User manual - EXZ35_M29_FC

60
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Gezichtsdetec.
Zie de controlepaneel procedure op pagina 35 voor details.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Anti Shake
Zie de controlepaneel procedure op pagina 36 voor details.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * AF gebied
•“
I
Meervoudig” en “O
Traceren” kan niet worden geselecteerd voor het
Autofocus gebied terwijl u Gezichtsdetectie aan het gebruiken bent (pagina 35).
•DoorO
Traceren” te selecteren kunnen trillingen en ruis optreden doordat de
lens (het objectief) beweegt tijdens het traceren van het onderwerp. Dit duidt niet
op een defect.
Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera
of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Puntmeten
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het midden
van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 56).
Meervoudig
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze instelling
geselecteerd is, selecteert de camera het optimale Autofocus gebied
van de negen mogelijke gebieden. Het scherpstelkader van het
gebied waar het camera op scherpstelt wordt aangegeven in groen.
Traceren
Door de sluitertoets half in te drukken wordt scherpgesteld op het
onderwerp en zal het scherpstelkader de bewegingen van het
onderwerp gaan traceren.
U
I
O
U
Puntmeten”
O
Traceren
I
Meervoudig”
Scherpstelkader
Scherpstelkader
C