User manual - EXZ500
Table Of Contents
- INLEIDING
- SNELSTARTGIDS
- VOORBEREIDINGEN
- ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
- OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
- Selecteren van de scherpstelfunctie
- Belichtingscompensatie (EV verschuiving)
- Bijstellen van de witbalans
- Opnemen van achtereenvolgende beelden (doorlopende sluiterfunctie)
- Gebruiken van de BEST SHOT functie
- Verminderen van de effecten van het bewegen van uw hand of het bewegen van het onderwerp
- Opnemen met een hogere gevoeligheid
- Opnemen van beelden van naamkaartjes en documenten (Business Shot)
- Opnemen van een film
- Opnemen van audio
- Gebruiken van het histogram
- Camera instellingen van de REC (opname) functie
- Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen
- In- en uitschakelen van het in-beeld raster
- In- en uitschakelen van beeldcontrole
- Specificeren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning
- Specificeren van de ISO gevoeligheid
- Selecteren van de meetfunctie
- Gebruiken van de filterfunctie
- Speciferen van de contourscherpte
- Specificeren van kleurverzadiging
- Specificeren van het contrast
- Terugstellen (reset) van de camera
- WEERGAVE
- Elementaire weergavebediening
- Inzoomen op het weergegeven beeld
- Afmetingen van een beeld heraanpassen
- Trimmen van een beeld
- Weergeven en bewerken van een film
- Tonen van een 9-beelden scherm
- Tonen van het kalenderscherm
- Spelen van een Slideshow (diashow)
- Roteren van het displaybeeld
- Toevoegen van audio aan een snapshot
- Weergeven van een spraakopnamebestand
- Tonen van camerabeelden op een televisiescherm
- WISSEN VAN BESTANDEN
- BEHEER VAN BESTANDEN
- ANDERE INSTELLINGEN
- Configureren van de geluidsinstellingen
- Specificeren van een beeld voor het beginscherm
- Specificeren van de bestandsnaam serienummer generatiemethode
- Instellen van de klok
- Gebruiken van wereldtijd
- Veranderen van de displaytaal
- Veranderen van de helderheid van het beeldscherm
- Veranderen van het protocol van de USB poort
- Configureren van de [_] (REC) en [>] (PLAY) toets en spanning aan/uit functies
- Formatteren van het ingebouwde geheugen
- GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
- AFDRUKKEN VAN BEELDEN
- BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN COMPUTER
- GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN COMPUTER
- APPENDIX

86
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
• Portrait (Portret) • Scenery (Landschap)
• Night Scene
(Nachtdecor)
• Night Scene Portrait
(Avondportret)
1.
Druk tijdens de
opnamefunctie (REC)
op [BS] (BEST SHOT).
• Hierdoor wordt de BEST
SHOT functie
ingeschakeld die alle 12
BEST SHOT decors
toont.
• Naast de snapshotdecors is er een filmdecor en een
spraakopnamedecor.
• De voorbeelddecors zijn in volgorde gearrangeerd, te
beginnen met de linker bovenhoek.
2.
Gebruik [왖], [왔], [왗] en [왘] om de gewenste
voorbeeld achtergrond te selecteren en druk
vervolgens op [SET].
• Door op [MENU] te drukken springt het selectiekader
over naar het eerste voorbeelddecor (“Auto”).
• Verplaats het selectiekader in het display m.b.v. [왖],
[왔], [왗] en [왘]. Door voorbij het laatste of het eerste
decor te bladeren wordt naar het volgende scherm
met 12 voorbeelddecors gebladerd.
• Als u wilt checken welk voorbeelddecor op het
moment geselecteerd is of als u naar een ander
decor wilt overstappen, druk dan op [BS].
Gebruiken van de BEST SHOT functie
Door één van de BEST SHOT voorbeeld achtergronden te
selecteren wordt de camera automatisch klaar gemaakt
voor het opnemen van een soortgelijk beeld.
■ Voorbeeld achtergronden