Operation Manual

68
Geavanceerde instellingen
. Veranderen van de Automatische Sluiter activatiegevoeligheid
(Gevoeligheid)
1. Selecteer d.m.v. [8] en [2] “Gevoeligheid” en druk daarna op [6].
2. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste gevoeligheids instelling en
druk daarna op [SET] (instellen).
U kunt kiezen tussen drie gevoeligheidniveau’s van ø (Laagste) tot en met
œ (Hoogste).
Bij de œ (Hoogste) instelling wordt het ontspannen van de automatische
sluiter relatief gemakkelijk geactiveerd. Het activeren voor het ontspannen van
de automatische sluiter is moeilijker bij de ø (Laagste) instelling maar de
gemaakte opnamen hebben het minst last van beeldwaas. Experimenteer met
de instellingen van het activeren voor het ontspannen van de automatische
sluiter om de instelling te vinden die het beste past bij u.
Tips voor betere foto’s met de Automatische Sluiter
Het gebruiken van de Automatische Sluiter samen met Anti Shake (pagina 69)
reduceert de kans op beeldwaas nog meer.
Bij het opnemen met Waas signaleren of Lach signaleren dient u de camera zo stil
mogelijk te houden totdat de opname voltooid is.
BELANGRIJK!
Als Automatische Sluiterstandby ingeschakeld blijft zonder dat de sluiter ontspant,
kunt u een beeld toch opnemen door de sluitertoets geheel in te drukken.
De attributen Waas signaleren en Panning signaleren kunnen mogelijk niet het
gewenste effect geven tijdens het opnemen op een plaats waar een langzamere
sluitertijd vereist is omdat het donker is of omdat het onderwerp bijzonder snel
beweegt.
Daar de gezichtsuitdrukkingen per persoon verschillen zoudt u problemen kunnen
ondervinden om de camera de sluiter te laten ontspannen terwijl Lach signaleren
gebruikt wordt. Mocht dit gebeuren, verander dan de instelling van de
activatiegevoeligheid.
De activeatietijd voor Automatisch Spanning Uit (pagina 142) is vastgesteld op vijf
minuten terwijl Automatische Sluiter standby ingeschakeld is. Sluimer (pagina 142)
is gedeactiveerd tijdens het gebruik van de Automatische Sluiter.
Druk op [SET] (instellen) om de automatische sluiteropname te annuleren terwijl de
automatische sluiter ontspant (hetgeen aangegeven wordt wanneer “0 Auto” op
het beeldscherm knippert).
•DeË Traceren” instelling voor het autofocusgebied kan niet gebruikt worden
terwijl Autom. Sluiter: Waas signaleren of Autom. Sluiter: Panning signal.
geselecteerd wordt voor de Automatische Sluiter instelling (pagina 40).
Let er op dat u altijd “Û Puntmeten” selecteert voor het automatische
scherpstelgebied telkens wanneer u de instelling Autom. Sluiter: Lach Signaleren
(pagina 40) gebruikt.
Automatische Sluiter kan niet in combinatie met één van de volgende attributen
worden gebruikt.
Premium Automatisch
Bepaalde BEST SHOT scènes
De volgende functie is gedeactiveerd tijdens het filmen met de automatische sluiter.
Drievoudige zelfontspanner