User Manual
38
Foto leerprogramma
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] het gewenste item en selecteer dan d.m.v.
[4] en [6] de gewenste instelling.
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlepaneel geselecteerd en
worden de instellingen getoond.*
3. Druk op [SET] (instellen) nadat alle instellingen naar wens zijn.
Hierdoor worden de instellingen uitgeoefend en teruggekeerd naar de OPNAME
modus.
LET OP
• U kunt ook de in-beeld menu’s gebruiken om instellingen anders dan de hierboven
vermelde (pagina 92) te configureren.
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de
instellingen van de camera te configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET]
(instellen).
• U kunt het controlepaneel tonen door te drukken
op [2].
Zelfontspanner (pagina 39)
Witbalans (pagina 40)
Scherpstelling (pagina 42)
ISO gevoeligheid (pagina 45)
Schminkniveau (pagina 46)
EV verschuiving (pagina 47)
Flitser (pagina 48)
Meten (pagina 50)
* Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
[SET]
(instellen)
[8] [2] [4] [6]
1
5
3
4
7
8
2
6
Controlepaneel