User manual - EXZR310_ZR300_ZR320_M29_FA
Table Of Contents
- Accessoires
- Lees dit eerst!
- Inhoudsopgave
- Algemene Gids
- Inhoud van het beeldscherm
- In- en uitschakelen van de display information
- Snelstartgids
- Wat kunt u doen met uw CASIO camera
- Laad voor het gebruik eerst de accu op.
- Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt
- Klaar maken van een geheugenkaart
- In- en uitschakelen van de camera
- De camera op de juiste wijze vasthouden
- Opnemen van een foto
- Bekijken van foto’s
- Wissen van Foto’s en Films
- Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
- Foto leerprogramma
- Selecteren van de opnamemodus
- Gebruiken van het controlepaneel
- Veranderen van de beeldgrootte van de foto (Formaat)
- Gebruiken van de flitser (Flits)
- Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
- Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel
- Opnemen met zoom
- Gebruiken van Doorlopende Sluiter
- Digitaal Corrigeren voor Overbelichting en Onderbelichting (HDR)
- Opnemen van foto’s die digitaal worden verwerkt voor een kunstzinnig effect (HDR Kunst)
- Uitbreiden van het zoombereik om helderder foto’s te maken (Multi SR Zoom)
- Opnemen van een Panorama beeld (Panoramadia)
- Opnemen van films
- Gebruiken van BEST SHOT
- Wat behelst BEST SHOT?
- Opnemen met BEST SHOT
- Opnemen in het donker zonder flits (HS Nacht Opname)
- Opnemen met een Wazige Achtergrond (Wazige Achtergrond)
- Filmen met Artistieke Effecten (ART SHOT)
- Opnemen met een super brede beeldhoek (Breedbeeld Foto)
- Opnemen met prioriteit voor Onderwerp Gezichten (Hoge Snelheid Beste Selectie)
- Configureren van de camera om u te helpen een betere timing te krijgen van de opnames (Vertragingscorrectie)
- Opnemen met HS nachtscène (HS Nachtscène/HS Nachtscène en Portret)
- Opnemen met Anti Shake met Snelle Film (HS Anti Shake)
- Geavanceerde instellingen
- Gebruiken van menu’s op het scherm
- OPNAME modus instellingen (OPNAME)
- Zoomen met Superresolutie (Zoomen (SR))
- Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
- Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
- Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp)
- Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- Opnemen met de Doorlopend Autofocus (Doorl. AF)
- In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom)
- Verminderen van windruis tijdens filmopname (Windruis Vermindering)
- Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen (L/R toets)
- Weergeven van een schermraster (Raster)
- Inschakelen van Beeldcontrole (Beeldcontrole)
- Gebruiken van Icoonhulp (Icoonhulp)
- Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen)
- Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit)
- Veranderen van het foto beeldformaat (Formaat)
- Specificeren van de Foto Beeld Kwaliteit (_ Kwaliteit (Foto))
- Filmbeeld Kwaliteit instellingen (_ Kwaliteit (Film))
- Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- Specificeren van de bovengrens van de ISO gevoeligheid (ISO Bovengrens)
- Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
- Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit)
- Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
- Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging)
- Instellen van het beeldcontrast (Contrast)
- Bekijken van Foto’s en Films
- Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
- Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow)
- Creëren van een foto of van filmbeelden (MOTION PRINT)
- Monteren van een film op de camera (Filmbewerking)
- Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- Veranderen van de helderheid van een bestaande foto (Helderheid)
- Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.)
- Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen)
- Bewerken van de datum en de tijd van een beeld (Datum/Tijd)
- Roteren van een beeld (Rotatie)
- Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen)
- Trimmen van een foto (Trimmen)
- Kopiëren van bestanden (Kopiëren)
- Opdelen van een doorlopende sluitergroep (Groep Opdelen)
- Combineren van doorlopende sluiterbeelden binnen een enkel stilbeeld (Doorl. Sl. Meerv. Afdr.)
- Bewerken van een doorlopend sluiterbeeld (CS Fotomontage)
- Dynamic Photo
- Afdrukken
- Gebruiken van de camera met een computer
- Andere instellingen (Instellen)
- Activeren van stroombesparing (ECO Modus)
- Bijstellen van de helderheid van het beeldscherm (Scherm)
- Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi)
- Configuren van de communicatie-instellingen van de FlashAir kaart (FlashAir)
- Automatische Beeldoriëntatiedetectie en Rotatie (Auto Roteren)
- Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden)
- Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.)
- Creëren van een beeldopslagmap (Map Creëren)
- Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd)
- Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel)
- Instellen van de klok van de camera (Bijstellen)
- Specificeren van de datumstijl (Datumstijl)
- Specificeren van de displaytaal (Language)
- Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer)
- Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit)
- Configureren van [_] instelling (REC)
- Deactiveren van het wissen van bestanden (_ Uitgezet)
- Configureren van de USB protocol instellingen (USB)
- Selecteren van de beeldverhouding van het scherm en het video uitgangssysteem (Video uitgang)
- Selecteren van de HDMI aansluiting signaalafgiftemethod (HDMI Afgifte)
- Configureren van een startbeeld (Start)
- Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren)
- Terugstellen van de camera op de originele fabrieksinstellingen (Reset)
- Appendix
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- Stroomvoorziening
- Gebruiken van een geheugenkaart
- Computersysteem vereisten voor software (Voor Windows)
- Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
- Gebruiken van het histogram op het scherm om de belichting te controleren (+Histogram)
- Wanneer niet alles van een leien dakje gaat...
- Aantal Foto’s/Filmopnametijd
- Technische gegevens

119
Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
Procedure
[p] (WEERGAVE) * Filmscherm van een te bewerken film *
[MENU] * WEERGAVE indextab * Filmbewerking
Met het Filmbewerking attribuut kunt u d.m.v. één van de volgende procedures een
bepaald gedeelte van een film wegknippen.
1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de gewenste bewerkingsmethode en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
2. Voer de volgende bewerkingen uit om het beeld
(punt) te selecteren vanaf waar of tot waar u de
film wilt knippen (het knippunt).
3. Druk op [2] om het bewerkingsmenu te tonen en één of twee
knippunten te specificeren.
Monteren van een film op de camera (Filmbewerking)
Knippen
(Tot-punt knippen)
Knipt alles van het begin van de film tot de huidige
plaats weg.
Knippen
(Punt-tot-punt knippen)
Knipt alles weg tussen twee punten.
Knippen
(Vanaf-punt knippen)
Knipt alles van de huidige plaats tot het einde van de
film weg.
[4] [6]
Om tijdens de weergave de
weergaverichting en de
weergavesnelheid te veranderen. Om
heen en terug te bladeren terwijl de
weergave gepauzeerd is.
[SET]
(instellen)
Om tussen pauzeren en weergeven heen
en weer te schakelen.
Knippen
(Tot-punt knippen)
Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven
tot waar u het knippunt wilt laten zijn.
Knippen
(Punt-tot-punt
knippen)
1
Druk op [
2
] wanneer het filmbeeld wordt
weergegeven vanaf waar u het knippunt wilt laten zijn.
2
Selecteer een ander filmbeeld.
3
Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt
weergegeven vanaf waar u het tweede knippunt wilt
laten zijn.
Knippen
(Vanaf-punt knippen)
Druk op [2] wanneer het filmbeeld wordt weergegeven
vanaf waar u het knippunt wilt laten zijn.
}
~
¡
Knipbereik (geel)
}
~
¡