User Manual

42
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de (Scherpstelling) optie van het
controlepaneel.
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
*1
Het scherpstelbereik is de afstand tot het lensoppervlak.
*2 Het scherpstelbereik hangt af van de huidige stand van de optische zoom.
*3 Tijdens HS filmopname is de scherpstelling vastgezet op de stand toen de
opname gestart werd. Voordat u op [0] (Film) drukt om de opname te starten
dient u om scherp te stellen op het beeld de sluitertoets halverwege in te drukken
voor Autofocus of met de hand scherp te stellen.
Super Macro
Super Macro stelt de optische zoom vast op een positie die u laat opnemen vanaf de
dichtstbijzijnde afstand tot het onderwerp. Het resultaat is grotere onderwerpbeelden
vanaf een kortere afstand.
LET OP
De zoom is vastgesteld terwijl Super Macro geselecteerd is zodat geen
zoombewerking uitgevoerd wordt terwijl u de zoomregelaar verdraait.
Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
Instellingen
OPNAME
schermico-
nendisplay
Type foto
Scherpstelmodus
Scherpstelbereik bij
benadering
*
1
Foto Films Foto Films
Q
AF
(Autofocus)
Geen
Algemene
opname
Automa-
tisch
Automa-
tisch
*
3
5 cm - 9 (oneindig)
(Groothoek)
*
2
´
Macro
Close-ups
1 cm - 50 cm
(Vijfde stap zoom
vanaf de grootste
groothoekinstelling)
*
2
Á
Super
Macro
Close-ups
1 cm - 50 cm
)
Oneindige
scherpst.
Landschappen
en andere verre
onderwerpen
Vast Oneindig (Groothoek)
W
MF
(Handmatig
scherpstellen)
Wanneer u met
de hand wilt
scherpstellen
Handmatig
5 cm - 9 (oneindig)
(Groothoek)
*
2