Operation Manual
AFDRUKKEN VAN BEELDEN
161
8.
Druk op de [USB] toets
van de USB slede.
• Dit toont het afdrukmenu
op het beeldscherm van
de camera.
9.
Selecteer “Paper Size” (papierformaat) m.b.v.
[] en [] en druk op [].
10
.
Selecteer het papierformaat dat u wilt
gebruiken om af te drukken m.b.v. [] en []
en druk op [SET].
• Hieronder volgen de afdrukformaten die beschikbaar
zijn.
3.5˝
×
5˝
5˝
×
7˝
4˝
×
6˝
A4
8.5˝
×
11˝
By Printer (door de printer)
• Door selecteren van “By Printer (door de printer)”
wordt afgedrukt op het papierformaat dat op de
printer wordt geselecteerd.
•
Welke papierformaatinstellingen beschikbaar zijn
hangt af van de aangesloten printer. Zie de
gebruiksaanwijzing die met de printer wordt mee
geleverd
voor volledige details.
11
.
Specificeer de
gewenste
afdrukmogelijkheid
m.b.v. [] , [].
• Om een enkel beeld af te
drukken: Selecteer “1
Image” (1 beeld) en druk
daarna op [SET].
Selecteer vervolgens het
beeld dat u wilt afdrukken
m.b.v. [] en [].
• Om meerdere of alle beelden af te drukken:
Selecteer “DPOF” en druk daarna op [SET]. Door
deze optie te selecteren worden alle beelden
afgedrukt die geselecteerd zijn met de DPOF
instellingen. Zie pagina 156 voor meer informatie.
• U kunt tijdsvastlegging (time stamp) van het beeld in-
en uitschakelen door op [DISP] te drukken. De
12
12
1
icoon geeft aan dat tijdsvastlegging ingeschakeld is.