Operation Manual
40
Foto leerprogramma
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET] (instellen).
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de vierde optie van boven in het
controlepaneel (AF Gebied).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
4. Richt de camera op het onderwerp en druk de sluitertoets halverwege
in. Wacht totdat de camera de belichting en scherpstelling automatisch
bijstelt.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Intelligent
De camera stelt automatisch het scherpstelpunt vast op het
beeldscherm en stelt daarop scherp (intelligente AF).
• Gezichtsdetectie (pagina 44) werkt automatisch.
Puntmeten
Deze modus verzamelt metingen van een klein gebied in het
midden van het beeld. Deze instelling werkt goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 39).
Meervoudig
Wanneer u de sluitertoets halverwege indrukt terwijl deze instelling
geselecteerd is, selecteert de camera het optimale Autofocus
gebied van de negen mogelijke gebieden. Het scherpstelkader van
het gebied waar het camera op scherpstelt wordt aangegeven in
groen.
Traceren
Door de sluitertoets half in te drukken wordt scherpgesteld op het
onderwerp en zal het scherpstelkader de bewegingen van het
onderwerp gaan traceren.
Ò
Û
È
Ë