Operation Manual
160
Andere instellingen (Instellen)
Andere instellingen (Instellen)
Dit hoofdstuk geeft uitleg over de menu items die u kunt gebruiken om instellingen te
configureren en andere bewerkingen uit te voeren tijdens zowel de OPNAME en
WEERGAVE modus.
Procedure
[MENU] * Instellen indextab * Scherm
Procedure
[MENU] * Instellen indextab * Eye-Fi
Selecteer “Uit” om de communicatie van de Eye-Fi kaart te deactiveren (pagina 156).
Procedure
[MENU] * Instellen indextab * Auto Roteren
De camera detecteert automatisch of een fotobeeld in de portret- of de
landschaporiëntatie genomen was en wordt overeenkomstig weergegeven. Auto
roteren wordt niet uigevoerd voor films.
Zie pagina 89 voor informatie betreffende de menubewerkingen.
Bijstellen van de helderheid van het beeldscherm (Scherm)
Automa-
tisch
Bij deze instelling detecteert de camera de beschikbare lichtniveau’s in
en stelt overeenkomstig daarmee de helderheid van het beeldscherm in.
+2
Een helderheid die meer is dan +1, hetgeen het gemakkelijker maakt om
het scherm te zien. Deze instelling verbruikt meer stroom.
+1
Helderheidinstelling voor gebruik buiten, enz. De helderheid is groter
dan 0.
0 Normale beeldscherm helderheid voor gebruik binnen, enz.
–1
Lage beeldscherm helderheid voor gebruik ’s nachts, gebruik binnen bij
een lage belichting, enz.
Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi)
Automatische Beeldoriëntatiedetectie en Rotatie
(Auto Roteren)
Aan
Roteert automatisch foto’s die opgenomen zijn met de camera wanneer
deze bij een hoek van 90 graden verticaal wordt gehouden.
Uit Beelden worden niet automatisch geroteerd.