Operation Manual
APPENDIX
199
Start (starten) / Images (beelden) /
Time (tijd) / Interval (tussenpauze) /
Cancel (annuleren)
Show (weergeven) / Save (opslaan) /
Cancel (annuleren)
Select images (beelden selecteren) / All
images (alle beelden) / Cancel (annuleren)
On (aan) / All Files : On (alle bestanden :
aan) / Cancel (annuleren)
Rotate (roteren) / Cancel (annuleren)
1280
×
960 / 640
×
480 / Cancel (annuleren)
–
–
Create (creëren) / Delete (wissen) / Layout
(lay-out) / Set Up (instellingen) /
Cancel
(annuleren)
Alarminstellingen
Built-in (ingebouwd)
Card (kaart) /
Card (kaart)
Built-in (ingebouwd) /
Cancel (annuleren)
■ Weergavefunctie (PLAY)
● PLAY (weergave) tabmenu
Slideshow
(diashow)
Favorites
(favoriet)
DPOF
Protect
(beveiligen)
Rotation
(rotatie)
Resize (afmetingen
heraanpassen)
Trimming
(trimmen)
Dubbing (dubben)
Create Album
(creëer album)
Alarm (alarm)
Copy (kopiëren)
● Instellingen tabmneu
• De inhoud van het insteltabmenu van de weergavefunctie
(PLAY) is identiek aan de inhoud van het insteltabmenu
van de opnamefunctie (REC).
* Er zijn drie indicatorflitspatronen. Patroon 1 knippert eens per
seconde, patroon 2 knippert tweemaal per seconde en patroon 3
knippert 4 maal per seconde. De onderstaande tabel geeft een
verklaring van de diepere betekenis van elk flitspatroon.
Indicator referentie
De camera heeft twee indicators: een bedrijfsindicator en
een zelfontspannerindicator. Deze indicators gaan branden
en knipperen om de huidige status van de camera te tonen.
Zelfontspannerindicator
Bedrijfsindicator