User manual - EXZ500
Table Of Contents
- INLEIDING
- SNELSTARTGIDS
- VOORBEREIDINGEN
- ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
- OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
- Selecteren van de scherpstelfunctie
- Belichtingscompensatie (EV verschuiving)
- Bijstellen van de witbalans
- Opnemen van achtereenvolgende beelden (doorlopende sluiterfunctie)
- Gebruiken van de BEST SHOT functie
- Verminderen van de effecten van het bewegen van uw hand of het bewegen van het onderwerp
- Opnemen met een hogere gevoeligheid
- Opnemen van beelden van naamkaartjes en documenten (Business Shot)
- Opnemen van een film
- Opnemen van audio
- Gebruiken van het histogram
- Camera instellingen van de REC (opname) functie
- Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen
- In- en uitschakelen van het in-beeld raster
- In- en uitschakelen van beeldcontrole
- Specificeren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning
- Specificeren van de ISO gevoeligheid
- Selecteren van de meetfunctie
- Gebruiken van de filterfunctie
- Speciferen van de contourscherpte
- Specificeren van kleurverzadiging
- Specificeren van het contrast
- Terugstellen (reset) van de camera
- WEERGAVE
- Elementaire weergavebediening
- Inzoomen op het weergegeven beeld
- Afmetingen van een beeld heraanpassen
- Trimmen van een beeld
- Weergeven en bewerken van een film
- Tonen van een 9-beelden scherm
- Tonen van het kalenderscherm
- Spelen van een Slideshow (diashow)
- Roteren van het displaybeeld
- Toevoegen van audio aan een snapshot
- Weergeven van een spraakopnamebestand
- Tonen van camerabeelden op een televisiescherm
- WISSEN VAN BESTANDEN
- BEHEER VAN BESTANDEN
- ANDERE INSTELLINGEN
- Configureren van de geluidsinstellingen
- Specificeren van een beeld voor het beginscherm
- Specificeren van de bestandsnaam serienummer generatiemethode
- Instellen van de klok
- Gebruiken van wereldtijd
- Veranderen van de displaytaal
- Veranderen van de helderheid van het beeldscherm
- Veranderen van het protocol van de USB poort
- Configureren van de [_] (REC) en [>] (PLAY) toets en spanning aan/uit functies
- Formatteren van het ingebouwde geheugen
- GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
- AFDRUKKEN VAN BEELDEN
- BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN COMPUTER
- GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN COMPUTER
- APPENDIX

BEHEER VAN BESTANDEN
143
Beschermen van bestanden
Als u een bestand eenmaal beveiligd heeft kan hij niet
worden gewist (pagina 140). U kunt bestanden afzonderlijk
beveiligen of u kunt alle bestanden in het geheugen
beveiligen door een enkele bedieningshandeling.
BELANGRIJK!
• Zelfs als een bestand beveiligd is, wordt het
uitgewist wanneer een geheugenkaart wordt
geformatteerd (pagina 162) of als het ingebouwde
geheugen geformatteerd wordt (pagina 157)
Beveiligen van een enkel bestand
1.
Druk tijdens de weergavefunctie (PLAY) op
[MENU].
2.
Selecteer de “PLAY”
(weergave) tab,
selecteer “Protect”
(beveiligen) en druk
daarna op [왘].
3.
Gebruik [왗] of [왘] om door de bestanden de
bladeren en dat beeld te tonen dat u wilt
beveiligen.
4.
Gebruik [왖] of [왔] om
“On” (aan) te
selecteren en druk
vervolgens op [SET].
• Een beveiligd bestand
wordt aangegeven door
het teken.
• Om een bestand onbeveiligd te maken, selecteert u
“Off” (uit) in stap 4 en druk vervolgens op [SET].
5.
Druk op [MENU] om het menuscherm te
verlaten.