondmuziek